De huid moet schoon zijn, maar hoeft niet ontsmet te zijn, tenzij dit zo met u is afgesproken. Steek de naald in één beweging in de huidplooi waarbij u de spuit rechtop houdt, de naald moet helemaal in de huid geprikt worden. Druk de spuit rustig leeg, inclusief luchtbelletje (bij een kant-en-klare injectiespuit).
Complicaties/Bijwerkingen
Na het spuiten kan een blauwe plek ontstaan. Deze verdwijnt na enkele dagen. Ontstekingen op de plaats van injectie. Allergische reactie op het toegediende medicijn.
huidplooitechniek. Als de subcutane injectietechniek goed is uitgevoerd, ligt de naald los in het onderhuidse bindweefsel. De spuit kan soepel heen en weer bewogen worden. De loodrechttechniek wordt het vaakst toegepast en heeft de voorkeur, omdat deze techniek eenvoudig is.
Algemene richtlijnen ten aanzien van het subcutaan insuline injecteren: Waar nooit geïnjecteerd mag worden: - In een geopereerde buik of been. - Door vocht gezwollen injectiegebied of trombosegebied.
Bij een onkundige injectietechniek kan de injectievloeistof te diep of juist niet diep genoeg geïnjecteerd worden. Dat kan leiden tot weefselschade of onbedoelde subcutane of intramusculaire injecties.
Bij subcutaan injecteren, kun je verschillende technieken hanteren: huidplooi techniek onder een hoek van 45 tot 60 graden en loodrecht techniek (90 graden) met huidplooi zonder huidplooi. Beide technieken worden in deze cursus behandeld.
De persoon die de injectie ontvangt doet er goed aan de spier te ontspannen. Bij een ontspannen spier voel je niet meer dan een klein prikje. De opnamesnelheid gaat het snelst via de armspier. Via het dijbeen gaat de opname in het bloed iets trager en via de bilspier gaat de opname het langzaamst.
Intracutaan (in de bovenste huidlaag), subcutaan (onderhuids) en intramusculair (in de spieren). Je leert de onderlinge verschillen van injecteren en wanneer deze toegepast worden. Je leert injecties gereed maken voor gebruik en het toedienen.
Check of de vijf basisregels kloppen: juiste cliënt, juiste tijdstip, juiste medicijn, juiste tijdstip, juiste manier van toedienen en juiste dosis; Voorkom als zorgverlener direct huidcontact met het medicijn.
In de armen kan aan de buitenkant van de bovenarmen worden gespoten. In de armen is het onderhuidse vetweefsel niet zo dik. Hier hoeft geen huidplooi genomen te worden. Een juiste keuze van de naaldlengte is dan wel belangrijk.
Aanbevolen naald(en) subcutaan:
De lengte van de naald is afhankelijk van de gebruikte techniek en van de dikte van de huid: Voor loodrechte subcutane injecties: 5 – 12mm. Bruine naald. Voor subcutane injecties (huidplooitechniek): 19 – 32mm.
Als je tijdens het injecteren de in olie opgeloste groeibevorderaar per ongeluk in een ader spuit, loop je het risico op een longembolie; een gedeelte van je longen kan afsterven of nog erger. Een embolie is een verstopping van een bloedvat door een bloedprop, lucht of een stukje weefsel.
Voor loodrechte subcutane injecties gebruikt u een naald van: 5 - 12mm, dit is een bruine naald. Voor subcutane injecties met behulp van de huidplooitechniek gebruikt u een naald van 19 - 32mm. Dit is een blauwe, paarse, oranje of grijze injectienaald.
5 Subcutane injectie
De hoeveelheid te injecteren vloeistof mag nooit meer dan twee milliliter zijn.
Het desinfecteren van de huid voorafgaand aan een s.c. of i.m. injectie bij chirurgische patiënten helpt niet om infecties te voorkomen, en is dan ook niet aanbevolen.
#9: Masseer de huid niet na de injectie
Er zijn aanwijzingen dat masseren van de huid na de injectie de opname van de insuline kan beïnvloeden. Daarom wordt dit afgeraden.
De meest gebruikte techniek voor een intramusculaire injectie is de loodrechttechniek. Hierbij wordt de naald loodrecht op het spierweefsel ingebracht door de strakgetrokken huid heen.
Geschikte injectiegebieden zijn: het gebied naast en onder de navel (ongeveer 2 cm rond de navel vrijlaten), boven/buitenkant het bovenbeen (handbreedte boven de knie vrijlaten), billen (bovenste buitenste deel), bovenarm (buitenste deel). Desinfecteer de huid bij cliënten met een verminderde weerstand.
De rangeer-, Z- of Zig zagtechniek is een andere techniek om loodrecht intramusculair te injecteren. Deze techniek voorkomt terugvloeien en/of irritatie van geïnjecteerde vloeistof in het onderhuidse bindweefsel.
Geschikte injectiegebieden zijn: het gebied naast en onder de navel (ongeveer 2 cm rond de navel vrijlaten), boven/buitenkant het bovenbeen (handbreedte boven de knie vrijlaten), billen (bovenste buitenste deel). Deze geprotocolleerde werkinstructie niet gebruiken voor het injecteren van cytostatica.
Een vlindernaald wordt subcutaan op de buik geplaatst. Het infuus blijkt op deze locatie minder vatbaar te zijn voor accidentele verwijdering en wordt door patiënte met rust gelaten. Zij komt met deze behandeling tot rust en overlijdt in aanwezigheid van haar naaste familie.
Een ander voordeel van injecteren zonder huidplooi is dat je recht in de huid mag injecteren. Bij een huidplooi moet je de naald onder een hoek van 45 graden houden bij het injecteren.Dit is dus schuin in de huid. Dit is bij injecteren in de platte huid meestal niet nodig.