Centraal Afrika en Florida tellen de meeste bliksems. Dat blijkt uit satellietmetingen van de NASA, die wereldwijd in kaart zijn gebracht. Door de warmte stijgt de lucht daar sterk waardoor gemakkelijk buien ontstaan.
Hoe kouder, des te minder onweer. In Groenland onweert het vrijwel nooit. En op de Zuidpool zijn gebieden waar het echt nog nooit heeft geonweerd. In ons land onweert het gemiddeld op 25 tot 30 dagen per jaar.
Het vaakst onweert het Gilze-Rijen (Noord-Brabant), waar gemiddeld 31 onweersdagen per jaar worden genoteerd. Valkenburg (nabij Leiden) is nipt 2e met gemiddeld 30 dagen per jaar onweer. Het is opvallend dat Maastricht juist vrij laag staat met 22 onweersdagen. De Bilt (Utrecht) staat ook hoog met 29 onweersdagen.
In Europa is het onweer het laagst op IJsland en het hoogst in Spanje, Frankrijk, De Alpen en de Balkan. Onderstaande KNMI-kaart geeft een beeld van de grilligheid.
Het Europees grondgebied krijgt gemiddeld 350 dagen per jaar te maken met bliksem. Dat wil zeggen dat er elke dag wel ergens in Europa een blikseminslag is. Augustus blijft in West-Europa de maand met de meeste blikseminslagen.
Volgens de onderzoekers is de kans op een hete zomer in 2022 ruim 70%. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift 'nature'. Eerder voorspelden dezelfde meteorologen al de extreem warme zomer van 2018, 2019 en 2020.
Dat heeft dus te maken met de temperatuurverschillen die nodig zijn om een onweersbui te laten ontstaan. Gedurende de dag kan de zon ervoor zorgen dat het aardoppervlak flink wordt verwarmd en de luchtvochtigheid zodoende stijgt, waardoor het contrast met een koude luchtstroom 's avonds des te groter wordt.
Het zomerhalfjaar telt gemiddeld de meeste ontladingen en inslagen (zo'n 95 procent van het jaartotaal). De winter is de rustigste periode met de minste ontladingen.
Dankzij detectiesystemen die gebruik maken van radiostraling en metingen door satellieten kunnen we bliksem tot op een paar honderd meter nauwkeurig meten. Per jaar zijn er in Nederland gemiddeld zo'n honderd onweersdagen en vijftienduizend bliksemflitsen van wolk tot grond.
Onweerswolken. Elke onweersbui begint als een kleine stapelwolk. Een stapelwolk heeft een bloemkoolachtige structuur, met scherpe omrandingen. Als de stijgende bewegingen sterk genoeg zijn, groeit de stapelwolk uit.
Hoewel Roy Sullivan het tegendeel doet vermoeden is de kans om door een bliksem geraakt te worden eerder klein — ongeveer één op drie miljoen per jaar. En mocht de bliksem dan toch rechtstreeks inslaan, heb je een kans van twee op drie om dit te overleven.
Als de omstandigheden gunstig zijn kan men donder erg ver horen. Wanneer er veel bewolking is, wat vaak het geval is bij een onweer, kan het zijn dat de bliksem van op grote afstand niet zichtbaar is, maar dat wel het geluid van de donder wordt waargenomen. Omgekeerd wordt soms enkel de bliksem gezien.
Reacties. Dat ligt aan de omstandigheden waardoor onweer ontstaat, dat zijn de omstandigheden waardoor je ook regenbuien krijgt. Omdat het toch een heel plaatselijk gebeuren is kan het dus best zo zijn dat je onweer hoort wat wat verder bij je vandaag is en dat het bij jou dus droog blijft (maar elders dus wel regent).
Eén zo'n warmte onweersbui duurt gemiddeld 1/2 tot 1 uur. Maar blijven meestal op één plaats hangen.
Onweer is een weersverschijnsel, het is onderdeel van het weer. Het komt het vaakst voor in de zomer, want voor onweer heb je warmte nodig. Als de temperatuur stijgt kan het heel warm worden. Als er dan koude lucht bij komt, kan er een onweerswolk ontstaan.
Vrijwel alles geleidt stroom beter dan lucht. Daarom wordt bliksem aangetrokken door hoge punten. Verder wordt bliksem aangetrokken door potentiaalverschil (verschil in potentiële energie tussen twee punten).
Zelfs als de bliksem rechtstreeks inslaat, heb je een kans van twee op drie om te overleven. Dat komt omdat de stroom de weg van de kleinste weerstand kiest. Tijdens een onweer regent het meestal fel. De persoon is doorweekt.
Joseph Dwyer, Ningyu Liu en Hamid Rassoul denken dat onweerswolken in staat zijn om behalve 'normale' bliksem ook 'donkere bliksem' te produceren, die weinig licht bevatten, maar des te meer gammastraling. Bij die donkere bliksems komen elektronen en hun antimaterie-partner positronen aan te pas.
Als een boom naast je huis wordt geraakt kan de spanning via de leidingen in de grond, zich naar je huis verplaatsen en slaat door op je elektrische apparaten. Als bliksem thuis inslaat kan er brand ontstaan, muren kunnen scheuren of inzakken.
-Witte bliksem betekent een " droog onweer " zodat er brandgevaar in deze situatie. -Paars/roos bliksems bij de "cumulonimbus pracipitatio", of simpel gezegd buienwolk, betekent veel regen. -Blauwe bliksems treden op in hagel/sneeuwbuien. -Oranje/rood bliksems komt voor in een stoffige atmosfeer.
Bliksem ontstaat ten eerste tussen de aarde en een wolk. In de meeste onweerswolken is er onderin een negatief gebied, de aarde is een positief gebied. Als de spanning echt hoog is, schiet er eerst een soort verkennende flits uit de wolk. Die flits baant zich een gloeiend heet pad door de lucht.
Dit is vaak rond een rivier en dus vragen veel mensen zich af of een rivier invloed heeft op een onweersbui. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) heeft onderzoek gedaan naar dit fenomeen. Wat blijkt: het lijkt misschien zo, maar rivieren hebben geen invloed op onweersbuien!
Donder wordt veroorzaakt doordat de lucht die direct grenst aan de bliksemschicht plotseling zeer sterk wordt verwarmd en daardoor zeer snel uitzet. Deze uitzetting veroorzaakt een geluidsgolf. Het geluid van de donder legt in drie seconden een afstand van ongeveer één kilometer af.
Bij hitte warmt de lucht dicht bij de grond flink op, maar hoog in de lucht is de temperatuur vele malen lager. Op zo'n 10 kilometer hoogte kan het wel -50 graden zijn. Hoe warmer het aan de grond is, hoe meer en hoe hoger de lucht stijgt. Om tot onweer te komen moet de warme lucht tot een kilometer of 12 hoog komen.