De makkelijkste manier van kweken is door aardbeiplantjes te kopen en deze direct te planten in potten, bakken of de volle grond. Ook kun je bij een aardbeienkweker een stekje aanschaffen, zodat je dit kleine plantje zelf laat uitgroeien tot een grote aardbeienplant.
Doe in ieder potje een aardbeien uitloper/stek en druk de grond rondom de stek voorzichtig aan. Geef de plantjes nu water. Zet ze de eerste 2 weken niet in deze felle zon maar op een halfschaduw plek. Zodat de plant zich eerst kan focussen op het aanmaken van de wortels.
Theoretisch kunnen ze generatief vermeerderd worden door ze te zaaien, maar in de praktijk zouden de eigenschappen (smaak, zoetheid, vruchtgrootte etc.) verdwijnen. Om deze reden worden aardbeien bijna uitsluitend vegetatief door stekjes vermeerderd. In de late zomer ontstaan rankende twijgen aan de aardbeien.
Heb je al aardbeien staan, dan kun je die ook zelf stekken. Aardbeien vormen namelijk in de loop van het seizoen nieuwe uitlopers, die heel gemakkelijk wortel schieten. Leid zo'n uitloper over de grond en zet hem vast met een krammetje.Op elke knoop waar een blad zit kan een nieuw plantje ontstaan.
Wanneer je je aardbeien niet wilt vermeerderen, is het beter de uitlopers regelmatig te verwijderen. Je doet dit simpelweg door de uitlopers af te knippen op circa 1 à 2 cm vanaf de plant.
Aardbeien vermeerderen - waarom het de moeite waard is
Maar het goede nieuws is dat de planten zelf voor een volgende generatie zullen zorgen. Aardbeiplanten planten zich voort via zogenaamde uitlopers die naast de moederplant wortel schieten. Het enige dat je hoeft te doen, is jezelf behelpen met de kleine plantjes.
De eenmaal-dragende aardbeien kunnen tussen juli en oktober in het tuinbed worden geplaatst. Afhankelijk van het weer kan je doordragende aardbeien van maart tot juni aanplanten. Zo vormen ze nog in hetzelfde jaar bloemen en heerlijke vruchten.
Aardbeien kweken doe je op een zonnige maar beschutte plek. Het liefst groeien aardbeien in voedzame grond waar het water goed weg kan lopen. Werk voor het aardbeien kweken daarom veel (zelfgemaakte) compost door de grond. Tuinier je op kleigrond, dan is het belangrijk om ook wat zand door de bodem te mengen.
Aardbeien zaden kiezen, zaaien, ontkiemen en verspenen
Aardbei zaadjes kunnen vanaf februari binnenshuis in een kweekbak gezaaid worden. Zaadjes niet veel afdekken, anders zullen deze niet groeien.
Op de buitenkant van de aardbei zitten allemaal pitjes. En in elk pitje zit een zaadje. Als zo een zaadje in de grond zou worden gestopt, zou er een aardbeiplant groeien. Alleen gebeurt dit zelden, want aardbeiplanten worden meestal opgekweekt uit uitlopers.
Het stekken van aardbeien gaat voor alle soorten aardbeien hetzelfde: zowel voor de eenmalig dragende (oogst in juni en juli) als de doordragende aardbei (oogst van juni tot en met oktober). Wel belangrijk: zodra de moederplant een ziekte heeft, dan is het niet verstandig om nieuwe stekjes te maken.
Oftewel; een aardbeienplant kan wel jarenlang mee gaan maar als je haar in de moestuin zo intensief wilt gebruiken als een moestuinder doet; dan is de plant na 3 tot 4 jaar 'op'.
Stap voor stap aardbeien zaaien
Doe dit binnenshuis. Dek de zaadjes nauwelijks af met grond, want ze hebben licht nodig. Stap 2: de kweekbak plaats je het beste op de vensterbank, omdat de zaadjes 18 tot 20 graden Celsius nodig hebben. Stap 3: zorg ervoor dat de grond altijd licht vochtig is.
Als u met zaden begint zult u zien dat ze na ongeveer 10 tot 15 dagen ontkiemen.
Een aardbeiplant heeft gemiddeld drie trossen aardbeien die na elkaar bloeien. De eerste aardbeien van een tros zijn groot en verder in het seizoen worden ze steeds kleiner.
Aardbeienplanten zijn winterhard, maar strenge, aanhoudende vorst kunnen ze niet verdragen. Dek planten die in de grond staan af en verplaats planten in pot naar een vorstvrije plek. Zorg dat je planten zonder bladeren de winter in gaan. De beste tijd om te snoeien is direct na de pluk.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten.Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Aardbeien houden van een humusrijke en vruchtbare grond. Ze hebben het graag lekker warm dus zoek een zonnig en windstil plekje uit. Je plant de aardbeien het best vanaf eind juli tot midden augustus. Zorg voor een luchtige bodem door de grond zo'n 20 cm diep los te spitten en compost toe te voegen.
Als je aardbeienplanten laat vermeerderen, kunnen ze minder aardbeien produceren. De planten gebruiken dan namelijk hun energie om nieuwe planten te laten groeien, in plaats van om lekkere aardbeien te maken.
Ze kunnen geplant worden van maart t/m juni! De teelt met gekoelde aardbeiplanten biedt een aantal voordelen: eenvoudiger na planten, ze slaan sneller aan dan verse planten. ze staan minder lang, waardoor de kans op ziektes een stuk kleiner is.
Aardbeien bestaan voor 90% uit water en hebben dus tijdens hun groeiproces veel vocht nodig. Zorg ervoor dat de aarde niet te droog wordt, anders zullen de planten en vruchten niet goed groeien. In de winter is het echter belangrijk om te voorkomen dat de planten te nat staan, om rotting te voorkomen.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel.
De ideale bodem voor aardbeien
De meeste grondsoorten zijn geschikt voor aardbeien. Aardbeien zijn echter gevoelig voor in de grond aanwezig ongedierte en ziektekiemen. Kweek ze daarom slechts een paar jaar na elkaar op dezelfde plek. Gebruik bij de aanplanting nooit verse stalmest of compost.