Het blijkt dat THC, de belangrijkste verdovende stof in cannabis, verantwoordelijk kan zijn voor het opwekken van paranoïde gedachten bij sommige mensen die wiet roken. Hoewel niet iedereen die wiet gebruikt paranoia zal ervaren, kan het wel een veelvoorkomend bijverschijnsel zijn.
Er is geen afdoende bewijs dat cannabis bij iedereen een langdurige psychose kan veroorzaken. Onderzoek toont wel aan dat sommige mensen duidelijk meer risico lopen: Cannabisgebruik kan de ontwikkeling van psychotische stoornissen versnellen bij mensen die daar van nature een zekere kwetsbaarheid voor bezitten.
De THC in cannabis kan soms negatieve gevoelens opwekken.Dat kan angst, paniek, somberheid, onrust en verwardheid zijn, en zelfs hallucinaties (dit noemt men 'flippen' of een 'bad trip').
Wie elke dag cannabis gebruikt, loopt drie keer meer kans op een psychose dan wie dat nooit doet. Als het bovendien om sterke cannabis gaat, vergroot het risico tot bijna vijfmaal. Dat blijkt uit een uitgebreid nieuw onderzoek.
Een paranoïde persoonlijkheidsstoornis is een psychische stoornis. De belangrijkste kenmerken van deze stoornis zijn angst, wantrouwen en achterdocht. Een paranoïde persoonlijkheidsstoornis kan ontstaan door een combinatie van erfelijke aanleg, opvoeding en traumatische ervaringen in je jeugd.
Paranoia symptomen zijn: Anderen, zonder gegronde redenen, verdenken van uitbuiting, het berokkenen van schade en bedriegen. Twijfel aan de loyaliteit en betrouwbaarheid van vrienden of collega's. Bang om iemand in vertrouwen te nemen vanwege de ongerechtvaardigde vrees dat informatie tegen je gebruikt wordt.
Paranoia is vaak in meer of mindere mate een onderdeel van een psychose, maar komt ook voor bij niet-psychotische aandoeningen.
Maar cannabis heeft ook minder prettige effecten. Onder invloed van hasj en wiet komen de hele tijd allerlei gedachten op, waardoor iemand zich minder goed kan con- centreren. Ook logisch nadenken gaat moeilijker. Het geheugen verslechtert (tijdelijk) voor dingen die net gebeurd zijn.
Na het roken van een joint voel je je rustig en sloom. Sommige mensen krijgen lachstuipen van blowen. Als je te veel blowt of er nog geen ervaring mee hebt, bestaat de kans dat je er juist negatieve effecten van ervaart, zoals angst en psychoses met hallucinaties en paranoia. Blowen kan ook tot bewusteloosheid leiden.
Gedurende de tijd dat je onder invloed bent heeft cannabis een negatieve invloed op het geheugen. Cannabis verstoort namelijk het kortetermijngeheugen.Dingen die net gebeurd zijn, worden weer vergeten.
De groep die zeer lang (meer dan 10 jaar) zeer intensief blowt (dagelijks meer dan een joint per dag) kan last hebben van lichte stoornissen in aandacht en gedrag. Meer informatie bij de vragen: Heeft cannabis een blijvende invloed op het geheugen?
Elke dag blowen beschadigt je hersenen, zeker wanneer je jonger bent dan 25 jaar en je hersenen zich nog ontwikkelen. Daardoor kun je problemen krijgen met je geheugen, informatieverwerking, concentratie en het controleren van je emoties.
Bad trip: symptomen bij wiet
overgeven. duizelig of misselijk. hartkloppingen, opvliegers, een tintelende huid en moeite met praten. het idee dat iedereen kan zien dat je stoned bent (paranoia)
6 tot 10% Ongeveer 6 tot 10% van alle gevallen van schizofrenie is gelinkt aan het gebruik van cannabis (1,2,5). Per jaar zijn er ongeveer 1600 nieuwe gevallen van schizofrenie.
Bepaalde drugs, zoals marihuana, cocaïne en ecstasy, kunnen de kans op het ontwikkelen van een psychose verhogen door verstoringen te veroorzaken in de chemische balans in de hersenen. Het is belangrijk om te benadrukken dat niet alle mensen die aan deze risicofactoren worden blootgesteld, een psychose ontwikkelen.
Bij mensen die ziek, moe, somber of gespannen zijn, vallen hasj en wiet vaker verkeerd. problemen. Hasj en wiet kunnen bestaande psychische problemen zoals depressies, angsten en psychoses versterken. Soms lokt cannabis deze problemen uit bij mensen die er aanleg voor hebben.
nieuws Af en toe een jointje roken, is niet slecht voor de longfunctie. Meer zelfs: jongeren die zeven jaar lang elke dag één joint roken, of gedurende 49 jaar elke week één joint, scoren zelfs iets beter op longfunctiemetingen dan mensen die geen joints roken.
Bepaalde drugs, zoals marihuana, cocaïne en ecstasy, kunnen de kans op het ontwikkelen van een psychose verhogen door verstoringen te veroorzaken in de chemische balans in de hersenen. Het is belangrijk om te benadrukken dat niet alle mensen die aan deze risicofactoren worden blootgesteld, een psychose ontwikkelen.
Cannabis kan bijvoorbeeld onrust en drukte in het hoofd verminderen. Hierdoor kan het voelen alsof cannabis een positieve invloed heeft op ADHD. Maar experts hebben dit nog niet gevonden in een onderzoek1Zoals te lezen is in dit onderzoek. Daarom geven veel artsen geen cannabis voor ADHD.
Het gebruik van hasj en wiet kan wel degelijk leiden tot een afhankelijkheid. Wie gedurende lange tijd veel en vaak gebruikt, kan geestelijk afhankelijk worden. Bij regelmatig gebruik kunnen mensen na verloop van tijd meer cannabis nodig hebben om hetzelfde effect te bereiken (tolerantie).
Cannabis (wiet of hasj) blijft ongeveer 30 dagen in je systeem en kan in deze periode in je lichaamsvloeistoffen worden opgespoord. In je haar kan het nog langer blijven: haartesten kunnen cannabisgebruik tot 90 dagen opsporen.
Uiterlijke kenmerken blowen
Iemand die veel blowt is te herkennen aan rooddoorlopen ogen, wallen en verwijde pupillen. Gebruikers bewegen meestal langzamer en soms ruik je de wiet of hasj om hen heen. Mensen die stoned of high zijn van het blowen zijn vaak giecheliger en eten meer.
Een psychose begint vaak met niet-specifieke klachten. Iemand verandert bijvoorbeeld in zijn gedrag, lijkt niet langer geïnteresseerd in sociale contacten en wordt minder actief. Vervolgens wordt hij bijvoorbeeld achterdochtig, hoort stemmen, hallucineert en kan niet meer helder denken.
Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis kunnen heel bedreigend overkomen wanneer zij eenmaal overtuigd zijn van een vermeend onrecht dat hen is aangedaan. De grens met ernstige psychiatrische ziekten is dan moeilijk te onderscheiden en deskundige hulp is aangewezen.
Bij de behandeling van paranoïde persoonlijkheidsstoornis is therapie vaak een belangrijk onderdeel.Vaak is dit psychotherapie, waarbij het voeren van gesprekken centraal staat. Deze behandeling volg je bij een psychotherapeut, psychiater of klinisch psycholoog.