Een waterhoofd op volwassen leeftijd ontstaat vaak plotseling en dan is er sprake van acute hydrocefalus. Soms ontwikkelen ouderen op bejaarde leeftijd ook een waterhoofd. Het waterhoofd neemt dan langzaam toe, maar de hersendruk blijft normaal. Men spreekt dan van een normal pressure hydrocefalus.
Dit kan komen door een aangeboren vernauwing van het aquaduct (de verbinding tussen de 3de en 4de ventrikel). Ook kan het ontstaan door verklevingen na een ontsteking of door tumoren. We noemen dit een niet-communicerende hydrocefalus omdat de verbinding afgesloten is.
Hydrocefalus wordt behandeld door met een operatie een buisje (shunt of drain) in de hersenkamers te plaatsen. Dan kan het hersenvocht weglopen. De druk in de hersenen neemt dan af. Later wordt de shunt of drain in een bloedvat of in de buikholte geleid.
Wat minder bekend is, is dat een waterhoofd op elke leeftijd kan ontstaan. Hydrocefalus/waterhoofd kan hersenletsel tot gevolg hebben, als complicatie van een bloeding, letsel, ontsteking of tumor.
Deze aandoening wordt ook wel hydrocefalie of 'waterhoofd' genoemd. De symptomen die hiermee gepaard kunnen gaan, zijn onder andere braken, lusteloosheid en heel veel slapen (lethargie), hoofdpijn, een vergroot hoofd of zelfs stuipaanvallen (convulsies).
De diagnose van een waterhoofd wordt gesteld door middel van een echo, CT-scan van het hoofd of MRI-scan. De arts kijkt dan naar de grootte van de hersenkamers. Normaal gesproken zit er zo'n 150 milliliter vocht in de hersenkamer en rond de hersenen.
Ongeveer 1 op de 500 baby's wordt geboren met een waterhoofd. De niet-aangeboren vorm van hydrocefalie komt ook voor bij 1 op de 500 pasgeborenen. Soms is een erfelijke afwijking de oorzaak. In een aantal gevallen komt het voor in combinatie met een open ruggetje of andere aandoeningen.
Hersenvocht is een kleurloze heldere vloeistof in de hersenkamers en tussen de hersenvliezen. Het hersenvocht wordt gevormd door gespecialiseerde cellen in de ventrikels en wordt door het bloed afgevoerd. Het hersenvocht beschermt de hersenen en het ruggenmerg tegen schokken.
Hersenoedeem kan de toevoer van bloed naar de hersenen beperken. Daardoor kan een tekort aan zuurstof in de hersenen optreden en kunnen de hersencellen beschadigen of zelfs sterven. Doordat de harde schedel niet meegeeft, niet uit kan zetten, kunnen de hersenen gestuwd worden richting de hersenstam.
Het Dandy-Walker syndroom is een aangeboren afwijking van de hersenen. De kleine hersenen zijn niet goed ontwikkeld en er zit vocht in de hersenen. Soms is ook de verbinding tussen beide hersenhelften niet aangelegd.
Uit onderzoek blijkt dat mensen met een groot hoofd ook grotere hersenen hebben. En hoewel intelligentie moeilijk te definiëren is, lijkt het er sterk op dat de hersengrootte invloed heeft op hoe slim je bent.
Als er te veel hersenvocht in je hersenholtes zit, dan drukt dit op het omringende hersenweefsel. Hoe groter de druk en hoe langer het duurt, hoe groter de kans dat je hersenweefsel beschadigd raakt. Het is daarom belangrijk dat je hersenvocht goed kan blijven doorstromen en wordt afgevoerd.
Lekkage van hersenvocht is een van de meest voorkomende complicaties na een hersenoperatie vanwege bijvoorbeeld een aneurysma, epilepsie of hersentumor. Ongeveer 1 op de 15 patiënten krijgt hiermee te maken.
De hogere druk door hersenoedeem behandelen we door u middelen te geven waardoor u het te veel aan vocht uitplast. Deze middelen krijgt u via een infuus. Soms krijgt u een operatie. De arts verwijdert grote stukken schedelbot en opent het harde hersenvlies.
Ook als de bloeding uit zichzelf snel tot stilstand komt, is de prognose sterk wisselend. Het ziekbed kan lang zijn en ook tijdens deze periode is de mate waarin de patiënt herstelt moeilijk te voorspellen. Volledig herstel is mogelijk, maar ook ernstige invaliditeit kan het gevolg zijn.
Heel wat hersentumoren worden ontdekt naar aanleiding van aanhoudende, met de tijd erger wordende hoofdpijn die al dan niet gepaard gaat met misselijkheid, braken, slechter zien en bewustzijnsdalingen. Die symptomen komen hoofdzakelijk voor door een drukstijging in het hoofd.
De hoofdpijn bij een hersentumor is niet voor iedereen gelijk, maar de typische hoofdpijn bevindt zich achter de ogen, heeft een drukkend karakter en is niet kloppend, zoals bijvoorbeeld bij migraine het geval is. Bij tumoren in de kleine hersenen kan de hoofdpijn juist in het achterhoofd zitten.
Veel mensen denken dat hoofdpijn een teken is van een hersentumor. Niets is minder waar. Hoofdpijn komt veel voor (50 tot 80 procent van alle Nederlanders), maar wordt gevoeld in de buitenkant van het hoofd: de schedel, vliezen, spieren en bloedvaten. De hersenen zelf zijn gevoelloos.
Of een baby een groot of klein hoofd heeft is in de eerste plaats een kwestie van aanleg. Dus als papa of mama een groot hoofd heeft, is er meer kans dat je kind ook een wat groter hoofd heeft. Hetzelfde geldt voor een hoofdomtrek die kleiner dan gemiddeld is. Dit is dus geen reden om je zorgen te maken.
De buis wordt verwijderd en via de snee in de buik wordt de drain ingebracht in de buikholte (tussen de darmen). Daarna wordt de wond gehecht. De operatie duurt ongeveer 1 uur.
Er is een tekort aan hersencellen. Het kan zijn dat je baby minder hersenencellen heeft dan normaal. De hersenen zijn dan kleiner dan normaal en daardoor is de ruimte tussen de hersenen en de schedel te groot. Deze wordt opgevuld met grotere hersenkamers, en dus hersenvocht.
De tumoren ontstaan meestal rond het 50e tot 60e levensjaar, maar kunnen ook veel eerder of later optreden. Wat dat betreft is er een grote spreiding. Mannen en vrouwen lopen min of meer in gelijke mate het risico een hersentumor te krijgen.
Met bevolkingsonderzoek kan men een bepaalde kankersoort in een vroeg stadium opsporen. Door deel te nemen aan bevolkingsonderzoek vergroot u de kans op vroegtijdige ontdekking en genezing van kanker.
Van de mensen met een laaggradig glioom is ruim 80% twee jaar na diagnose nog in leven, terwijl dit ongeveer de helft is onder patiënten met een hooggradige ziekte. Glioblastoom, het meest voorkomende type, heeft de slechtste prognose met een 2-jaarsoverleving van nog geen 20%.