De economische verhoudingen tussen de EU-landen en de Verenigde Staten is een bepalende factor van de waarde van de euro. De Amerikaanse economie en de Europese economie hebben een directe invloed op de waarde van de euro.
In 1992 werd in Maastricht door de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap besloten tot invoering van de euro in de deelnemende landen. Hierbij zou de waarde van 1 euro gelijk zijn aan 1 ECU. Sinds 4 januari 1999 worden de koersen van aandelen, obligaties en opties aan de beurs in euro's weergegeven.
Op 1 januari 2002 kwamen in alle 12 eurolanden de eurobankbiljetten en -munten in omloop (E-day). Gedurende een beperkte periode (vier weken) kon zowel met guldens als met euro's contant worden betaald.Alle bank- en girorekeningen zijn (gratis en automatisch) omgezet in euro's.
Symbool. De naam "euro" is in 1995 gekozen op een bijeenkomst van de Europese Raad in Madrid. Het euroteken (€) is de Griekse letter epsilon (Є), de eerste letter van het Griekse woord voor "Europa", waarin het horizontale streepje is vervangen door twee parallelle lijnen die voor stabiliteit staan.
Al vanaf september 2001 werden bankbiljetten en munten onder banken en detailhandelaren gedistribueerd om knelpunten in de leverantieketen te voorkomen. Als resultaat daarvan was de euro in de eerste dagen van 2002 bijna overal beschikbaar.
Een gemeenschappelijke Europese munt moest dankzij het grote gebruiksgebied een belangrijke valuta op de wereldmarkt worden. De euro is vergelijkbaar met de dollar en de yen. Dat is gunstig voor de financiële sector en voor het bedrijfsleven in Europa.
In 1992 begonnen de Europese landen een Europese Monetaire Unie. De euro is bedacht en ontwikkeld door de regeringen van verschillende landen, niet door één persoon.
Na tien jaar van voorbereidingen werd op 1 januari 1999 uiteindelijk de euro ingevoerd. De eerste drie jaar ging het nog om een "onzichtbare" valuta die uitsluitend voor boekhoudkundige doeleinden en in het elektronisch betalingsverkeer werd gebruikt.
Het Dollarteken ontstond als afkorting voor de Mexicaanse of Spaanse Peso's of piasters, ofwel Realen van acht. Deze waren tot 1857 een wettig betaalmiddel in de VS. Men schreef hen kort als “Ps” voor Peso's. De P werd gaandeweg een verticale streep met de “S” erdoorheen en zo zou het Dollarteken zijn ontstaan.
Oude valuta Nederland
Op 1 januari 2002 werd de euro ingevoerd. De nieuwe Europese munt verving in de twaalf deelnemende landen de standaard valuta. In Nederland kwam de gulden te vervallen.
Nederland 50 Gulden 1982 'Zonnebloem'
1 gulden is ongeveer 0,45 euro waard en kan nog tot 2032 worden ingeleverd bij De Nederlandsche Bank. Of je de guldens die je nog in een oude sok of een kluis hebt moet inruilen, hangt af van het soort geld.
De euro werd op 1 januari 2002 ingevoerd in Duitsland, Nederland, België, Luxemburg, Frankrijk, Ierland, Finland, Spanje, Oostenrijk, Italië, Portugal en Griekenland. 11 van de toenmalige 14 lidstaten hadden toen de euro ingevoerd. Tegelijkertijd werd de euro in Vaticaanstad, San Marino en Monaco ingevoerd.
Tijdens een top in Madrid in 1995 werd door de Europese Raad besloten dat de Europese munt, naar een Duits voorstel, 'euro' ging heten. In eerdere Verdragen werd nog gebruikt gemaakt van de generieke benaming 'ecu' (European Currency Unit, maar ook in het Frans 'schild').
Nadelen: -Invoering Euro koste veel geld -staat kan niet veel meer investeren. -Grotere landen hebben meer te zeggen dan kleinere landen -geen politieke unie. -werkeloosheid neemt toe.
Op 8 augustus 1786 stemde het Amerikaanse Congress ervoor om de dollar in te voeren als algemene, officiële valuta voor Verenigde Staten. Voor deze invoering werd vaak de Spaanse peso gebruikt, bij gebrek aan genoeg Britse ponden. In de volksmond werd de peso de dollar genoemd.
Het teken voor de Britse pond £ is ontstaan uit het woord libra, weegschaal. Een pond was oorspronkelijk een pond zilver waard.
Het euroteken (€) is het valutateken voor de euromunt. Het is geïnspireerd door de Griekse letter epsilon en verwijst naar de eerste letter van het woord Europa. De twee evenwijdige lijnen symboliseren de stabiliteit van de euro.
Er zijn acht euromunten: 1, 2, 5, 10, 20, 50 eurocent en 1 en 2 euro. Iedere munt heeft een gemeenschappelijke en een nationale zijde.
Eerst was er helemaal geen geld. Mensen deden toen aan ruilhandel. Ze ruilden bijvoorbeeld een brood tegen drie eieren. Later werden goederen betaald met stukjes goud en zilver.
Zout als eerste betaalmiddel
Het eerste echte betaalmiddel was zout. Zout was een kostbaar product omdat er levensmiddelen in bewaard konden worden. In het Romeinse Rijk werden de soldaten dan ook uitbetaald in 'sal', het Latijnse woord voor zout. Aan deze vorm van loon dankt het woord 'salaris' haar bestaan.
Echter Denemarken heeft, na een eerste verworpen referendum om het Verdrag van Maastricht te ratificeren, een aantal clausules (opt-out) op het Verdrag van Maastricht bedongen, zodat de Denen de euro niet hoefden in te voeren als munteenheid. Het land blijft de kroon gebruiken als valuta.