ADHD staat voor 'Attention Deficit Hyperactivity Disorder'. In het Nederlands spreekt men wel van 'aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit'. In de DSM-5 valt ADHD onder de neurobiologische ontwikkelingsstoornissen.
ADHD wordt in de DSM-5 tot de neurobiologische ontwikkelingsstoornissen gerekend en verwijst naar een hardnekkig patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat het dagelijkse functioneren of de ontwikkeling in significante mate belemmert.
Wat is het? ADHD is een veelvoorkomende psychiatrische aandoening die gekenmerkt wordt door een overmatige beweeglijkheid (hyperactiviteit), concentratiestoornissen, impulsief gedrag en onoplettendheid.
1. Wat is ADHD? Het gedrag van kinderen, jongeren (en volwassenen) met Attention Deficit Hyperkinetic Disorder (ADHD) wordt door hun omgeving in meer of mindere mate ervaren en beschreven als drukker, overbeweeglijk, impulsiever, ongehoorzamer.
Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) en Autisme Spectrum Disorder (ASD) zijn chronische neurologische aandoeningen met een sterke erfelijke component. Beide aandoeningen komen vrij vaak voor. Zo heeft ruim vijf procent van de kinderen en bijna drie procent van de volwassenen ADHD.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
ADHD is een psychische stoornis die begint in de jeugd en die vaak persisteert tot in de volwassenheid. De kernsymptomen van ADHD zijn: aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit.
Als je lang rondloopt met ADHD zonder er hulp bij te krijgen, zou dit zelfs kunnen leiden tot een burn-out of andere psychische klachten. ADHD is een aandachtstekortstoornis of hyperactiviteitstoornis. Iemand met ADHD is vaak hyperactief, impulsief en heeft concentratieproblemen.
Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD) is één van de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornissen in de kindertijd.
ADHD is geen ziekte, maar slechts een beschrijving van symptomen. Een kind dat hyperactief is, niet luistert, zich slecht kan concentreren, makkelijk is afgeleid, altijd alles kwijt is, vergeetachtig is, er alles uitflapt, nauwelijks stil kan zitten en moeite heeft met details, kán het stempel ADHD krijgen.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
Onderzoekers gaan ervan uit dat ADHD voor ongeveer 80 procent bepaald wordt door erfelijkheid. Er is nog geen specifiek gen voor ADHD ontdekt. Het wordt daarom gezien als een multigenetische aandoening.
In Nederland spreken we meestal van een aandachtstekortstoornis of hyperactiviteitstoornis. Iemand met ADHD is vaak hyperactief, impulsief en heeft problemen met aandacht.
De uitslag van een diagnostisch onderzoek helpt jou en de hulpverlening om de juiste therapie of begeleiding in te zetten. Een onderzoek is zo'n 2 tot 3 jaar geldig en relevant.
Impulsiviteit: eerst doen en dan denken, anderen veelvuldig in de rede vallen, ongeduldig zijn, impulsief geld uitgeven, impulsief relaties en werk betrekkingen beginnen en beëindigen, voor de omgeving onbegrijpelijke beslissingen nemen.
Attention Deficit Hyperactivity Disorder, ook wel ADHD genoemd en in het Nederlands: aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. In het kort uitgelegd is het een stoornis die ervoor zorgt dat je meer informatie opneemt en verwerkt. Prikkels komen intenser binnen en daardoor zijn mensen met ADHD sneller afgeleid.
Meisjes die hyperactief zijn, zijn het gemakkelijkst te herkennen. Ze bewegen veel, zijn onrustig met hun handen en voeten, kunnen niet stil zitten, gedragen zich luidruchtig, onderbreken andere mensen, praten veel en zonder gevoel voor de situatie, dringen zich op en kunnen niet op hun beurt wachten.
ADHD-I (Inattentive): je hebt vooral moeite om je aandacht bij dingen te houden. Je zit vaak in je eigen wereld, voor anderen lijkt het alsof je aan het dagdromen bent. Dit heette vroeger ADD, Attention Deficit Disorder.
Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen; iemand vertoont gedrag dat voortkomt uit een aandoening, zoals autisme, ADHD, een verstandelijke beperking of een persoonlijkheidsstoornis. Een gedragsstoornis kan voorkomen bij kinderen, jongeren en volwassenen.
Het meten van de intelligentie is voor het stellen van een diagnose ADHD niet noodzakelijk, maar kan, op indicatie, wel inzicht geven of er mogelijk sprake is van overvraging of onderstimulering waarmee de ADHD-kenmerken (deels) verklaard kunnen worden.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
ADHD is meestal aangeboren. Dit wil niet zeggen dat een kind geboren wordt met ADHD, maar wel met de aanleg voor ADHD. De aandoening is voor deel erfelijk. Als je ouders of eventuele broers of zussen ook ADHD hebben is er een grote kans dat je zelf ook ADHD hebt.
Dus als je je niet herkent in "druk" zijn kan het toch zijn dat er sprake is van hyperactiviteit. Daarnaast is het zo dat als je ADD hebt (het overwegend onoplettendheidtype), je weinig tot geen hyperactiviteitsklachten zal herkennen, al valt ook dit subtype onder de noemer ADHD.