Toch dronken vroeger niet veel mensen alcohol, het was gewoon te duur en niet altijd te krijgen. Tot in de Middeleeuwen bleef dat zo. In die tijd maakten mensen wijn uit vruchten en bier uit gerst en honing. Het alcoholgehalte van die dranken was laag.
Bier is wat mensen eeuwenlang dronken, eigenlijk bij gebrek aan wat anders. 'Water stond het laagst in aanzien. Welgestelden dronken bij voorkeur wijn, maar de grote middengroep zat elke dag aan het bier.
De Babyloniërs maakten bier door oud brood te fermenteren. Door de Mesopotamiërs werd het mouten ontdekt zo'n 5.000-4.000 jaar geleden en vanaf dat moment bevatten de bieren meer alcohol.
Vroeger toen er nog geen waterleiding was, dronken mensen water uit rivieren of meren. Later ontdekten ze dat er ook water in de bodem zat. Als je een put groef, kon je er water uit scheppen. Schoon drinkwater is niet altijd vanzelfsprekend.
'Mede' gemaakt van honing is waarschijnlijk het oudste alcoholische drankje dat we kennen. Het werd 8000 jaar geleden al gedronken. Het is waarschijnlijk toevallig ontstaan doordat honing en water op een warme plek met gist in aanraking kwam. Bier was 5400 jaar voor Christus al bekend.
De rijkere mensen in de middeleeuwen dronken meer wijn. In vergelijking met bier was wijn duur en dus een luxe drank. Er werd verder ook nog gewoon water en melk gedronken. In de steden werd in die tijd het water uit een gracht gehaald.
De prijs zit hem niet in de ingrediënten. Bier bestaat bijna geheel uit water. Reken met 100 procent minus het alcoholpercentage en je hebt het percentage water. Een pilsje met 5 procent alcohol bestaat dus voor 95 procent uit water, een speciaalbier met 8 procent alcohol dus voor 92 procent.
Het bier dat de Middeleeuwer dagelijks dronk lijkt overigens niet op het bier dat we nu drinken. Het bevatte nauwelijks alcohol en smaakte waarschijnlijk vrij zuur. Men dronk bier als alternatief voor water dat toen gehaald werd uit sloten en grachten. Dit water bevatte veel bacteriën en leidde tot ziektes.
Een belangrijke reden was omdat ze het rivierwater gebruikten voor het maken van bier. Het drinken van bier was in de middeleeuwen overigens een alternatief voor het drinken van water. Het alcoholpercentage in bier zorgde ervoor dat bier een hygiënischere drank was dan water dat dikwijls vervuild was.
In de late Middeleeuwen zien we de eerste grote brouwerijen ontstaan. De gewone man, vrouw en zelfs kind dronk bier echter niet zozeer voor de gezelligheid of het plezier. Het was een manier om op een gezonde en voedzame manier voldoende te drinken.
Door de toenemende handel in de zeventiende en achttiende eeuw, bijvoorbeeld van de VOC, kwamen er meer producten uit Azië naar Europa: rijst, saffraan, kaneel, kruidnagels, nootmuskaat, foelie, gember en suiker. De specerijen werden vooral gegeten door rijke burgers; de meeste mensen konden het niet betalen.
In de crisisjaren van de jaren dertig zijn veel mensen werkloos en is er grote armoede. Toch is er voor iedereen genoeg te eten. De voeding is weinig gevarieerd. Vanuit de angst voor ondervoeding, eten mensen vooral stevige kost met aardappelen en het liefst met veel vlees en vet.
Populaire groenten waren kool, prei, knolraap en ui. Indien voorradig werd ook vlees verwerkt in de stoofpotten. Het hoofdbestanddeel van een middeleeuws dieet was echter geen groente of zuivelproduct, maar granen.
Brood vormde het hoofdvoedsel, gevolgd door andere graanproducten, zoals pap. Vlees was prestigieuzer en duurder dan graan of groente. De adel liet bij speciale gelegenheden een beer (mannelijk varken) slachten. Als kruiden werden verjus, wijn en azijn gebruikt.
1850-1960: haute cuisine en smaakvervlakking
In de westerse landen is dit een periode waarin de hongersnood definitief wordt overwonnen. In deze periode eet de Nederlander twee keer per dag brood en één keer warm, meestal 's avonds. Naast brood is pap populair en de pannenkoek natuurlijk.
Wie de uitvinder van alcohol was is niet meer te achterhalen. Want het oudste document dat over alcohol gevonden is, is een bierbrouwersrecept van 5000 jaar oud. Dit is een kleitafel uit Sumerië. En een Sumerische tekst van zo'n 1000 jaar later heeft het over bier én wijn.
De bakermat van het bier ligt waarschijnlijk in het Midden-Oosten en Egypte. Een van de eerste schriftelijke vermeldingen van bier staan op 5000 jaar oude Soemerische kleitabletten uit Mesopotamië (het huidige Irak en Syrië). Daarop worden meer dan 20 soorten bier en verschillende recepten met bier beschreven.
Maar is Weihenstephan, het oudste bier? Het kreeg volgens het geschiedenisverhaal de brouwrechten in 1040. En er is geen brouwerij in de wereld die zo'n lange staat van dienst heeft.
Gruit en gagel versus hop door de eeuwen heen
In de middeleeuwen werd bier gebrouwen met kruidenmengsels die in het Middelnederlandsch Woordenboek grute, gruyte, gruut, gruyt of gruet worden genoemd. Net zoals hop werd gruit toegevoegd om een tweevoudige reden: bier langer houdbaar maken en smaak geven.
België is het beste bierland ter wereld (en deze 12 landen volgen ons)
Bier verkleint de kans op hart- en vaatziekten. Bier zorgt namelijk voor een stijging van een goede soort cholesterol, dat de kans op hart- en vaatziekten juist verkleint. Een bierdrinker loopt 40 tot 60 procent minder risico op een hartinfarct.
Je polsslag en ademhaling versnellen. Je krijgt een warm gevoel. Smaak, reuk en gezichtsvermogen gaan achteruit en je voelt minder pijn. Je eetlust neemt toe en je moet vaker plassen.
Je reactiesnelheid neemt sterk af en je lichaamscoördinatie verslechtert. Het praten gaat moeizamer, je struikelt soms over je woorden. Je gezicht kan rood worden en je pupillen worden wijder. De vrolijke stemming wordt uitbundigheid, of slaat om in neerslachtigheid of kwaadheid.
Het schadelijke effect wordt immers veroorzaakt door de alcohol (ethanol) in de dranken [1]. Er zijn wel indicaties dat met name sterke drank de risico's op long- (alleen bij mannen), alvleesklier- en maagkanker verhoogt [2 – 4]. Maar de bewijskracht is nog zwak; de meeste studies vinden geen verschil [1].