De honingbij komt overal voor waar bloeiende planten groeien die afhankelijk zijn van de bestuiving door dieren. Dit is zelfs om te draaien; van bestuiving afhankelijke planten kunnen niet overleven in streken waar geen insecten zoals bijen kunnen leven.
Biologie
Tegenwoordig zijn er circa 20.000 bijensoorten beschreven, hoewel het eigenlijke aantal waarschijnlijk hoger ligt. Bijen komen voor op ieder continent, met uitzondering van Antarctica, in alle ecosystemen waarin tweezaadlobbige planten groeien.
De beste bijenplanten hebben open bloemen met veel nectar en stuifmeel. Bijen zijn bijvoorbeeld verzot op kattenkruid, en hommels op vingerhoedskruid. Ook kruiden zijn een geweldige voedselbron, vooral de bloemen van bieslook, rozemarijn, tijm, salie en pimpernel.
Zonnige, niet vol begroeide plekjes zijn favoriet voor bijen die in de grond nestelen. Laat in de winter ook wat uitgebloeide planten staan. Zet een schoteltje leem neer voor metselbijen. Je kunt de bijen ook helpen met een nestkast, beter bekend als een bijenhotel.
Honingbijen in de winter. Honingbijen overwinteren in hun bijenkast. Als de temperatuur te laag wordt om te vliegen vormen ze een wintertros. De bijen zitten dicht op elkaar en houden zich op deze manier warm.
Maar in de maanden oktober tot en met februari is het hard werken geblazen om te overleven. Waar bijen in de zomer allemaal een eigen taak hebben, van het schoonmaken van de raten, het halen van nectar en het voeren van jonge bijen, gebeurt er in de winter niet zoveel in de bijenkast.
Sommigen vliegen naar het warme zuiden, anderen overwinteren als ei of als larve. Ook zijn er insecten, waaronder bijen, die overwinteren als volwassen insect. Ze trekken zich terug in dicht struikgewas, in holtes van bomen of in holletjes onder de grond.
Wil je bijen een warm welkom heten in je tuin, dan kan je een paar dingen doen om het ze zo gemakkelijk mogelijk te maken. Zo kan je bijen aantrekken met planten zoals lavendel, bieslook, hemelsleutel, salie en vingerhoedskruid. Onthoud dat bijen vooral gek zijn op gele, witte, blauwe en paarse bloemen.
In Oost-Azië hebben honingbijen voortdurend te maken met aanvallen van een formidabele vijand: reuzenhoornaars. Deze roofwespen stortten zich meestal op afzonderlijke bijen maar voeren ook groepsaanvallen op hele bijenkorven uit.
Wegjagen. In plaats van de bijen en wespen lokken naar een andere plek, kun je ze ook juist wegjagen van de plek waar je ze niet wil hebben. Dit kun je doen door gebruik te maken van bepaalde geuren. Zo houden ze niet van koffie, ui, kruidnagel, azijn en wierook.
Bijen zijn in het voorjaar en de zomer het meest actief, maar in het najaar en de winter hebben ze nog steeds voedsel nodig. Lok ze daarom gedurende het hele jaar naar jouw tuin, balkon of terras met hun favoriete bloemen en planten.
In het algemeen kun je stellen dat bijen rust nodig hebben. Ook voor geuren zijn ze erg gevoelig. Mijd vreemde luchtjes zoals shampoo, eau de cologne of parfum in de buurt van een bijenkast. Ook de geur van alcohol kan de agressie van bijen opwek-ken, net als een overdadige transpiratielucht.
Mensen zien het kortgolvende ultraviolet niet, bijen wel. Bijen verschillen onderling in voorkeur voor kleuren. Zo vinden honingbijen UV licht aantrekkelijk, de kleuren blauw en groen minder. Het blauwpaarse gebied is voor hommels weer aantrekkelijk.
De taak van de koningin is het leggen van eitjes en rusten. Ze hoeft niet zelf naar eten te zoeken, dat doen de werksters wel voor haar.
Waar maken ze hun nest? Veel soorten nestelen in de grond, daarvoor hebben ze wel een beetje kale grond nodig.Andere soorten maken hun nest in gangen in hout of in holle stengels. Er zijn bijen die de binnenkant van hun nest bekleden met stukjes blad of wol van plantenharen.
Tijdens de bruidsvlucht weten de bijen in de kast dat de koningin weg is. Veel bijen verzamelen zich op de voorkant van de kast en beginnen daar te stertselen. Ze brengen zo de lichaamsgeur van de imme in de lucht. De geurstraat die zo ontstaat, helpt de koningin om haar volk weer terug te vinden.
Honing is voor bijen hun noodvoorraad, waarvoor ze hard moeten werken.Ze leggen dit aan om de winter door te komen. Ze maken zelfs iets meer honing dan nodig is voor de winter, omdat honing soms gejat wordt door andere insecten, bepaalde vogels of zoogdieren.
De meeste mensen zien de uitwerpselen van bijen zelden en ze vragen zich af hoe de uitwerpselen van bijen eruit zien. Er gaan geruchten dat stuifmeel en honing de poep van deze bijen zijn. Deze stelling is helemaal fout.
Nectar: volwassen bijen
Volwassen bijen hebben vooral suikers nodig als brandstof om in beweging te kunnen blijven. Zowel vrouwtjes- als mannetjesbijen drinken daarom nectar. Ze zijn meestal niet zo kieskeurig in de bloemen die ze hiervoor bezoeken.
Ze zorgen voor de bestuiving van meidoorn, sleedoorn en andere struiken en bomen met vruchten. Zonder vruchten ontstaan er geen zaden en zonder zaden komen er geen nieuwe planten. Wie een tuin of balkon heeft, kan helpen om het voor bijen gemakkelijker te maken om voldoende voedsel en schuilplekken te vinden.
Soorten bloemen en planten voor een bijen- en vlindertuin
Een bloemenweide, bloembollen en vaste bloeiers zijn zeer geschikt om bijen, hommels en vlinders naar je tuin te lokken. Ook bepaalde bomen en hagen zijn aantrekkelijk. Er zijn heel veel soorten bloemen en planten geschikt voor bijen en vlinders.
Een volwassen bij leeft meestal slechts enkele weken. De rest van het jaar zijn de bijen alleen in andere levensstadia (larve, pop) aanwezig, zoals hierboven beschreven. Uitzonderingen zijn hommels en sommige groefbijen, waarvan bevruchte vrouwtjes overwinteren en zo wel een half jaar oud kunnen worden.
En onthouden de route ook nog. Die honingbijen zijn slimme beestjes. Ze weten moeiteloos de weg terug naar huis te vinden doordat ze onthouden over welke wegen, kanalen of sloten ze vliegen.
Meestal van korte duur. De plotselinge aanwezigheid van een bijenvolk kan even schrikken zijn, maar het goede nieuws is dat bijen meestal niet langer dan één of enkele dagen op een vaste plek blijven zitten. Wacht dus eerst af tot ze weer vertrekken. Als de overlast ernstige vormen aanneemt, dan kunt u een imker bellen ...