Wanneer overschakelen naar een buggy? Sommige buggy's kan je wél al gebruiken vanaf de geboorte als je er een draagmand op kan bevestigen. Over het algemeen wordt aangeraden om te wachten tot je kindje zelfstandig kan rechtzitten, vanaf 6 à 7 maanden.
Omdat een buggy weinig ondersteuning biedt, mag je baby er pas in als hij zelfstandig kan zitten. Hierbij is het belangrijk dat hij zonder hulp vanuit een liggende positie in zithouding komt. Meestal leert je kleine dit tussen de 6 en 9 maanden. De buggy kan je gebruiken tot je kindje ongeveer 4 jaar is.
Meestal zijn de buggy's niet geschikt voor kinderen onder de 6 maanden.
Een wandelwagen is bedoeld voor baby's die al kunnen zitten. Daarmee is de wandelwagen geschikt voor baby's vanaf ongeveer 6 tot 9 maanden oud. In de wandelwagen zit de baby in een ruime zitting die je in een paar standen kunt verstellen. Dankzij een gordel in het zitje blijft je kindje goed op zijn plek zitten.
Er is geen vaste leeftijd waarop een kind in een buggy mag, het gaat om het moment waarop je kind zelfstandig kan zitten. Maar ook dan is het beter om je baby de eerste tijd niet te lang achter elkaar in de buggy te laten zitten. De reden hiervoor heeft te maken met de bouw van een buggy: hij biedt weinig steun.
Ook ligt je baby er veilig en comfortabel in en is het goed beschermd tegen te veel licht en schokken. Vanaf dat je kind zelfstandig kan zitten, vervang je de kinderwagenbak door het stoeltje. Zo krijg je een wandelwagen. Je kindje is dan ongeveer tussen de 6 tot 9 maanden oud.
Hierdoor kan een kinderwagen beter tegen een stootje, is hij eenvoudig te manoeuvreren (ook met één hand) en biedt het je kindje betere rugondersteuning. Een buggy daarentegen, is in de regel lichter en kleiner, makkelijk inklapbaar, neemt minder ruimte in beslag én is makkelijker mee te nemen.
De meeste baby's liggen tot een maand of zes in de reiswieg – zodat ze plat op hun rug kunnen liggen en slapen – daarna wordt de wieg vaak vervangen door de stoel. In een reiswieg ligt een matrasje.
Gebruik de Maxi-Cosi niet als stoeltje thuis of als je op visite bent. Een baby is pas te groot voor het autostoeltje als de bovenkant van zijn hoofd boven de rugleuning uitkomt, hij meer dan 13 kilo weegt of groter is dan 83 cm (dat is circa 15 maanden oud).
Na 6 maanden
Bruin brood of tarwebrood zonder pitten en zaden is goed om mee te beginnen. Om te leren kauwen geef je vanaf 7 maanden brood met korst. Ook als je kind nog geen tanden en kiezen heeft, bijt en sabbelt hij met z'n kaken. Dat is goed voor zijn mondspieren.
Conclusie. De keuze voor een 3 in 1 kinderwagen heeft vele voordelen, zoals de eenmalige uitgaven aan een kinderwagen, de ruimtebesparing doordat onderdelen combineerbaar zijn, wat ook direct gebruiksgemak met zich meebrengt. De constructies zijn solide en hebben fijne extra's, zoals grote stuurwielen.
In tegenstelling tot de kinderwagen is de buggy een licht en vaak kleiner vervoersmiddel voor jouw kindje. De wieltjes zijn kleiner, het zitvlak ligt laag boven de grond. De buggy biedt weinig steun, en is daarom zeker niet geschikt voor baby's. Buggy's zijn inklapbaar en handig voor korte wandelingen.
Het verschil tussen een kinderwagen en wandelwagen is dus met name omvang en gewicht.
Wij raden ouders af om de kinderwagenbak als permanente slaapplek te gebruiken in de eerste maanden na de geboorte. Vooral op het gebied van ventilatie, luchtdoorlatende zijwanden en bedbodem schiet de kinderwagenbak tekort.
Vanaf welke leeftijd kan je een plooibare buggy gebruiken? Een buggy mag je pas gebruiken wanneer je kindje kan zitten, meestal rond de 6 à 7 maanden. In het begin is het vanwege ergonomische redenen beter om de rugleuning van de buggy in de vlakke stand te gebruiken.
Sommige baby's worden niet slaperig maar actief door de beweging van de kinderwagen. Baby's die zich actief voelen, vragen vaak om aandacht, willen wat om zich heen kijken en willen wat te doen hebben. Het is ook mogelijk dat je baby niet wil slapen in een andere omgeving.
Vaste voeding: 1 tot 2 keer per dag, bijvoorbeeld geprakte groente, pap, fruit, rijst, pasta, aardappel, of brood. Natuurlijk kan je ook verschillende dingen mixen in een prakje. Flesvoeding: 4 tot 6 flesvoedingen per dag met opvolgmelk, per voeding 150-200 ml. Borstvoeding: je voedt je baby het beste op verzoek.
Het is het beste om je kind maximaal een uur achter elkaar te laten zitten. Ook als je kind al goed zelfstandig kan zitten, bijvoorbeeld in de kinderstoel. Pas als je kind goed zelfstandig kan gaan zitten, kun je het in een kinderzitje voor op de fiets meenemen.
Wat boeit jouw baby het meest, herkent hij al dingen het huis? Tip: Jouw baby kan zich gaan vervelen als hij steeds hetzelfde ziet, hoort, voelt, ruikt of proeft. Varieer daarom de omgeving van jouw baby en verplaats bijvoorbeeld de box, het wipstoeltje, speelkleed op de grond en/of varieer met speeltjes.
Je baby begint normaal gezien met jouw hulp rechtop te zitten wanneer hij tussen de zes en acht maanden oud is. Als hij acht of negen maanden oud is, leert je baby gewoonlijk zonder hulp rechtop te zitten.
Afhankelijk van de temperatuur kan je kiezen voor een laken (hoge temperatuur) of een laken met wiegdekentje of een voetenzak. Voor de kleding van je baby geldt over het algemeen dat je rekening moet houden met 1 laag extra dan wat je zelf draagt. Je bent zelf namelijk in beweging en je kindje ligt stil.
Normaal gesproken zou je je baby één laagje kleding meer aantrekken dan dat jij aanhebt. Maar zodra het écht warm wordt, dan is voor baby's vaak een laagje kleding genoeg. Denk hierbij aan een rompertje of een los t-shirtje. Vooral stoffen als katoen of bamboe kunnen lekker ademen tijdens het warme weer.