Het thema is: de Joden moesten erg zwaar lijden in de Tweede Wereldoorlog: In 'Het bittere kruid' wordt het verhaal verteld van Marga Minco. Haar familie wordt door de Duitsers opgepakt, en zo komt ze er alleen voor te staan. Ze moet in haar eentje de oorlog zien te overleven.
De titel heeft betrekking op het eten van bittere kruiden wat een Joods gebruik is. Het wordt gegeten op Pesach, de Israëlische paasdagen. Hiermee herdenken zij de bevrijding uit Egypte van de Joden. En daarmee ook de bittere tijden die de joden meemaakten.
Het bittere kruid is een waargebeurd verhaal over de Tweede Wereldoorlog.
De titel: 'Het bittere kruid', verwijst naar de joodse delicatesse die samen met ongezuurd brood wordt gegeten op sederavond. Ook kan je de titel vergelijken met de moeilijke en bittere tijd die Marga heeft meegemaakt tijdens de oorlog.
Dave woont met zijn vrouw Lotte in Amersfoort, Bettie woont met haar man Hans in Amsterdam, de hoofdpersoon met haar vader en moeder in Breda.
Personages Hoofdpersoon: Marga Minco: zij is de ik-figuur in het verhaal. Ze groeit op in een joods gezin en verhuist veel tijdens de oorlog. Aan het begin van de oorlog is ze 14 jaar, en aan het eind is ze ongeveer 18.
Århus: Turbine, 2021. Fictie, gebonden. Vert. van Het bittere kruid.
Marga, de hoofdpersoon, verliest bijna haar hele familie door de Tweede Wereldoorlog, dit is heel triest. Het verhaal word vanuit de ik-persoon verteld. De ik persoon is Marga, en je beleeft het verhaal dan ook uit haar ogen. De titel van het boek is het bittere kruid, de ondertitel is Een kleine Kroniek.
Het bittere kruid is een menselijk document van een uitzonderlijk gehalte waarin met een maximum aan soberheid de ondergang van een joodse familie tijdens het nazibewind is opgetekend. De roman werd wereldwijd vertaald en unaniem geprezen.
Symboliek: Het bittere kruid hoort bij Pesach en is voedsel dat wordt gegeten ter nagedachtenis aan de tijd dat de Joden slaven waren in Egypte. Het symboliseert het leed dat hen wordt aangedaan.
Lotte: Flat character, zij is met Dave getrouwd. Bettie: Flat character, zij is de zus van Marga en wordt al in het begin van de oorlog opgepakt bij een razzia in Amsterdam. Compositie Het boek begint op de dag dat de hele familie terugkomt na een paar dagen weg geweest te zijn.
Het bittere kruid van Marga Minco (*1920 te Ginneken) verscheen in 1957 in de Ooievaar-reeks van de uitgevers Daamen en Bert Bakker. Tot dusver beleefde het boekje 32 drukken en werden er in het Nederlandse taalgebied ongeveer 400 000 exemplaren van verkocht.
Marga Minco (1920) schreef Het bittere kruid in 1957. In het boek beschrijft ze hoe ze in mei 1943 op het nippertje ontsnapt aan deportatie. Minco sluipt door een tuinpoortje haar huis aan de Amsterdamse Sarphatistraat uit en overleeft als enige van haar Joodse familie de oorlog.
Titelbeschrijving Marga Minco (1968/1957). Het bittere kruid. 's-Gravenhage: Bert Bakker (94 blz.) Genre Het bittere kruid is een oorlogsroman, want het draait om de oorlog.
Ook in de oorlog heb ik geschreven. Het veertiende verhaal uit Het bittere kruid, “De Lepelstraat”, is in de oorlog ontstaan. Het gaat over de eerste razzia die ik meemaakte, en ik heb het in 1942 geschreven, heet van de naald.
De hoofdpersoon of protagonist is het belangrijkste personage in een verhaal. De plot en motieven van het verhaal concentreren zich rond de protagonist of hoofdpersoon. Afhankelijk van de aard van de hoofdrol is de hoofdpersoon de held of antiheld.
Op 31 maart 2021 wordt aan het pand Prins Hendrikstraat 194 in Breda een plaquette gehangen die erop wijst dat dit het huis is waar Marga Minco op 31 maart 1920 werd geboren.
Marga Minco (1920-2023) publiceerde Het bittere kruid (1957), De andere kant (1959), Het huis hiernaast (1965), Een leeg huis (1967), De val (1983), De glazen brug (1986, Boekenweekgeschenk), Nagelaten dagen (1996) en Storing (2004), alsook een aantal jeugdboeken.
Minco werd in 1920 geboren in Ginneken bij Breda, waar ze haar jeugd doorbracht als jongste van drie kinderen in een orthodox-joods gezin.
Biografie
blijven wonen, van 1950 tot eind 1970 in het Willem Witsenhuis, daarna aan de Tweede Oosterparkstraat. Na de oorlog werd Voeten vaste medewerker voor literatuur bij Vrij Nederland en deed hij freelancewerk voor Het Parool, Het Vrije Volk, De Groene Amsterdammer en andere bladen.
Het thema van je verhaal is de onderliggende gedachte die als een rode draad door je verhaal heen loopt. Je onderwerp zou misschien en streng politiek systeem kunnen zijn dat de hoofdpersoon moet verbreken, dan is je thema (stricte) politiek.
Een thema kun je zien als het hoofdonderwerp van het boek. Denk bijvoorbeeld aan liefde, dementie, moed, vrijheid, etcetera. Een motief is iets in het verhaal wat meerdere keren terugkomt. Dit kan een voorwerp zijn, maar ook een handeling of een gevoel.
Tijd en ruimte Het verhaal speelt zich af in Amsterdam met name in Elisabeths huis. Coco trekt daar namelijk in om voor haar moeder te gaan zorgen. Ook speelt het verhaal zich vaak af in de kroeg waar Coco vaak naar toe gaat.