Zet 'm gewoon neer op een handige plek, in de badkamer of naast de wc, en laat je kind het potje zelf ontdekken. Het is wel belangrijk dat je kind het leuk vindt om op het plaspotje te gaan zitten. Leg daarom niet de nadruk op het plaspotje, door te zeggen: 'Je gaat nu op het potje'. Maar maak er iets gezelligs van.
Zet het potje bij of op de wc, ga zelf op de wc zitten terwijl je kind toekijkt, zet hem op de wc als hij dit aangeeft. Het komt vanzelf weer goed. Sommige kindjes kunnen zo opzien tegen het doen van een poepje op het potje of op de wc, dat ze het gaan ophouden en er obstipatie ontstaat.
Laat uw kind elke dag op vaste tijden enkele minuten op het potje zitten zonder luier. Goede momenten zijn: als uw kind wakker wordt, als er signalen zijn/uw kind aangeeft dat het nodig moet, na het eten of drinken of bij weggaan of thuiskomen. Vertel iets leuks terwijl u uw kind op het potje zet.
Laat je peuter niet te lang op het potje zitten. Enkele minuten is voldoende. Geef complimentjes, bijvoorbeeld als je kind tegen je gezegd heeft dat het naar de wc moet, iets gedaan heeft of het heeft geprobeerd.
Een kind is klaar om zindelijk te worden als hij of zij: begrijpt dat pipi of kaka in het potje hoort. voelt dat hij of zij pipi of kaka moet doen en dit kan ophouden tot het potje. wil meewerken.
De meeste kinderen worden zindelijk overdag tussen de 2 en 3 jaar, en tussen de 4 of 5 jaar gebeurt dat ook 's nachts. Maar maak je niet druk als het wat langer duurt: ieder kind ontwikkelt zich op zijn of haar eigen tempo.
Je voelt de inco bij de eerste plas al zwaarder worden en daardoor is het gevoel ook anders. Hoe meer je plast, hoe harder en zwaarder de inco lijkt te worden.
Overigens zijn er mensen die dit om die reden juist geen goed idee vinden, want een kind half slapend laten plassen betekent dat hij zich er niet bewust van is, en dat werkt dan dus niet bevorderlijk voor het proces. Echter, het vergroot de kans op een droge nacht aanzienlijk.
Het is belangrijk te voorkomen dat het plassen en poepen op het potje een machtsspelletje wordt. Dit doe je door rustig en neutraal te reageren wanneer je kindje niet op het potje wil. Leidt je kindje even af met iets anders en probeer het later opnieuw. Dwing je kind niet om op het potje te gaan.
Meestal plast uw kind binnen 20 minuten na het drinken. Was de piemel of vagina van uw kind met water. Plast uw kind al op de wc? Vang de plas op in een schoon potje, maar niet het eerste beetje.
Heeft je kind moeite om op het potje of op de wc te gaan zitten, ga dan vooral niet pushen. Hou het leuk en begeleid hem op een respectvolle en liefdevolle manier naar de wc of het potje. Blijf erbij als hij zijn behoefte doet. Geef duidelijk aan wat je van hem verwacht en zorg dat het leuk is.
Reken er niet op dat de potjestraining in een week beklonken is. Het kan drie tot zes maanden duren, afhankelijk van het kind. 's Nachts droog blijven kan zelfs tot een jaar duren. Niet elk kind wordt automatisch zowel overdag als 's nachts tegelijk zindelijk.
Je kunt het potje introduceren door je kind er na een maaltijd of na een slaapje op te zetten (of op de wc met wc-brilverkleiner). Op deze momenten is de kans het grootst dat een kind moet plassen en/of poepen. Terwijl je kind op het potje zit, lees je bijvoorbeeld een verhaaltje voor.
U kunt uw kind helpen met leren om 's nachts droog te blijven. Maak uw kind elke avond wakker om te plassen. Doe dit als uw kind 2 uur slaapt.
De uitwendige kringspier zorgt ervoor dat we de ontlasting op kunnen houden. Bij het ophouden van de ontlasting spelen ook de bekkenbodemspieren een belangrijke rol. De bekkenbodem is een spierplaat onder in de buikholte. De bekkenbodem speelt niet alleen een rol bij de stoelgang, maar ook bij het ophouden van urine.
Bij angst voor poepen kunt u structuur bieden door na ieder eetmoment het kind minimaal vijf minuten op de wc te laten zitten. Op deze manier wordt het normaal. Als uw kind wel aangeeft dat het moet poepen maar het niet durft op de wc kunt u afspreken dat het dan tijdelijk een luier om mag tijdens het poepen.
Heerlijk om geen luiers meer te hoeven verschonen, maar toch zien veel ouders er tegenop: zindelijkheidstraining. Toch kunnen kinderen al vroeg zindelijk worden, vertelt psycholoog Debby Mendelsohn in een podcast van Ouders van Nu.
Ook een potje (tijdelijk) in de slaapkamer zetten kan helpen als het heel snel moet gaan. Leek het te lukken zonder luier 's nachts en heb je het ene ongelukje na het andere? Aarzel dan niet om de luier terug te introduceren. Misschien lukt het binnen enkele weken wel zonder.
Wat is een oefenbroekje? Een oefenbroekje is een speciaal broekje dat tussen een luier en een gewone onderbroek in zit. Het is wat dikker dan een onderbroek en kan wat plas opnemen. Toch zijn ze dunner dan een luier en nemen ze meestal geen hele plas op.