De vloeistof die door het filter heen gaat en opgevangen kan worden in een bekerglas, wordt het filtraat genoemd. Bezinken – berust op verschil in dichtheid: Deze methode kan ook worden gebruikt om een vaste stof van een vloeistof te scheiden. Denk bijvoorbeeld aan een suspensie als jus d'orange.
Bij extraheren wordt er gebruiktgemaakt van een extra middel, een extractiemiddel. De methode berust op het verschil in oplosbaarheid in dit extractiemiddel.
Bij bezinking heb je een mengsel van een vaste, niet-oplosbare stof en een vloeistof. Dat noemen we ook wel een suspensie. De vaste stof zal na verloop van tijd naar de bodem zakken, en wanneer de vloeistof wordt afgeschonken, worden de stoffen gescheiden.
Bezinken en centrifugeren: In een suspensie en emulsie zakt de stof met de grootste dichtheid na een tijdje naar de bodem. Dat noem je bezinken. De scheidingsmethode bezinken berust op verschil in dichtheid.
Bezinken/afschenken wordt gebruikt voor mengsels die niet goed in elkaar oplossen (gebrek aan oplosbaarheid) en het gegeven dat één van de stoffen naar de bodem zakt (verschil in dichtheid). Dit kan dus gedaan worden bij emulsies of suspensies: de vaste stof is naar de bodem gezakt (bezonken).
Oplossing, verzadigd, onverzadigd, oplosbaarheid, suspensie, schuim, nevel, rook, scheikunde.
Het werkingsprincipe van adsorptie berust op hechting van stoffen in een afgas aan het oppervlak van een vaste stof (adsorptiemiddel). In beginsel is adsorptie een fysische hechting gebaseerd op Van der Waalskrachten en niet op een chemische binding.
Bezinken – berust op verschil in dichtheid:
Als je de jus d'orange een tijdje laat stallen, zullen de vaste deeltjes naar de bodem zakken, omdat deze een grotere dichtheid hebben dan de vloeistof. Je kunt daarna voorzichtig afschenken en dan heb je de suspensie gescheiden van zijn vaste bestanddelen.
Elke stof heeft een unieke combinatie van stofeigenschappen. Bijv. kleur, geur, smaak, brandbaarheid en giftigheid. Stofeigenschappen die voor elke stof uniek zijn, noemen we stofconstante.
In een mengsel van een vaste, niet-oplosbare stof en een vloeistof zal na enige tijd de vaste stof naar de bodem zakken. Dit proces noemt men bezinken. Door de vloeistof vervolgens af te schenken van de vaste stof kan het mengsel worden gescheiden.
Indampen wordt meestal toegepast als de vloeistof niet bewaard hoeft te worden. Zeezout wordt op grote zoutvelden gewonnen uit zeewater door middel van indampen. Als je een pan met zout water op een verwarmingsplaatje zet, verdampt na enige tijd het water. Je houdt dan uiteindelijk het zout over.
Filtratie kan gebruikt worden om: Vaste en vloeibare stoffen van elkaar te scheiden. Vaste of vloeibare stoffen uit een gasstroom af te scheiden. Vaste fracties met grotere en kleinere deeltjes van elkaar te scheiden.
Door extraheren kan een mengsel van vaste stoffen worden gescheiden. Het bekendste voorbeeld is het zetten van filterkoffie. Wanneer heet water langs de koffie stroomt, zal een deel van de stoffen uit de gemalen koffie oplossen in het water.
Om een mengsel van een vaste stof en een vloeistof (in een oplossing) te scheiden kan je gebruik maken van indampen. Indampen wordt toegepast als de vloeistof niet bewaard hoeft te worden.
Tijdens een extractie onttrek je een stof (of stoffen) uit een mengsel. Deze scheidingsmethode berust op het verschil in oplosbaarheid in een extractiemiddel. Tijdens koffiezetten extraheer je bijvoorbeeld de geur- en smaakstoffen uit koffiebonen in warm water.
Als je het zand en zout wilt scheiden dan moet je water toevoegen.Na het filtreren houd je als destillaat zout en water over en door het te indampen scheid en het water en het zout!
Welke technieken bestaan er om mengsels te scheiden? Er is een verschil tussen het scheiden van heterogene en homogene mengsels. Bij de eerste soort kan je decanteren, filtreren, zeven of ziften en centrifugeren. Bij de tweede soort kan je extraheren, kristalliseren, adsorberen, destilleren of aan chromatografie doen.
Een scheidingsproces is het omgekeerde van een mengproces. Mengen gaat spon- taan. Als je bijvoorbeeld een scheutje azijn in een glas water doet, dan lost de azijn vanzelf op. Daar hoef je niets aan te doen.
Absorptiemiddelen gebruikt je om milieuschadelijke stoffen of chemicaliën te absorberen bij het een eventueel lek.
Het vasthouden van een stof aan het oppervlak van een andere stof heet adsorberen. Actieve kool is een uitstekend adsorptiemiddel en adsorbeert meestal die stof uit een mengsel het beste die het hoogste kookpunt heeft.
Als een mengsel op molecuulniveau mengt noem je het een homogene mengsel. Oplossingen en legeringen zijn homogene mengsels.Als een mengsel niet op molecuulniveau mengt, spreken we van een heterogene mengsel.Suspensies en emulsies zijn heterogene mengsels.
Melk is een colloïdaal mengsel van verschillende stoffen. Een belangrijk eiwit is caseïne. Daarnaast bevat melk ook albumine en globuline.
Een oplossing bestaat dus uit hele kleine losse deeltjes (moleculen), soms zelfs zo klein als ionen (elektrisch geladen deeltjes), in een vloeistof. Voorbeelden waarin moleculen zijn opgelost in een vloeistof zijn bijvoorbeeld appelsap, koffie/thee, wijn/bier of ammonia (ammoniakgas in water).