Zonder vertraging duurt het vmbo duurt 4 jaar, havo 5 jaar en vwo 6 jaar. Een leerling mag in de regel niet meer dan 1 jaar blijven zitten in dezelfde klas.
Leerlingen die deelnemen aan de theoretische of gemengde leerweg kunnen na het behalen van hun diploma doorstromen naar het havo. Ook leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg kunnen langs deze weg doorstromen naar het havo.
Leerlingen met een vmbo-diploma krijgen vanaf vandaag het recht om automatisch door te stromen naar de havo. Dit geldt voor leerlingen van de gemengde en theoretische leerweg. Er is één voorwaarde: ze moeten examen doen in zeven vakken in plaats van zes.
Vaak gelden er dan wel bepaalde toelatingsregels. Zo mag je zonder extra vak op sommige scholen alleen doorstromen naar het havo als je een positief advies hebt van vakdocenten of als je een gemiddeld cijfer van minimaal een 6,8 hebt voor de vakken Nederlands, Engels en Wiskunde.
Is havo veel moeilijker dan vmbo? In principe kan een goede, gemotiveerde vmbo-t-leerling de havo halen. In de praktijk betekent dit dat je met een hoog gemiddeld cijfer voor het eindexamen vmbo (hoger dan 7) zonder vertraging het havodiploma moet kunnen halen. Motivatie en inzet zijn heel belangrijk.
De doorstroming van vmbo naar havo missen omdat je bij één vak op je eindlijst niet afgerond minstens een 6,5, maar een 6,2 staat. Terwijl bij andere middelbare scholen deze norm geen keiharde voorwaarde is.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Met het diploma van basisberoepsgerichte leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 2. Met het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 3 of 4. Binnen het VMBO is de theoretische leerweg het hoogste niveau.
Het tempo en niveau van het havo is hoger dan van het vmbo. Leerlingen moeten bijvoorbeeld zelfstandiger werken en krijgen meer huiswerk. Bovendien is het onderwijsniveau theoretischer dan vmbo-t. In de onderbouw, de eerste, tweede en derde klas, volgen leerlingen algemene vakken op het havo.
Met de basisberoepsgerichte leerweg kun je naar niveau 2 van het mbo. De kaderberoepsgerichte leerweg geeft je toegang tot niveau 3 of 4 van het mbo. Tijdens de eerste twee leerjaren kijken we goed of je op het juiste niveau zit. Als dat niet zo is, dan kun je altijd nog wisselen van niveau.
Het Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (vmbo) is een vierjarige beroepsgerichte opleiding. Het vmbo bestaat uit vier leerwegen/niveaus: de theoretische leerweg/mavo (tl), de gemengde leerweg (gl), de kaderberoepsgerichte leerweg (kbl) en de basisberoepsgerichte leerweg (bbl).
Alleen maakt 't nogal uit op welke middelbare je zit. Op sommige scholen stromen heel veel leerlingen door naar de havo, op andere scholen niemand. NOS Kort vroeg aan de volgers hoe hun school daarmee omgaat. Sommige scholen moedigen het aan om door te gaan naar de havo.
Toelatingsbeleid Er bestaat geen wettelijke regeling voor de overgang van vmbo naar havo. De regels omtrent doorstromen worden door de school zelf opgesteld. De regels staan vermeld op de website van de school. Deze regels worden vaak toelatingsbeleid of toelatingsprocedure genoemd.
Zakken voor de havo of het vwo
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Soms is het nog niet direct duidelijk of een leerling naar het vmbo of de havo kan. Hiervoor hebben we als oplossing de tl/h afdeling, oftewel theoretische leerweg/havo-afdeling. In de eerste twee jaar kijken we of een leerling past bij de tl of de havo.
Wiskunde is alleen op het vwo een verplicht examenvak. Heb je als vmbo leerling dyscalculie? Dan kun je een profiel te kiezen waarin wiskunde geen verplicht examenonderdeel is.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Economie is bijvoorbeeld verplicht bij het profiel Economie & Ondernemen. Wiskunde is verplicht bij het profiel Media, Vormgeving & ICT en Mobiliteit & Transport.
Havo en vwo
Havo staat voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en duurt vijf jaar, vwo staat voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en duurt zes jaar. De eerste drie jaar volgen kinderen hier een breed pakket aan vakken, zoals wiskunde, aardrijkskunde, biologie, Engels en Nederlands.
Verplichte vakken: Nederlands, Engels, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en wiskunde en een keuze uit biologie of nask 1 (natuurkunde).
Qua niveau zijn de gemengde (gl) en de theoretische leerweg (tl) identiek. Beide leerwegen geven om die reden toegang tot het middelbaar beroepsonderwijs niveau 3 en 4 en de havo.
Wettelijk gezien is het diploma van vmbo-tl of vmbo-gl gelijk gesteld aan het overgangsbewijs van havo 3 naar havo 4. Leerlingen met een diploma van vmbo-tl of vmbo- gl zijn daarmee toelaatbaar tot het havo. Dat geldt sinds kort ook voor leerlingen van vmbo-tl uit leerjaar 3. Zij kunnen 'opstromen' naar havo 4.