Denk hierbij aan stootwillen, landvasten en ankers. De stootwillen zorgen ervoor dat uw boot geen schade oploopt wanneer u tegen het wal aan vaart. Een landvast is een stuk touw waarmee u uw boot strak kunt vastleggen. Het voordeel aan een anker is dat u uw boot ook kunt vastzetten zonder dat er een wal in de buurt is.
Het afmeren (ook: aanmeren) van een schip is het vastmaken van een schip aan een vast object zoals een kade of pier, aan de zeebodem, of aan een drijvend object zoals een afmeerboei. Een locatie waar een schip afmeert, wordt meestal een aanlegplaats genoemd.
U legt het oog van een tros om de middenbolder. Vervolgens legt u de lijn over een bevestigingspunt aan de wal en slaat deze met een paar slagen om de bolder van uw schip. Geeft u weinig gas vooruit wordt deze lijn een voorspring en komt zowel het voorschip als achterschip tegen de wal.
Of je officieel op een jachthaven mag wonen is afhankelijk van de bestemming van de jachthaven. Als de bestemming “wonen” is, mag je legaal op de jachthaven verblijven. Je bent dan ook in bezit van een officieel woonadres. Als de bestemming “recreatie” is, mag je officieel niet wonen op de jachthaven.
Gemiddeld kost een ligplaats in de haven jaarlijks tussen de 1000€ en 2500€ per jaar, afhankelijk van de grootte van de boot en wat er met de boot gebeurt in de winter (blijft in het water of stalling op het droogdok). Gemiddeld komt de prijs op een jaar neer op een 1500€/jaar, dit is voor een winter- en zomerseizoen.
Een wurgsteek is een knoop waarmee een lijn aan een paal of iets dergelijks bevestigd kan worden. De knoop lijkt enigszins op de mastworp, maar kenmerkend voor deze knoop is dat hij zichzelf steeds verder vast trekt.
Door die wielwerking is recht achteruit varen met veel schepen lastig en soms zelfs onmogelijk. Maar gelukkig kun je met wat kunst- en vliegwerk zorgen dat het tóch goed komt. Ook als je geen boeg- of hekschroef hebt. Achteruit varen met een links draaiende schroef: weinig gas geven, met het roer naar bakboord.
Het is allebei goed. Aanmeren en afmeren betekenen allebei 'een schip vastleggen aan de wal, aan een kade, steiger, enz.
De manier van aankomen is onder andere afhankelijk of je aan de wal, kant, box of steiger wil aanmeren. Daarnaast hangt het af van de windrichting, het type boot en de ruimte die je om je heen hebt. Onder andere de volgorde van het vastleggen van je de landvasten, de trossen en springen hangt hier van af.
Elke schipper wacht op zijn beurt en vaart de sluis in op volgorde van aankomst. Inhalen is verboden bij het naderen van een wachtplaats. Vaar met lage snelheid zo ver mogelijk door naar voren in de sluis en sluit goed aan op de boot voor u. Zo hoeft u in de sluis niet om elkaar heen te varen.
Wanneer je weinig gas vooruit geeft wordt de lijn een voorspring en komt het voorschip en het achterschip beide tegen de wal aan. Wanneer je weinig gas achteruit geeft wordt deze lijn een achterspring.
Wist je dat je op een boot geen slaapkamer hebt, maar een hut? En de keuken noem je een kombuis.
Je kijkt vanuit de achterkant van je schip naar voren, dan is de linkerkant van je schip de bakboordzijde. Je kijkt vanuit de achterkant van je schip naar voren, dan is de rechterkant van je schip de stuurboordzijde.
Een platte achterkant van een boot of een schip noemt men de spiegel.
Oorsprong. De woorden komen waarschijnlijk uit het Oudnoors, de taal die door de Vikingen werd gesproken. Zij stuurden (stýri = stuur) hun overnaadse houten schepen met een roeiriem die altijd aan het rechterboord (borða = plank) was bevestigd. Dat was dus stuurboord.
Hoe kun je zien of je een linkse of een rechtse schroef hebt? De meeste boten zijn uitgerust met een rechtse schroef. Je kunt zien welke schroef je hebt als je de motor in zijn achteruit zet. Gaat je kont naar bakboord, heb je een rechtse schroef.
Een component van die kracht ligt dus in de richting waarin de boot vaart en zal die dus voortstuwen in die richting. Hoe sneller de boot gaat hoe meer weerstand die zal ondervinden van het water en als die weerstandskracht even groot wordt als de aandrijvende kracht blijft de boot met die snelheid varen.
De schootsteek is een simpele knoop om twee touwen aan elkaar vast te maken. Hij is in principe hetzelfde als de paalsteek, maar er ontstaat geen grote lus. Het is een sterke knoop die niet zal gaan schuiven.
Verbind een touw aan het midden van een ander touw met de magnussteek (rolling hitch). Wikkel het uiteinde van het ene touw twee keer rond de hoofdlijn. Trek hetzelfde uiteinde over de twee wikkelingen en stop het onder de hoofdlijn -- trek door om strak te trekken.
De onderhoudskosten van een zeilboot worden bepaalt door de grote van de boot, type motor, zeil, et cetera. Om wederom een indicatie te krijgen: Voor een open zeilboot zoals een 'Polyvalk', 'Centaur' of 'Randmeer' betaal je ongeveer €250 tot €750 euro per jaar aan onderhoudskosten.
De jaarlijkse kosten voor het hebben van een boot bedragen ongeveer 10% van de waarde van de boot. Hoewel 5 of 6% een realistischer waarde zou kunnen zijn, hangt dit sterk af van de boot, waar en hoe u vaart en hoe u de meerjarige kosten spreidt over de levensduur van de boot.
Kies dan een sloep die ook weinig tijd kost. Een houten sloep is natuurlijk prachtig, maar kost veel tijd aan onderhoud. Een polyester sloep, met een recente motor, daarentegen is direct vaarklaar en is nagenoeg onderhoudsvrij.