Wanneer de zygote in de eileider komt, begint een serie van klievingsdelingen, waarbij de cellen steeds in tweeën worden gesplitst. Van een 2-cellig embryo wordt een 4-cellig embryo gevormd en zo verder.
Celdelingen na de bevruchting van de eicel door een zaadcel waarbij geen groei van de bevruchte eicel plaatsvindt. Klievingsdelingen vinden plaats zolang de bevruchte eicel zich in de eileider bevindt.
Morula is de 2e fase van de embryonale ontwikkeling die begint op de 4e dag. Morula is een embryo in een vroeg stadium dat uit 16 cellen bestaat. In het morula-stadium blijft de cel zich delen, maar het is moeilijk om het aantal oproepen meer te tellen.
Bij de mens wordt een zygote gevormd wanneer een zaadcel en eicel elkaar ontmoeten in de eileider. Snel na de vorming begint de zygote met celdelingen en vormt dan een blastocyste. De bevruchte eicel van een mens wordt van 0 tot 2 weken een zygote genoemd, van 2 tot 8 weken een embryo en van 9 tot 38 weken een foetus.
Wat is een foetus? Foetus is de benaming voor je baby in je buik vanaf het moment dat hij 9 weken oud is totdat hij geboren wordt. In de foetale periode rijpen de organen verder uit, groeit je kindje hard verder, kweekt hij spiertjes en vetlaagjes en wordt alles in zijn lijfje meer op elkaar afgestemd.
Na bestuiving bewegen de spermacellen in de stuifmeelkorrel door de pollenbuis naar de eicel en versmelten de kern van de spermacel en de kern van de eicel met elkaar. Dit is het moment van bevruchting.
Een blastocyst is een embryo dat vijf dagen oud is en al een zekere mate van ontwikkeling heeft doorgemaakt. Men herkent er reeds de cellen die het embryo zelf zullen vormen en de cellen die zullen instaan voor de placenta. Een blastocyst- transfer kan nuttig zijn: bij koppels met meerdere goede embryo's op dag 3.
Een embryo met score A geeft een 'bovengemiddelde kans' op zwangerschap, score B een 'gemiddelde kans', en score C een 'benedengemiddelde kans'. De leeftijd van de vrouw heeft hier ook invloed op; vanaf een leeftijd van 38 jaar is de kans op zwangerschap bij dezelfde score lager.
Voor de terugplaatsing wordt het beste embryo gebruikt. In principe wordt in Nederland 1 embryo teruggeplaatst, ook als je ouder bent dan 38. Pas in een eventuele volgende cyclus worden er maximaal 2 embryo's teruggeplaatst.
Als één zaadcel de eicel is binnengedrongen komt er een laagje om de eicel heen waardoor er geen andere zaadcellen meer bij in kunnen komen. De kern van de zaadcel en de eicel smelten samen, nu heb je een zygote. Na ongeveer 30 uur vinden de eerste delingen plaats, deze worden klievingsdelingen genoemd.
Tijdens de innesteling nestelt de bevruchte eicel zich in je baarmoeder in. De eicel 'boort' zich in je baarmoederwand en groeit vanuit daar verder. Het embryo gaat nu ook het hormoon hCG maken. Vanaf dit moment ben je zwanger.
Voor de ontwikkeling van een gezond kind zijn de eerste twee fasen van de zwangerschap het belangrijkst. Fase 1 is de bevruchting en innesteling in je baarmoeder. Fase 2 zijn de eerste twaalf weken van je zwangerschap. Die periode wordt ook wel 'het eerste trimester' genoemd.
De embryonale fase is een kwetsbare en belangrijke periode voor de ontwikkeling van je kindje. Hierin vindt namelijk de aanleg van de organen plaats en wordt de basis voor de rest van zijn leven gelegd. De term 'embryo' komt van het Oudgriekse woord émbruon, wat ongeboren vrucht betekent.
Een follikel is een met vocht gevuld blaasje. Het vocht bestaat uit hormonen en voedingsstoffen die goed zijn voor de eicel. Door deze 'voeding' kan een eicel zich ontwikkelen tot een rijp eitje. Iedere maand groeien er per eierstok zo'n tien follikels.
Het embryo in ontwikkeling bestaat uit ongeveer 6 tot 8 cellen. Het embryo groeit en ontwikkelt zich tot een morula. De cellen van de morula gaan door met delen en er volgen twee stadia: compactie (dag 4) en cavitatie (dag 4/5), voordat ze zich ontwikkelen tot een blastocyste. De blastocyste begint uit zijn schil te ...
Ivf-traject is zwaar
Het gebruik van hormonen, de punctie, het terugplaatsen van het embryo en de tegenvallers als er geen zwangerschap ontstaat, kunnen zwaar zijn. Daarnaast zijn er ook gezondheidsrisico's voor zowel de vrouw als het kind.
WAAROM MOET IK EEN VOLLE BLAAS HEBBEN TIJDENS DE TERUGPLAATSING? De baarmoeder ligt bij de meeste vrouwen wat naar voren gekanteld en is met een echo via de buik niet zichtbaar. Als de blaas gevuld is kan de baarmoeder beter in beeld worden gebracht tijdens de terugplaatsing.
Het lukt een bevruchte eicel niet altijd om zich in te nestelen. De kans op een succesvolle innesteling is afhankelijk van meerdere factoren zoals gezondheid, leeftijd en stress. Ook gebeurt het regelmatig dat er wel innesteling plaats vindt, maar het toch wordt afgestoten. Dan spreek je van een miskraam.
Op die manier minimaliseren we het risico op een meerlingzwangerschap en de complicaties die daarmee gepaard gaan. Recente studies hebben aangetoond dat het overbrengen van meerdere embryo's tegelijk de kansen op zwangerschap niet vergroot, maar ze in het geval van een abnormale immuunrespons zelfs kan verkleinen.
Het vermogen van het menselijk embryo om zich in te nestelen, is namelijk vrij zwak. Men vindt weinig redenen waarom de innesteling mislukt. Dat kan te maken hebben met anatomische factoren in de baarmoederholte of met immunologische factoren. In elk geval kan men ze moeilijk evalueren en afweren.
Regelmatige bestuiving
Wanneer de wind waait of een insect stuifmeel van de mannelijke plant verzamelt, kan het stuifmeel op de vrouwelijke plant worden overgedragen. Realiseer je dat wanneer de wind waait, stuifmeel in de lucht is verspreid. Hierdoor kan het stuifmeel in de vrouwelijke bloem landen.
Bestuiving is belangrijk voor de voortplanting van de planten. Stuifmeelkorrels bevatten de mannelijke zaadcellen en deze moeten terecht komen op de stempel van de stamper waar de vrouwelijke eicellen aanwezig zijn. Het vruchtbeginsel is het onderste deel van de stamper van de bloem.
Bestuiving is de overdracht van stuifmeelkorrels vanuit de helmdraad naar de stamper van een bloem. De stuifmeelkorrels bevatten de mannelijke geslachtscellen, in de stamper zitten één of twee eicellen. Door middel van bestuiving komen de mannelijke cellen bij de eicellen en is er een kans op bevruchting.