Een beetje autistisch bestaat niet. Of je hebt autisme, of je hebt het niet. Desondanks komt het regelmatig voor dat mensen aangeven kenmerken die bij autisme passen, bij anderen of zichzelf te herkennen.
Dan hoor je wel eens dat iedereen wel wat autistisch heeft. Toch is dat niet hetzelfde. Autismespectrumstoornissen, hierna korter aangeduid met autisme, hebben een sterke neurobiologische basis die in aanleg aanwezig is bij ongeveer 1-2% van de bevolking (Lord et al., 2022).
Iemand met lichte autisme trekken, weet wat er van hem of haar wordt verwacht en kan bepaalde emoties, boosheid of onmacht (redelijk) goed wegdrukken. Dat wil niet zeggen dat het er niet is. Iemand met een lichte vorm van autisme heeft het dus per definitie niet makkelijker om (goed) te functioneren.
Autisme komt vaker voor dan vroeger en ook bij vrouwen op latere leeftijd.
Problemen in de sociale interactie (contactstoornis)
De manier van contact maken met anderen is opvallend anders. Moeite om te begrijpen wat een ander van jou verwacht. Het niet goed kunnen aanvoelen van andere mensen. Weinig aandacht voor de ander.
Moeite met omgang andere mensen
Je begrijpt niet altijd wat andere mensen bedoelen. Je vindt het lastig om je in te leven in iemand anders. Je vindt het moeilijk om vrienden te maken en vriendschappen te onderhouden. Je hebt moeite met het maken van oogcontact.
Autisten die moeite hebben met het begrijpen van taal in het algemeen hebben ook moeite met het begrijpen van figuratieve taal in het bijzonder. Autisten die geen beperking hebben in het begrijpen van taal, hebben over het algemeen ook geen moeite met het begrijpen van metaforen, vergelijkingen en andere stijlfiguren.
Er bestaat geen biomarker voor autisme, zoals een bloed- of dna-test. De diagnose wordt gesteld door een psychiater of een gz-psycholoog aan de hand van een aantal gedragskenmerken. Iedere persoon met autisme is anders.
Iemand met PDD-NOS heeft last van sociale en communicatieve problemen zoals bij autisme, maar dan in mildere vorm. Er wordt dan ook wel gesproken van aan 'autisme verwante problematiek' of de term PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified).
Door autisme is het lastig om losse informatie te ordenen en te verwerken tot een groot samenhangend geheel. Waar anderen een film zien, ziet iemand met autisme eigenlijk allemaal losse beelden. Zo ziet de wereld eruit als je autistisch bent.
Veel mensen met autisme geven aan grote moeite te hebben met het opmerken en interpreteren van non-verbale communicatie. Hierdoor kan het ontzettend lastig zijn om de boodschap die iemand probeert over te brengen, te begrijpen, wanneer diegene non-verbale signalen gebruikt en de dingen onduidelijk en indirect benoemt.
Met “Ik ben autistisch” kun je refereren aan je eigen autistische gedrag, terwijl “Ik heb autisme” kan verwijzen naar de stoornis die je hebt die jouw gedrag beïnvloedt. Als je helemaal correct bent, moet je zeggen: “Ik heb autisme en ik doe autistisch.”'
Het is mogelijk om licht autistisch te zijn , maar veel van de gedragingen en voorkeuren die bij autistische mensen voorkomen, komen ook veel voor bij mensen die geen autisme hebben. Het verschil is dat autistische mensen zich op verschillende manieren en om verschillende redenen met dit gedrag bezighouden.
Maak een afspraak met je huisarts als je denkt dat je misschien autisme hebt. Tijdens de afspraak kun je vertellen wat je merkt of waar je last van hebt. De huisarts stelt jou ook vragen. Vindt je huisarts dat er meer onderzoek nodig is?
Autorijden met autisme
De meeste mensen met autisme kunnen prima veilig autorijden. Maar sommige vaardigheden tijdens het rijden zijn soms moeilijker.
Stoornissen in het autismespectrum en het Williams-syndroom zijn complexe cognitieve stoornissen die op sociaal gebied juist tegenovergestelde kenmerken vertonen: mensen met stoornissen in het autismespectrum zijn meestal hyposociaal, terwijl mensen met het Williams-syndroom doorgaans hypersociaal zijn.
Je camoufleert je autisme wanneer je je autismekenmerken in sociale situaties probeert te verbergen of te compenseren.
Met de Mentaal Beter online autisme test kun je achterhalen of deze kenmerken te maken hebben met autisme. Het invullen van deze test is geheel anoniem en je ziet direct de uitslag na het afronden van de test.
Huisarts kan doorverwijzen bij vermoeden autisme
Niet iedere ouder wil dat meteen.” Als het onderzoek bij de huisarts uitwijst dat er verder onderzoek nodig is, kan de huisarts je doorverwijzen naar een GZ-psycholoog of een psychiater.
Als ze boos zijn, dan zijn ze boos. Ze worden helemaal in beslag genomen door dat absolute gevoel. Daardoor zijn ze blind voor andere elementen in hun omgeving, die dat wat ze voelen in een ruimer kader situeren en dus zouden kunnen relativeren. Daardoor hebben ze veel minder controle over hun gevoelens.
Mannen met autisme hebben vaker comorbide externaliserende problemen (zoals gedragsproblemen en hyperactiviteit). Vrouwen met autisme hebben vaker comorbide internaliserende problemen (zoals angst en depressie).
Sommige autistische mensen communiceren voornamelijk of alleen via gebarentaal of ondersteunende en alternatieve communicatiemiddelen, terwijl de meerderheid van de autistische mensen gesproken taal gebruikt . Het gebruik van gesproken taal door autistische mensen verschilt vaak van de manier waarop allistische (niet-autistische) mensen communiceren.
Autistische mensen uiten hun emoties vaak op een andere manier dan neurotypische mensen. Dat is met een rouwproces niet anders. Sommige autistische mensen internaliseren rouw heel erg, trekken zich terug of storten zich obsessief op een speciale interesse.
Omdat mensen met autisme een letterlijke perceptie van de wereld hebben, hebben ze de neiging om dingen voor waar aan te nemen zonder ze te beoordelen of te interpreteren . Dit heeft ertoe geleid dat sommige onderzoekers tot de conclusie zijn gekomen dat mensen met autisme de wereld waarnemen zoals die werkelijk is, omdat ze hun hersenen niet toestaan om vorm te geven aan hoe ze dingen zien.