Als je een straat over wilt steken zonder zebrapad, stop dan altijd bij de rand van de stoep. Kijk naar links, dan naar rechts en dan weer naar links. Als er geen verkeer aan komt, dan mag je oversteken. Je kunt veilig een straat oversteken bij een een voetgangerslicht.
Dit zegt de wet: Weggebruikers: voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, van een motorvoertuig of van een tram, ruiters, geleiders van rij- of trekdieren of vee, bestuurders van een bespannen of onbespannen wagen. Passagiers zijn geen weggebruikers.
De wet geeft aan: 'Als er geen trottoir of fietspad is, gebruiken voetgangers de berm of de uiterste zijde van de rijbaan'. De wet schrijft niet voor of zij links of rechts van de rijbaan moeten lopen. Ook wie voor wie aan de kant moet, is niet voorgeschreven.
Als u binnen twintig meter afstand van een zebrapad bent, moet u dat gebruiken om de straat over te steken. Voor u de straat oversteekt, moet u er zeker van zijn dat er geen verkeer aankomt of dat u veilig kunt oversteken zonder het verkeer nodeloos te hinderen. U moet altijd voorrang verlenen aan tram en trein.
Een veilige oversteekplaats zorgt ervoor dat de aandacht van automobilisten op het juiste moment naar de juiste plaats getrokken wordt. Dat betekent dat met behulp van bijvoorbeeld ledverlichting de aandacht wordt gevestigd op overstekende fietsers en voetgangers.
Maar ben je ook verplicht om links op de weg te wandelen? Het antwoord is kort en duidelijk: ja. Je moet aan de linkerkant van de rijbaan wandelen in de door jou gevolgde richting wanneer er geen voetpad of bewandelbare berm aanwezig is. Is die wel aanwezig, dan mag je uiteraard niet op de rijbaan lopen.
Bestuurders moeten voetgangers op of voor een zebrapad die op punt staan over te steken, voor laten gaan. Is er geen oversteekplaats, dan zijn bestuurders niet verplicht je voor te laten gaan. Uitzondering hierop zijn blinden en slechtzienden met een blindengeleidestok en personen die zich moeilijk voortbewegen.
In de regel heeft de voetganger voorrang aan een zebrapad. Als automobilist of fietser moet je dus stoppen voor een voetganger die het zebrapad aan het oversteken is of die voornemens is dat over te steken. Dit geldt niet als een fietser het zebrapad wil oversteken, tenzij hij de fiets aan de hand heeft.
Normaal hebben voetgangers geen voorrang. Als een voetganger bij een zebrapad staat moeten de bestuurders hun wel voorrang geven om over te steken. voorrangsregels voetgangers hebben ook voorkeur in situaties waarbij de bestuurders moeten afslaan.
Vroeger was het voor wandelaars verplicht om buiten de bebouwde kom links van de weg te lopen. Op die manier konden ze auto's namelijk beter zien aankomen. In het verkeersreglement van 1991 komt deze verplichting echter niet meer voor. Dit betekent dat je tegenwoordig zelf mag kiezen aan welke kant van de weg je loopt.
Veilig Verkeer Nederland adviseert om over het algemeen links van de weg te lopen. U kunt tegemoetkomend verkeer dan zien aankomen en u kunt dan beter reageren op eventuele onveilige situaties.
Voorrangsregels gelden bij kruispunten alleen voor bestuurders en niet voor voetgangers. Een gelijkwaardig kruispunt heeft geen verkeersborden of tekens. Verkeer van rechts gaat voor.
Iemand die met een paard of een pony loopt, is een bestuurder. ders, maar onder de categorie voetgangers. de hand is geen bestuurder, maar een voetganger. is van een dubbele bediening, valt onder de categorie bestuurders.
Met skates, skeelers, inlineskates, rolschaatsen, een step of een skateboard bent u voor de wet een voetganger. U moet zich dus houden aan de verkeersregels voor voetgangers.
Neen. Als fietser heb je geen voorrang op een zebrapad. Wil je toch genieten van deze voorrang, stap af en steek de straat te voet over. Wil je over het zebrapad fietsen, wacht totdat je op een veilige manier kan oversteken zonder hierdoor andere weggebruikers te hinderen.
In de wet staat dat het verboden is vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats in te halen. Ben je gestopt voor een voetganger, observeer dan altijd het achteropkomende verkeer. Zij mogen jou niet inhalen. Fietsers en bromfietsers halen vaak nog in wanneer je stopt voor een voetganger.
Op de rijbaan mag je niet stilstaan of parkeren op een zebrapad. Dat verbod geldt ook op minder dan 5 meter voor het zebrapad. Voorbij het zebrapad mag je wel stilstaan en parkeren.
Inmiddels is de wet al weer jaren terug veranderd. Fietsers worden nu, net als auto's en scooters door de wet aangezien als 'bestuurders'. Zij zijn wat betreft de voorrangregels gelijk gesteld met motorvoertuigen. Een auto van links moet een fietser van rechts voorrang verlenen.
Ben je op een doorgaande weg dan moet je het ander verkeer voorrang verlenen. Rechtdoor wordt niet gerekend als bijzondere verrichting. Zo is afslaan, stilstaan, parkeren, achteruit rijden of invoegen ook geen bijzondere verrichting. Degene die wel bijzondere verrichtingen doen moet het overige verkeer voor laten gaan.
Veel mensen zullen niet eens weten wat een uitritconstructie eigenlijk is, al komen ze er dagelijks over. En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
U herkent een 'verplicht fietspad' aan een blauw, rond bord met daarop een witte fiets. Het bord verplicht fietspad betekent dat de bromfietser op de rijbaan moet rijden. Brommers met een geel kenteken mogen wel rijden op een 'verplicht fiets- /bromfietspad'.
Onder bestuurders vallen alle weggebruikers behalve voetgangers. Concreet betekent dit dat fietsverkeer hier wel voorrang heeft en voetgangers dus niet.
Fietsers moeten rechts (in hun rijrichting) op de rijbaan rijden, zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan.