Iedereen.Ongeacht of je man, vrouw, jong of oud bent. Wel houden ze van warme hoofdhuidjes. Mensen die veel warmte uitstralen of met veel of dik (isolerend) haar kunnen bevattelijker voor hoofdluis zijn.
Behalve basisscholieren hebben ook middelbare scholieren en kinderen onder 4 jaar regelmatig last van hoofdluis. Hoofdluis komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens, zo blijkt uit het onderzoek 'LuisThuis? ' van het RIVM.
Hebben alleen kinderen hoofdluizen of ook volwassenen? Hoofdluizen kunnen prima op volwassenen leven. De kans dat volwassenen hoofdluis hebben is echter kleiner omdat ze minder haarcontact hebben met anderen.
Iedereen die in nauw contact komt met iemand anders die hoofdluis heeft loopt het risico om zelf ook luizen te krijgen. Kinderen op de basisschool tussen drie en tien jaar oud lopen statistisch het grootste risico op hoofdluis. Ook de familieleden van kinderen op de basisschool lopen een klein risico op hoofdluis.
Luizen lopen gemakkelijk van het ene hoofd naar het andere hoofd over. Daarom kun je luizen krijgen als je met je haren tegen iemand anders zijn haren aankomt. Bijvoorbeeld als je een selfie maakt. Iedereen kan hoofdluis krijgen.
Kunnen luizen bijvoorbeeld overleven in bed of in mutsen of sjaals? Dat kan, maar in elk geval niet langer dan 48u. Bovendien zullen ze zich buiten de hoofdhuid ook minder gemakkelijk verspreiden. De eerste focus bij een luizenbehandeling blijft dus het haar.
Een hoofdluis die niet meer op een hoofd zit, kan niet lang overleven. Er zijn daarom weinig aanwijzingen voor verspreiding via beddengoed of jassen. Het effect van maatregelen zoals het wassen van beddengoed, knuffels, jassen en het stofzuigen van de auto is dan ook onvoldoende bewezen.
De overleving van de hoofdluis is afhankelijk van omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid. Onder normale omstandigheden blijft een volwassen luis op een hoofd gemiddeld 20 dagen leven. Gescheiden van het menselijk lichaam, dus zonder bloed, kan een volwassen luis bij kamertemperatuur (20°C) maximaal 2 dagen overleven.
LET OP: met een föhn is het niet mogelijk om neten effectief en veilig dood te drogen! Een föhn is gemaakt om haren te drogen.
U hoeft de kleren, jassen, sjaals, mutsen, beddengoed en knuffels niet te wassen. Dit is niet nodig om van de luizen af te komen. Als u 2 weken goed kamt, is dat voldoende. Dit laat onderzoek zien.
De volwassen luis is een grijsblauw beestje van ongeveer 3 millimeter groot. Nadat hij bloed opgezogen heeft, is hij roodbruin. De eitjes, neten, zien eruit als grijswitte puntjes en kleven aan de haren. Ze zijn lastig te verwijderen.
Witte azijn tegen luizen
Azijn heeft een zure pH waardoor het geschikt is om luizen te bestrijden. Meng een hoeveelheid witte azijn met een gelijke hoeveelheid water. Was uw haren en laat 15 tot 30 minuten inwerken. Spoel nadien overvloedig uit.
Zo kom je van luizen af
Gebruik crèmespoeling om pijnloos te kammen. Vastgeplakte neten kun je eventueel losweken door een doekje met azijn op het haar te deppen. - Twee weken lang elke dag kammen met een luizenkam en een anti-hoofdluismiddel gebruiken. Deze methode is bewezen effectief.
Als je goed kijkt, kan je de luizen zelf zien. De eitjes of 'neten' van de luizen zitten stevig vastgekleefd aan de zijkant van de haren. Die kan je ook gewoon zien, en zelfs voelen als je het haartje tussen je vingers laat glijden.
'Luizen kunnen minder makkelijk lopen op haar met gel en haarlak', zegt Desirée Beaujean van het RIVM. Wat we zien is dat bij gel en haarlak de helft minder hoofdluis voorkomt dan bij kinderen die deze producten niet gebruiken.
Bij volwassenen hebben luizen net dezelfde symptomen als bij kinderen: jeuk in het haar of zichtbare luizen en neten. Let wel, luizen kunnen ook zonder directe symptomen voorkomen. Het is dus goed mogelijk dat je ook zonder jeuk al besmet bent met luizen. Of het kan ook zijn dat je wel neten hebt, maar nog geen luizen.
Wie last heeft van hoofdluis, moet al het haar in een haarnetje doen en onder de muts drukken, een liter olie via de tuit in de muts laten lopen zodat er een badje ontstaat en de olie tien minuten zijn werk laten doen. Daarna kunnen alle dode en versufte luizen met een luizenkam uitgekamd worden.
Luizen bestrijden met een stijltang is niet zonder gevaar
Verder kan een stijltang ook alleen maar gebruikt worden in droog haar. Een combinatie van de stijltang met een luizenshampoo of een luizenspray tegen luizen is dus niet mogelijk. Een stijltang is dus duidelijk onvoldoende om de luizen en de neten te doden.
Dit kan je doen met heet water en zeep of door te desinfecteren met 70% alcohol. Zo voorkom je dat er luizen of neten in de kam blijven zitten en je deze vervolgens weer door het haar kamt.
- Bladluizen hebben een hekel aan de sterke geur van munt, salie, tijm, dille, lavendel, koriander, citroenmelisse, uien, knoflook en Afrikaantjes. Plant ze tussen je andere planten of groenten en je zal minder luizen aantreffen.
Luizen hebben klimpootjes, geen looppootjes. Zij klimmen van haar naar haar en zullen nooit het haar loslaten. Luizen verspreiden zich dus niet via voorwerpen, tenzij deze voorwerpen haren bevatten, zoals haarborstels of haarelastieken. Een luis verspreidt zich in principe niet via zwemwater.
De eitjes van de hoofdluis, de neten, zijn grijswit en lijken op roos. Het verschil is dat roos los zit terwijl neten juist aan de haren kleven. Hoofdluis verspreidt zich in een hoog tempo. Een jonge luis is na 7-10 dagen volwassen en klaar om zelf weer eitjes te leggen.
Luizen zijn grijsblauw of roodbruin van kleur en heel erg klein dus daarom soms moeilijk te zien. Luizen komen uit eitjes, deze eitjes noemen we neten. Een neet is grijs/wit van kleur en lijkt een beetje op huidschilfertjes of roos.
Hoofdluizen hebben van nature de neiging om zich goed aan haren vast te houden, zo ook tijdens het zwemmen van de gastheer. Hoewel hoofdluizen niet kunnen zwemmen, verdrinken ze niet tijdens het zwemmen of wassen van de haren.
Controle na 7 dagen is dus snel genoeg om ook luizen te vinden die kort na de behandeling uit hun neet zijn gekomen, maar nog niet groot genoeg zijn om zich te hebben voortgeplant.