Toepassingsgebied. Dit reglement geldt voor het verkeer op de openbare weg en het gebruik ervan, door voetgangers, voertuigen, trek-, last- of rijdieren en vee. Spoorvoertuigen die van de openbare weg gebruik maken, vallen niet onder de toepassing van dit reglement.
Het is verboden op de openbare weg motorvoertuigen die niet meer kunnen rijden en aanhangwagens langer dan vierentwintig uur na elkaar te parkeren.
Openbare parkings fungeren als openbare weg. Daar kan de politie dus wel gemakkelijk boetes of andere sancties uitdelen.
Basisregel: De voetgangers moeten de trottoirs, de delen van de openbare weg voor hen voorbehouden door het verkeersbord D9 of D10, of de begaanbare verhoogde bermen volgen en, zo er geen zijn, de begaanbare gelijkgrondse bermen.
Om er zeker van te zijn dat zij steeds op een comfortabele manier kunnen parkeren, voorziet u in een bord met de melding “private parking” of “voorbehouden aan het cliënteel”.
Een boete voor parkeren op uw eigen terrein, of de buurman die parkeert op uw parkeerplaats? Het is allemaal mogelijk als u niet oppast. Particulier eigendom kan openbaar zijn en op privéterrein kunnen gewone verkeersregels gelden!
Een gemeenteweg is een openbare weg die de gemeente beheert ongeacht de eigenaar van de grond. Privé-wegen zijn wegen die niet openstaan voor het publiek.
De wet schrijft niet voor of zij links of rechts van de rijbaan moeten lopen. Ook wie voor wie aan de kant moet, is niet voorgeschreven. Het voordeel van links lopen is dat u het verkeer aan uw kant ziet naderen. U kunt dus uitwijken naar de berm als dat nodig is.
Maar ben je ook verplicht om links op de weg te wandelen? Het antwoord is kort en duidelijk: ja. Je moet aan de linkerkant van de rijbaan wandelen in de door jou gevolgde richting wanneer er geen voetpad of bewandelbare berm aanwezig is. Is die wel aanwezig, dan mag je uiteraard niet op de rijbaan lopen.
De algemene regels. Stilstaan en parkeren doe je in principe op een parkeerstrook of als er een berm is, op die berm. Binnen de bebouwde kom mag je niet parkeren op de verhoogde berm, het mag enkel op de gelijkgrondse berm.
De regels voor parkeren buiten de bebouwde kom
Buiten de bebouwde kom mag je niet parkeren op de rijbaan van een voorrangsweg. Op andere wegen mag dit wel, tenzij anders aangegeven. Ook mag je in de berm parkeren. In al deze situaties mag je het verkeer niet hinderen.
Een privé parking
Leef je die niet na en veroorzaak je daardoor een ongeval, dan ben je daarvoor aansprakelijk. Werd er geen signalisatie aangebracht dan wordt bij een discussie over de aansprakelijkheid voor een ongeval vaak het criterium van een normale, voorzichtige bestuurder gebruikt.
Wanneer is er sprake van gevaar of hinder bij parkeren? Een voertuig zodanig op de weg laten staan dat gevaar of hinder wordt of kan worden veroorzaakt of verkeer in gevaar wordt gebracht of kan worden gebracht. Daarbij kan het gaan om gevaar voor personen en goederen.
8 uur binnen de bebouwde kom:
Binnen de bebouwde kom is het verboden op de openbare weg auto's, slepen en aanhangwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 7,5 ton langer dan acht uur na elkaar te laten parkeren. Dit verbod geldt niet op de plaatsen waar het verkeersbord E9a, E9c of E9d is aangebracht.
Bij kruispunten, een kruising of splitsing van wegen mag tot op een afstand van 5 meter niet geparkeerd worden, in de bocht van een doorgaande weg mag dit in beginsel wel. Op grond van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 is het echter een ieder verboden zich zo te gedragen dat een gevaar of hinder veroorzaakt kan worden.
Wie gebruik maakt van een vrijliggend fietspad kan het beste met de rijrichting van de fietsers meelopen (rechts). Wie toch gebruik maakt van een weg zonder fiets- of voetpad moet zelf inschatten aan welke kant van de weg het veiligst gelopen kan worden.
Vroeger was het voor wandelaars verplicht om buiten de bebouwde kom links van de weg te lopen. Op die manier konden ze auto's namelijk beter zien aankomen. In het verkeersreglement van 1991 komt deze verplichting echter niet meer voor. Dit betekent dat je tegenwoordig zelf mag kiezen aan welke kant van de weg je loopt.
Fietsers moeten rechts (in hun rijrichting) op de rijbaan rijden, zo dicht mogelijk bij de rechterrand van de rijbaan.
“Er geldt een aantal basisregels in het verkeer. Zo moeten voetgangers gebruikmaken van een trottoir of voetpad. Als dit niet beschikbaar is, mag er op het (brom-)fietspad gelopen worden. Ontbreekt ook een fietspad, dan mag de voetganger gebruikmaken van de berm of de uiterste zijde van de rijbaan.
De openbare weg is precies wat het zegt: weg die voor iedereen openbaar is. Daaronder vallen autowegen en fietspaden, maar ook bermen en trottoirs. Dat wil dus zeggen dat alleen wegen en paden op eigen terrein niet onder de openbare weg vallen.
Veilig Verkeer Nederland adviseert om over het algemeen links van de weg te lopen. U kunt tegemoetkomend verkeer dan zien aankomen en u kunt dan beter reageren op eventuele onveilige situaties.
Een weg wordt openbaar als een weg (artikel 4 Wegenwet): 30 achtereenvolgende jaren voor een ieder toegankelijk is geweest; als een overheid het onderhoud daarvan doet, gedurende 10 jaren voor iedereen toegankelijk is geweest; als de rechthebbende daaraan de bestemming van openbare weg heeft gegeven.
Wegen die beheerd worden door het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) worden aangeduid door een wegnummer met een letter die het soort weg aangeeft: A voor autosnelweg, R voor ringweg en N voor gewestweg. Ook zijn er Europese nummers (E).
De verschillende wegen in Nederland zijn rijkswegen, provinciale wegen, lokale wegen en waterschapswegen. De wegbeheerders in Nederland zijn Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen.