Kanker kan uitzaaien naar de longen. Uitzaaiingen in de longen heten ook wel longuitzaaiingen of longmetastasen. Longuitzaaiingen komen voor bij nierkanker, melanoom en darmkanker, bijvoorbeeld.
De gemiddelde overleving van alle patiënten met een uitzaaiing was 22,5 maanden vanaf diagnose van de uitzaaiing. De driejaarsoverleving van patiënten met een longuitzaaiing was het grootst: 61,5%. Bij leveruitzaaiingen was drie jaar na diagnose nog 50 procent in leven.
U kunt waarschijnlijk niet meer genezen van longkanker als de kanker is uitgezaaid naar een of meer andere plekken in het lichaam. Vaak gebeurt dit in de andere long, hersenen, bijnieren of botten. Als u niet meer beter kunt worden, zijn er soms nog palliatieve behandelingen mogelijk.
Vaak komen uitzaaiingen van darmkanker eerst in de lymfeklieren terecht. Later kunnen ook uitzaaiingen in andere organen ontstaan, bijvoorbeeld in de lever, longen of op het buikvlies.
Kanker kan uitzaaien naar de longen. Uitzaaiingen in de longen heten ook wel longuitzaaiingen of longmetastasen. Longuitzaaiingen komen voor bij nierkanker, melanoom en darmkanker, bijvoorbeeld.
Deze kans is groter bij patiënten met verder uitgebreide ziekte bij eerste diagnose. De uitzaaiingen die werden gevonden zaten voornamelijk in de lever (54%), het buikvlies (36%), de longen (24%) en in de lymfeklieren op afstand (21%).
Specifieke palliatieve behandelingen bij longkanker zijn palliatieve radiotherapie, palliatieve chemotherapie en immunotherapie. Naast fysieke zorg en symptoombestrijding, horen ook het psychologische-, sociale- en zingevingsdomein tot de zorg in de palliatieve fase.
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Mensen met longkanker hebben in het begin vaak onopvallende klachten, zoals veel hoesten of vermoeidheid. Deze klachten komen ook voor bij onschuldige aandoeningen, zoals een griep of verkoudheid. Hierdoor komen mensen vaak laat bij een arts en wordt de diagnose longkanker ook laat gesteld.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Ja dat kan wel, maar helaas maar bij een klein deel van de patiënten. Longkanker wordt vaak pas laat ontdekt en is daardoor moeilijk te genezen. De 5-jaarsoverleving voor longkanker is 27%. Na 10 jaar is nog maar 13% van de mensen in leven.
Longkanker zaait het vaakst uit naar de botten, lever en de andere long.
Zeurende pijn in de borststreek, rug of in het gebied van de schouders. Achteruitgang van de lichamelijke conditie. Dit kan zich uiten in snelle vermoeidheid zonder aanwijsbare reden, gewichtsverlies en/of een gebrek aan eetlust.
Bij stadium 4 zijn er uitzaaiingen in andere organen. Je kunt dan niet meer genezen. Wel kun je nog 1 of meer behandelingen krijgen om de ziekte te remmen en klachten te voorkomen of te verminderen.
Vertel gewoon wat je die week hebt gedaan. Onthoud dat de ander meer is dan alleen zijn of haar ziekte. Praat ook nog wat over andere interesses, of vraag advies over zaken waar de ander veel verstand van heeft. Behandel die zieke niet alsof hij of zij zielig is.
Bij die leeftijdscategorie zouden vooral borstkanker, colorectale kanker, schildklierkanker en nierkanker gediagnosticeerd worden, al zal de colorectale kanker de meeste dodelijke kanker zijn, gevolgd door borstkanker, longkanker en hersenkanker.
Kleincellig. Kleincellige longkanker groeit sneller en zaait makkelijk uit. Als kleincellige longkanker ontdekt wordt, heeft iemand vaak al uitzaaiingen. Ongeveer 1 op de 5 patiënten heeft deze agressieve vorm.
Dat heeft te maken met de belasting van de tumor op het lichaam als geheel. Het delen van de cellen, het groeien en uitzaaien kost heel veel energie. Uiteindelijk ga je je eigen cellen afbreken om genoeg energie te kunnen leveren. Dat is funest voor je afweersysteem, waardoor je aan een simpel virus al kunt overlijden.
Omdat het bloed zich meer en meer terugtrekt naar de borst- en buikholte, kunnen handen, armen, voeten, benen en neus koud aanvoelen. Op de benen kunnen paarsblauwe vlekken ontstaan. De gelaatskleur wordt grauw en bij de laatste ademtocht trekt de kleur helemaal uit het gezicht weg ('doods - bleek').
Over het algemeen gaan patiënten langzaam achteruit. Ze komen steeds minder uit bed, slapen een steeds groter deel van de dag en zijn de laatste uren tot dagen nauwelijks meer aanspreekbaar. Uiteindelijk glijden ze rustig weg. Wie in de allerlaatste fase veel klachten ervaart, kan ook kiezen voor palliatieve sedatie.
De klachten die uitzaaiingen in de longen geven zijn vaak beperkt en onopvallend, denk aan hoesten en kortademigheid, of het ophoesten van bloed. Hierdoor kan het enige tijd duren voordat de uitzaaiingen worden ontdekt.
“Niet voor niets hanteren artsen de 'regel van 10': werd er bijvoorbeeld darmkanker vastgesteld bij je moeder op haar 52ste, dan is het raadzaam dat jij je laat testen op je 42ste. Al mag dat al vroeger.”