Aquarium slakken kunnen geen kwaad voor het aquarium. Sterker nog ze zijn juist enorm nuttig omdat ze algen, mulm en organisch afval eten. Slakken horen in je aquarium omdat slakken ook in een natuurlijk ecosysteem horen. Zonder slakken heb je niemand die de plantenresten en het mulm op eten.
Veelal komen slakken in jouw aquarium doordat je net een nieuwe vis of waterplant hebt gekocht. In de verpakking of in het water wat meegeleverd wordt zitten soms wel eens slakken verstopt. De oorzaak van slakken in jouw aquarium is dus dat je slakken meegeleverd kreeg bij de aankoop van een nieuwe vis of waterplant.
Diverse zoetwater kogelvissen, zoals de Tetraodon Steindachneri of de kleine Chelichthus Asellus. Clownvissen, zoals de Botia Lahachata en de Botia Morleti. Leporinuzalmen, maar deze zijn niet geschikt voor een gezelschap aquaria. Sommige dwergcichliden.
Het beste dat je kunt doen om slakken te bestrijden is door simpelweg te zorgen dat ze niets meer te eten hebben. Want als er geen eten is, zullen ze zich ook niet voortplanten. Dat betekent dat je minder moet voeren en vaker moet schoonmaken. Geef je vissen niet meer voer dan ze in één keer kunnen opeten.
Bij de vuistregel om uit te rekenen, hoe veel dieren er in een aquarium passen (Regel: 1 cm vis per 1 L water) kun je voor de appelslakken met ca. 5-6 cm rekenen. Ook belangrijk is de waterhardheid van het water. De dieren hebben namelijk een bepaald kalkgehalte nodig om hun huisje op te bouwen.
De slakken kunnen schade aanbrengen aan planten en een plaag veroorzaken. Het is bij de wet verboden om slakken in de natuur te plaatsen net zoals dat voor alle dieren geldt. De aanleiding van het verbod op import van slakken met genus Pomacea is een plaag van appelslakken in rijstvelden in de Ebro-delta in Spanje.
De meeste slakken worden twee tot vijf jaar oud, maar in gevangenschap zijn sommige meer dan tien tot vijftien jaar oud geworden.
Er moeten er dus minimaal twee in je aquarium zitten. Voortplanting kan redelijk snel gaan en is voornamelijk afhankelijk van voedselaanbod. Merk jij dat je enorm veel Posthoornslakjes hebt dan weet je zeker dat je teveel voert of teveel detritus (organisch afval) in je bak hebt.
Na de paring legt elke slak (vanaf april) zijn eitjes af in slijm onder aardkluiten, boomschors, … Uit deze kleine, glazige bolletjes komen na een 3-tal weken kleine slakjes die zich onmiddellijk beginnen te voeden. Twee maanden later zijn ze volwassen.
De Anatome Helena kan in vrede leven met garnalen, maar kleine garnalen kunnen ten prooi vallen aan de slak. Bijvoorbeeld vuurgarnalen of Blue Velvet garnalen, ik zou het niet doen. Ben je van plan om garnalen te kweken, dan kun je de Anatome Helena beter niet in je aquarium introduceren.
Een bevruchte eicel van een waterslak deelt zich een aantal keren. Zo ontstaat een groepje cellen, dat uitgroeit tot een klein slakje. Een paar weken geleden heeft een sprinkhaanmoeder deze eieren gelegd. Binnenin de eieren is beweging te zien.
Zeker geen komkommer koken, krijg je alleen maar een brij van, en gaat hierdoor je water te zwaar bgelasten. Gewoon een klein koffielepeltje erdoor steken is voldoende.
Na de paring worden de eitjes afgezet, meestal in de bodem of verstopt onder bladeren of stenen. De eitjes van slakken zijn slechts enkele millimeters in doorsnede, en meestal doorzichtig. Landslakken lijken als ze uit het ei kruipen vaak al een beetje op de ouders.
Als het op slakken aankomt zijn Nerite slakken de algeneter koning. Ze zien er vaak mooi uit met verschillende patronen en groeien niet groter dan 2-3 cm. Door hun lengte zijn ze ook erg effectief in kleinere aquaria. De bekendste versie van deze soort slakken in waarschijnlijk de zebra slak.
Waterslakken zijn niet alleen leuk, maar ook handig voor het biologische evenwicht. Ze eten algen en zijn daarnaast goede afvalverwerkers: ze ruimen namelijk uitwerpselen van visjes op.
Krijg jij dat echt niet voor elkaar, dan kun je ze ook verdrinken in bier, suikerwater of flink heet water. Of verzamel ze in een bakje met deksel en zet dat in de vriezer.
Bijna alle weekdieren leven in het water, behalve de landslak (naaktslakken en huisjesslakken dus). Dat de landslak het overleeft op het land, is eigenlijk heel bijzonder. Maar zijn 'onnatuurlijke' omgeving maakt het de slak niet makkelijk. Het dier heeft vocht nodig om te overleven.
Gewassen en kruiden. Hoe dol slakken ook zijn op sla, de rucola in jouw tuin vermijden ze zeker. Hetzelfde geldt voor tomatenplanten. Ook met sterk geurende kruiden zoals munt, lavendel, salie, tijm en knoflook zorg je ervoor dat jouw tuin onaantrekkelijk wordt voor slakken.
De eieren zijn veelal iets ovale, lichtgekleurde ballen die in een trosje met daaromheen een slijmerige substantie worden gelegd. Soms worden de eieren op bladeren of tegen bomen aan gelegd, maar rechtstreeks op de grond komt vaker voor. Het komt ook voor dat eieren aan de onderkant van een blad wordt gelegd.
Veel slakken eten namelijk liefst helemaal geen groene planten, maar eerder dode bladeren, schimmels of algen: ze kunnen namelijk niet tegen de vies smakende chemische verdediging die veel planten in hun bladeren stoppen.
Ze leggen jaarlijks zo'n 300 eitjes; de jonge slakken die daaruit voort komen, zetten zich na 3 maanden op hun beurt aan het paren. En doordat slakken tweeslachtig zijn, leggen beide slakken na de paring eieren, wat al gauw tot een spectaculaire vermenigvuldiging leidt.
Het voedsel van waterslakken bestaat uit rottende plantenresten en algen, maar ook aas wordt door de slakken van de bodem geschraapt. Kleine levende diertjes die de slak tegenkomt, worden eveneens gegeten. Zoetwatermosselen zeven voedseldeeltjes uit het water.
Een slak kan dus niet tientallen meters achter elkaar kruipen zonder nieuw water en voedsel! Je kan ook zelf uittesten hoever een slak komt in een uur.
Waar de slakken in uw tuin uw planten opvreten heeft de poelslak een ander lievelingskostje: draadalgen! (Dit zijn feitenlijk geen algen maar wieren) De poelslakken kruipen over de wanden, stenen en planten in uw vijver en eten de aanwezige algen op. De planten laten ze met rust.