Studenten kunnen naar het mbo (niveau 1 t/m 4), naar het hbo (in de vorm van een 2-jarige associate degree, een hbo-bachelor en/of een hbo-master) of naar de universiteit voor een wo-bachelor en/of wo-master. De hoogste graad in het onderwijssysteem is een PhD.
Een hbo-opleiding leidt mensen op voor hogere functies bij de overheid of in het bedrijfsleven, zoals verpleegkundige, accountant of bouwkundig ingenieur. Hbo-opleidingen volg je aan een hogeschool. Het wetenschappelijk onderwijs (wo) is het hoogste niveau. Een wo-opleiding volg je aan een universiteit.
Het hoogstbehaald onderwijsniveau is hbo-, wo-master, doctor. Dit omvat de hbo- en wo-masters en wo-doctorsopleidingen.
Niveau vwo
Het vwo duurt zes jaar en bereidt leerlingen voor op een wetenschappelijke opleiding aan de universiteit. Deze onderwijssoort is dan ook het meest theoretisch.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Er wordt binnen het hoogst behaalde onderwijsniveau een onderscheid gemaakt naar vijf categorieën, namelijk de categorie basisonderwijs, de categorie vmbo, havo-, vwo-onderbouw en mbo1, de categorie havo, vwo en mbo2-4, de categorie hbo- en wo-bachelor en de categorie hbo- en wo-master of doctor.
In het kort: Met een vwo-advies kan je zowel naar het atheneum als het gymnasium. Het niveau is op het atheneum en gymnasium gelijk. Het enige verschil is dat je op het gymnasium ook de vakken Latijn, Grieks en klassieke culturele vorming krijgt. Ook krijg je een gelijke diploma als je na klas 6 geslaagd bent.
Een typische vwo leerling is zeer zelfstandig en vormt graag zijn of haar eigen mening. Daarbij is er altijd de drang naar onderzoek. Een vwo'er is uiteraard slim, beschikt over een uitstekend zelfreflectie en is kritisch. Op zichzelf, maar ook op de directe omgeving.
Het havo is bedoeld voor leerlingen van twaalf tot zeventien jaar, en sluit aan op de basisschool, het vmbo-t en tot 1999 het mavo (alle vakken op D-niveau). Het havo bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo).
Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo) bereidt leerlingen voor op een studie aan de universiteit. Het vwo duurt 6 jaar.
Als je het letterlijk neemt, het hoogste wat je gedaan hebt, dus in jouw geval je huidige of laatste (eventueel niet afgeronde) opleiding. Er word niet gesproken over afgemaakt of niet.
Het beste antwoord. Het is inderdaad je hoogste afgeronde opleiding (afgerond betekend dus met diploma). Dus niet een opleiding waar je maar een jaar hebt gezeten als je daar geen diploma voor hebt gehaalt.
Als hoger opgeleiden worden in de regel de volgende groepen gezien: Mensen die een opleiding hebben afgerond aan een Hogeschool (HBO opleiding). Mensen die aan de Universiteit hebben gestudeerd (WO opleiding, bachelor én master).
Universiteit is niet moeilijker of beter dan hogeschool.
Hét grote verschil zit 'm in de manier van lesgeven en evalueren. Zorg dus vooral voor een match met je eigen studieprofiel, dan studeer jij straks in no time magna cum laude af.
We vergelijken het Diploma van Secundair Onderwijs in de richting Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) met een vwo-diploma.
Diploma. Technisch secundair onderwijs (TSO) kan meer theoretisch of meer praktisch zijn (diverse profielen), waardoor de leerling zowel voorbereid wordt op een vervolgstudie in het hoger onderwijs of naar de werkvloer kan. Diploma.
De cijfers die de leerlingen halen voor toetsen dalen gemiddeld met 0,5 – 1 cijferpunt, en dat is aanzienlijk. Veel HAVO-leerlingen blijken moeilijk in staat deze teruggang in cijfers om te buigen, en blijven daardoor zitten, of stromen af naar de MAVO.
Voor leerlingen in het HAVO geldt dat de meesten het 5e en laatste jaar afronden als ze 17 zijn geworden.
Havo staat voor hoger algemeen voortgezet onderwijs. Deze opleiding duurt vijf jaar en bereidt leerlingen voor op het hoger beroepsonderwijs (hbo). Het tempo en niveau ligt hoger dan op het vmbo. Leerlingen moeten zelfstandig werken, lezen en schrijven en er wordt veel huiswerk gegeven.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Er wordt verschillend bericht over het niveau in VWO 4,5 of 6. Het lijkt erop dat vooral leerkrachten benadrukken dat het niveau in het vierde leerjaar toch echt zwaarder is dan in de voorgaande jaren.
Van de bevolking heeft 2,5 procent een IQ van boven de 130 (ter vergelijking: het gemiddelde IQ van een havo-leerling bedraagt 103.8, voor een vwo-leerling 115).
Belemmeringen voor de doorstroom havo-vwo
In het havo-profiel cultuur en maatschappij (CM) is wiskunde niet verplicht. Op het vwo maakt wiskunde deel uit van ieder profiel, ook CM. Doorstromers met een CM-profiel zullen dus alsnog examen in wiskunde moeten doen.
Vwo. Het atheneum vormt samen met het gymnasium het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (vwo). Het is daarmee één van de twee richtingen van het vwo. Beide richtingen van het vwo duren zes jaar.
De plusklas is bedoeld voor leerlingen met een VWO-advies die meer aankunnen en die breed geïnteresseerd zijn. Vaak zitten deze leerlingen op de basisschool al in een plusgroepje en/of krijgen extra uitdaging in de klas. De pluslijn wordt voortgezet in de tweede en derde klas onder de vlag van het gymnasium.