Een angststoornis wordt in het psychiatrisch handboek DSM-5 als volgt omschreven: A: “Een excessieve angst en bezorgdheid (bange voorgevoelens) die gedurende minstens zes maanden vaker wel dan niet aanwezig zijn en betrekking hebben op een aantal gebeurtenissen of activiteiten.
Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken.
Angststoornissen staan in de top 10 van ziekten met de grootste ziektelast. Mensen met een angststoornis ervaren hun gezondheid als minder goed, hebben over het algemeen meer moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en een slechtere kwaliteit van leven vergeleken met de algehele bevolking.
Om een diagnose te kunnen stellen wordt er gekeken of jouw klachten voldoen aan de criteria van de DMS-IV. De diagnose angststoornis wordt vastgesteld door een specialist of psycholoog. Dit doen ze doormiddel van een diagnostisch onderzoek. De huisarts kan je verwijzen naar de juiste persoon om je te laten onderzoeken.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis, ook wel piekerstoornis genoemd, zijn continu gespannen en piekeren voortdurend. Objectief gezien is er geen reden voor, maar ze zijn constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Als je last hebt van een paniekstoornis, kunnen situaties die voor een ander heel normaal zijn tot zweethanden, angstige gedachten en regelmatig tot paniekaanvallen leiden. Een paniekaanval kan erg heftig zijn. Je kunt het gevoel hebben gek te worden, de controle te verliezen of een hartinfarct te krijgen.
Ook binnen het werk is er kans op (langdurige) uitval van de werknemer. Angststoornissen vallen in een categorie psychische aandoeningen die met therapie en eventuele medicatie goed te behandelen is en met de juiste behandeling is volledige genezing absoluut mogelijk.
Behandeling van een angststoornis. Angststoornissen verdwijnen meestal niet vanzelf, maar je kunt je er goed voor laten behandelen.
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
Een angststoornis wordt in het psychiatrisch handboek DSM-5 als volgt omschreven: A: “Een excessieve angst en bezorgdheid (bange voorgevoelens) die gedurende minstens zes maanden vaker wel dan niet aanwezig zijn en betrekking hebben op een aantal gebeurtenissen of activiteiten.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen. Hiervoor is vervolgonderzoek nodig.”
Het verschil tussen angst en paniek zit in de duur en hevigheid van de aanval. Bij een angstaanval doemt er ineens een onbehaaglijk gevoel op, wat versterkt wordt door de lichamelijke verschijnselen. Echter, dit heftige gevoel zal bij een angstaanval vanzelf wegebben, mogelijk door het rationaliseren van de symptomen.
Sociale fobie is de meest voorkomende angststoornis, en vierde in de rij van de meest voorkomende psychiatrische aandoeningen. Er zal worden ingegaan op het klachtenpatroon, het ontstaan, de oorzaken, de gevolgen en de behandeling van sociale fobie.
Gegeneraliseerde angststoornis
Die lijkt veel op een depressie, maar dan met angstgevoelens, zoals zweten en hartkloppingen. Het verschil met andere angststoornissen is dat de angst er constant is en niet ontstaat door een bepaalde situatie. Deze stoornis begint meestal op latere leeftijd, zo tussen de 50 en 60 jaar.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
De gemiddelde duur van een angststoornis was ruim 15 maanden. Bij mensen die voorafgaand aan hun angststoornis lichamelijk beter functioneerden duurde de angst korter. De angststoornis duurde langer naarmate men ouder was, geen betaalde baan had, en emotioneel instabieler was.
Een angststoornis begint vaak na een ingrijpende gebeurtenis, zoals een sterfgeval, ernstige ziekte, verhuizing of ontslag. Maar ook leuke dingen zoals een huwelijk of de geboorte van een kind kunnen de aanleiding zijn voor een angststoornis.
Bij een angst- en piekerstoornis werkt cognitieve gedragstherapie het beste.
Medicijnen tegen angst (antidepressiva) beïnvloeden het evenwicht tussen bepaalde stoffen in de hersenen. Daardoor kunnen angstklachten verminderen. Medicijnen tegen angst kunnen ook goed werken tegen een depressie, vooral bij ernstige klachten.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
In veel gevallen ontstaat een angststoornis al in de kindertijd. Sommige kinderen groeien eroverheen, anderen niet. In dergelijke gevallen is het mogelijk om nog jarenlang last te houden van de angststoornis, als deze niet wordt behandelt. De oorzaak van het ontstaan van een angststoornis verschilt per persoon.
Iedereen is wel eens ongerust, maar als de angst zo constant is dat het u in uw functioneren hindert en u daardoor niet meer kunt genieten van het leven, hebt u wellicht een chronische angststoornis. Als u voortdurend zenuwachtig of gespannen bent, wordt het normale leven moeilijk en is ontspanning zowat onmogelijk.