Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen. Dyslexie staat namelijk los van intelligentie en er is dus geen verschil met beneden gemiddeld of gemiddeld begaafde kinderen bij het vaststellen van dyslexie.
Mensen die hoogbegaafd zijn, hebben een verhoogde kans om ook dyslexie, AD(H)D, dyscalculie of autisme te hebben. Het huidige onderwijssysteem - dat lineair is ingesteld - zorgt er voor dat veel hoogbegaafde kinderen problemen hebben op school of zelfs gaan onderpresteren.
Hoogbegaafde kinderen zijn geen monoliet. Sommigen worden beschouwd als 2e. Dit staat voor dubbel uitzonderlijk of tweemaal uitzonderlijk en beschrijft voor het grootste deel een hoogbegaafd kind met een beperking. Hoogbegaafde kinderen kunnen bijvoorbeeld ook dyslexie hebben .
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
Hoogbegaafdheid theorie
Belangrijkste criteria: hoge intelligentie, motivatie èn creativiteit.
Ze kunnen bijvoorbeeld al zien hoe ze iets willen, al weten hoe iets moet, maar nog niet de verfijnde motoriek hebben om het te maken. Zijn soms, niet altijd, cognitief ook al verder dan de sociale en emotionele ontwikkeling. Daardoor kan een hoogbegaafd kind heel volwassen en wijs overkomen.
Een groot aantal heeft problemen gerelateerd aan hoogbegaafd zijn, zoals stress en burnout, depressie, eetproblemen, concentratieproblemen, slaapproblemen, eenzaamheid, angstklachten als faalangst, leerproblemen, onzekerheid, stemmingswisselingen, overgevoeligheid, relatieproblemen, minderwaardigheidsgevoelens, ...
Maar als een kind een laag IQ heeft en daarnaast ook nog eens dyslexie, betekent dat gewoon dat ze nog meer moeite zullen hebben met leren lezen. Maar als je dat weet, hebben de meeste mensen met dyslexie op zijn minst een gemiddeld of bovengemiddeld IQ . Het heeft dus helemaal niets met intelligentie te maken.
Er is niet één enkel "dyslexie-gen"; momenteel zijn er meer dan 40 genen gekoppeld aan dyslexie, elk waarschijnlijk met een klein effect op zichzelf. Er is in geval van dyslexie geen enkel "dominant" of "recessief" gen.
Twee keer uitzonderlijk of 2e is een term die wordt gebruikt om leerlingen te beschrijven die zowel intellectueel begaafd zijn (zoals vastgesteld door een erkende gestandaardiseerde beoordeling) als leerlingen met leerproblemen, waaronder ook leerlingen met dyslexie vallen.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Hoogbegaafdheid is geen stoornis en komt daarom niet voor in de DSM. Er is dus ook geen sprake van een diagnose. Je kunt hoogbegaafdheid wel laten vaststellen aan de hand van een begaafdheidsonderzoek en/of IQ test.
Intelligentie. Zoals in de definitie van dyslexie wordt beschreven (BVRD, 2021), gaat het om een specifieke leerstoornis die niet het gevolg is van een algemene verstandelijke beperking.
Rol van intelligentie bij begrijpend lezen
Herhaaldelijk is aangetoond dat leerlingen met een hogere intelligentie beter zijn in begrijpend lezen. Intelligentie is 'het vermogen doelgericht te handelen, rationeel te denken en effectief met de omgeving om te gaan'.
Dyslexie beïnvloedt vaak het functioneren van gesproken taal . Getroffen personen kunnen moeite hebben met het vinden van de juiste woorden, kunnen stotteren of kunnen pauzeren voordat ze directe vragen beantwoorden. Dit brengt hen in het nadeel als ze de adolescentie ingaan, wanneer taal centraler wordt in hun relaties met leeftijdsgenoten.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen. Dyslexie staat namelijk los van intelligentie en er is dus geen verschil met beneden gemiddeld of gemiddeld begaafde kinderen bij het vaststellen van dyslexie.
Vaak vrezen ouders dat een dyslexiediagnose aangeeft dat hun kind minder intelligent is dan leeftijdsgenoten. Toch is dyslexie niet exclusief voor een bepaald intelligentieniveau; het kan individuen treffen met een gemiddeld, bovengemiddeld en hoogbegaafd intellect.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Kinderen met dyslexie lopen vaak tegen een aantal problemen aan: Ze vinden het lezen en begrijpen van lange teksten moeilijk. Ze moeten een tekst of vraag meerdere keren lezen om de inhoud te begrijpen. Ze lezen vragen verkeerd en geven daarom het verkeerde antwoord.
Wat is hoogbegaafdheid? Hoogbegaafdheid betekent dat je snel denkt en je ingewikkelde dingen goed kan begrijpen.Je werkt graag zelfstandig, bent nieuwsgierig en hebt veel motivatie.
Begaafdheidstrauma komt voort uit problemen in de kindertijd met het gevoel dat je nergens bij hoort vanwege je gave . Pesten, honger naar mentale stimulatie, schoolmismatch en andere problemen die specifiek zijn voor de levenservaring van het begaafde kind kunnen ook bijdragen aan zowel het belangrijkste mentale gezondheidsprobleem als het gavespecifieke trauma.
In de literatuur wordt in sommige onderzoeken gemeld dat er bij hoogbegaafde kinderen vaker sprake is van depressieve klachten (32, 41, 42), maar in andere onderzoeken wordt benadrukt dat hoogbegaafde kinderen vergelijkbare depressieve symptomen vertonen als hun leeftijdsgenoten met een normale intelligentie en een normaal vaardigheidsniveau (43–46).