Mensen met dyslexie zijn over het algemeen goed in het waarnemen van de dingen in hun omgeving, het zien van grote gehelen maar ook van details die anderen niet altijd opvallen. De meeste dyslectici denken ook op een sterk visuele (en minder talige) manier.
Kinderen met dyslexie zijn vaak creatief van aard. Dat blijkt uit dit onderzoek (Tafti et al., 2009). Hun algehele creativiteit is groter, maar ook hun vermogen tot creatief denken. Dyslectische kinderen komen daardoor sneller tot vindingrijke oplossingen voor problemen.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Vaak vrezen ouders dat een dyslexiediagnose aangeeft dat hun kind minder intelligent is dan leeftijdsgenoten. Toch is dyslexie niet exclusief voor een bepaald intelligentieniveau; het kan individuen treffen met een gemiddeld, bovengemiddeld en hoogbegaafd intellect.
Neurodivergent is geen synoniem voor autisme. Er zijn immers talloze manieren om neurodivergent te zijn. Autisme is er slechts een voorbeeld van zoals ook ADHD, dyslexie, dyscalculie, obsessief compulsieve stoornis, epilepsie of het syndroom van Down.
Dyslexie beïnvloedt vaak het functioneren van gesproken taal . Getroffen personen kunnen moeite hebben met het vinden van de juiste woorden, kunnen stotteren of kunnen pauzeren voordat ze directe vragen beantwoorden. Dit brengt hen in het nadeel als ze de adolescentie ingaan, wanneer taal centraler wordt in hun relaties met leeftijdsgenoten.
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
Een van de meest voordelige kwaliteiten van veel dyslectische mensen is hun vermogen om out of the box te denken . Ze komen met uitstekende, onorthodoxe ideeën die niet alleen fris zijn, maar ook lucratief. Kritische denkers: Een andere eigenschap die sommige dyslectici bezitten, is hun vermogen om logisch te redeneren.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Veel mensen met dyslexie in hun kindertijd worden echter uiteindelijk bekwame lezers . Ook al kan het pad naar het verwerven van leesvaardigheden vertraagd zijn, leesbegripvaardigheden kunnen in de volwassenheid ver bovengemiddeld zijn en veel dyslectici volgen met succes hoger onderwijs en behalen geavanceerde graden.
Dit betekent dat neurotypische mensen sterk zijn in analyse, taal en cijfers (wat zich in de linkerhersenhelft bevindt), terwijl dyslectische mensen sterk zijn in creativiteit, probleemoplossing, ideeën en intuïtie ( wat zich in de rechterhersenhelft bevindt).
De meeste dyslectische kinderen hebben sterke visuele en ruimtelijk redeneervaardigheden. Hierdoor begrijpen ze wiskundige concepten die via manipulatieve of visuele strategieën worden aangeleerd, doorgaans beter . Problemen met het begrijpen van concepten als tijd en volgorde kunnen echter nog steeds een barrière vormen.
Er is niet één enkel "dyslexie-gen"; momenteel zijn er meer dan 40 genen gekoppeld aan dyslexie, elk waarschijnlijk met een klein effect op zichzelf. Er is in geval van dyslexie geen enkel "dominant" of "recessief" gen.
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
In feite kunnen mensen met dyslexie, ondanks hun leesvermogen, een scala aan intellectuele capaciteiten hebben. De meesten hebben een gemiddeld tot bovengemiddeld IQ , en net als de algemene bevolking hebben sommigen superieure tot zeer superieure scores. Dus onze kinderen lijken niet alleen slim. Ze *zijn* slim.
Intelligentie. Zoals in de definitie van dyslexie wordt beschreven (BVRD, 2021), gaat het om een specifieke leerstoornis die niet het gevolg is van een algemene verstandelijke beperking.
Dyslectische mensen moeten echter harder werken dan anderen om dagelijkse uitdagingen te overwinnen. Onze hersenen werken harder als ze al een verminderd verwerkingsvermogen hebben en dit kan ons fysiek en mentaal uitgeput achterlaten .
Positieve kanten van dyslexie
Zo zijn mensen met dyslexie vaak erg goed in visuele verwerking. Ook zijn hun visueel-analytische vaardigheden vaak sterk ontwikkeld. Ze zien bijvoorbeeld hoe iets is opgebouwd (een gebouw of een wiskundig probleem). Ook zijn ze over het algemeen goed in driedimensionaal denken.
Mensen met dyslexie denken out of the box .
Een beschrijving die we vaak horen is dat je het hele bos ziet, en dan de individuele bomen, in plaats van dat je eerst de bomen ziet zoals de meeste mensen. Vanuit dit andere gezichtspunt zal iemand met deze aandoening vaak een innovatieve oplossing voor elk probleem bedenken.
Welk deel van het brein is verantwoordelijk voor dyslexie? Onderzoekers denken dat genetisch afgeleide verschillen in de hersenen van mensen met dyslexie kunnen bijdragen aan de aandoening. Maar er is niet één specifiek deel van de hersenen dat de aandoening veroorzaakt.
In beide gevallen zijn er problemen met het taalsysteem. Bij autisme gaat het meer om het niet begrijpen van sociale signalen, wat resulteert in ongemakkelijke reacties, terwijl het bij dyslexie meer een worsteling is om woorden, hun klanken en betekenissen te decoderen en samen te voegen. Autisme kan in ernst variëren.
Bij mensen met dyslexie werken sommige kleine gebieden in de hersenen werken minder goed samen. De verbindingen zijn anders en het duurt langer voordat er een goede en stevige verbinding is aangelegd. Het is daardoor moeilijker om letters aan klanken te koppelen.