Cystoscopie. Bij een cystoscopie kijkt de uroloog met een kijkbuis, ook wel een scoop genoemd, via de plasbuis in de blaas om te zien of er afwijkingen zichtbaar zijn. Mogelijke afwijkingen zijn een blaasverzakking, blaassteen of een blaaspoliep.
De uroloog kijkt goed naar de plasbuis en de blaas, en bij mannen ook naar de prostaat. De uroloog haalt de cystoscoop uit de blaas en dan is het onderzoek afgelopen. U kunt zelf het water uitplassen op het toilet.
U heeft een zeurend gevoel of pijn in uw onderbuik, benen of liezen. Ook kunt u pijn in uw rug hebben. U kunt niet goed zitten, fietsen of wandelen. U ziet of voelt de baarmoedermond bij de ingang van uw vagina.
Bij uw eerste polikliniekbezoek heeft u een gesprek met de arts en misschien wordt er een lichamelijk onderzoek gedaan. Ook kan het zijn dat er een blaasonderzoek (cystoscopie) gedaan wordt (zie folder cystoscopie). Tijdens dit bezoek vraagt de arts vooral naar uw klachten.
Een blaasonderzoek is een kijkonderzoek van de plasbuis en de blaas. Bij mannen gaat het ook om de prostaat. Bij dit onderzoek gaat de uroloog met een dun slangetje of buisje, de cystoscoop, via de plasbuis de blaas in. Aan dit slangetje zit een lichtsnoer en lens.
Het onderzoek is niet pijnlijk, maar kan wel als onaangenaam ervaren worden. U kunt dit verminderen, door u zo goed mogelijk te ontspannen en de aanwijzingen van de uroloog op te volgen. Omdat er tijdens het onderzoek steriele vloeistof in de blaas gebracht wordt, kunt u aandrang tot plassen krijgen.
Het is belangrijk dat u met een volle blaas naar de poli komt. Dit verbetert de kwaliteit van het onderzoek en is bovendien nodig voor het plasonderzoek. Begin twee uur vóór het onderzoek met het drinken van water, limonade, thee of koffie. Drink elke 20 minuten één vol glas.
Een cystoscopie is een kijkonderzoek van de blaas. Hierbij kijken we naar de binnenkant van de urineblaas. Tijdens dit onderzoek kunnen eventuele afwijkingen in de plasbuis, prostaatgebied of urineblaas ontdekt worden of verder bekeken worden.
Een cystoscopie is een inwendig onderzoek van de plasbuis en de blaas. Dit onderzoek wordt uitgevoerd met een cystoscoop, een dunne holle buis, met een camera die aangesloten is op een scherm. Op dit scherm kan de patiënt zelf meekijken. De cystoscopie kan met een starre buis of een flexibele slang gedaan worden.
Wat houdt een echografie van de blaas in? Bij dit onderzoek bepaalt de onder-zoeker de mogelijke hoeveelheid urine die na het plassen in de blaas achterblijft. Dit gebeurt met een apparaatje op de huid, dat geluidsgolven uitzendt en opvangt. Deze geluidsgolven hebben zo' n hoge frequentie, dat u ze niet kunt horen.
De huisarts kijkt niet alleen of er een verzakking is, maar onderzoekt ook de huid rondom de vagina en de anus. Zo is het bijvoorbeeld goed te zien of je ooit uitgescheurd of ingeknipt bent en of de huid nog goed doorbloed is (wat na de overgang soms niet het geval is).
Na de leeftijdsgrens van 45 gepasseerd te zijn komen bij veel vrouwen de klachten om de hoek kijken. Dit heeft met name te maken met het verslappen van de spieren, waardoor de beschadigingen aan het licht komen. Naast zwangerschap kunnen er nog andere oorzaken zijn van prolaps en prolapsklachten.
Zorg dan dat je begint met het op orde krijgen van de kracht van de bekkenbodem, de bekkenspieren (buik, bil, heup, rug) en start dan heeeel rustig. Gewoon een stukje wandelen en dan een stukje rennen. Door eerst stevig door te wandelen bouw je een goede voorspanning op in je bekkenbodemspieren.
Het eerste uur tot enkele dagen na de cystoscopie kan een branderig gevoel bij het plassen en een versterkte plasdrang optreden. Ook kan er wat bloed in de urine zitten. Hier hoef je je geen zorgen over te maken.
Meestal bedragen de kosten €225, maar afhankelijk van de aard van de onderzoeken kan dat bedrag hoger liggen.
Een cystoscopie is een onderzoek waarbij met een dun instrument in de plasbuis en de blaas gekeken kan worden. Er kan eventueel ook een kleine ingreep gedaan worden. Bij volwassenen kan dit op de polikliniek, maar bij kinderen gebeurt dit altijd onder narcose. Een (dag-)opname is dan noodzakelijk.
Met een CT scan van de urinewegen kunnen de radioloog en de uroloog de nieren, urineleider en blaas goed beoordelen. Zij kunnen bijvoorbeeld zien of er een tumor, een steen of een aangeboren of verworden afwijking is van en in de nier, urineleider en/of blaas.
Om goed zicht te houden, laat de arts voortdurend water in uw blaas lopen. Hierdoor kunt u op een gegeven moment aandrang voelen om te plassen.
Als de urineblaas is verwijderd, moet uw urine het lichaam op een andere manier verlaten. Dit kan door een urinestoma te maken van een stukje dunne darm. De stoma kan geen urine bewaren, waardoor de urine er vanzelf uitloopt en in een zakje wordt opgevangen.
Normaal gesproken plassen we per 24 uur ongeveer zes á zeven keer, waarvan soms één keer 's nachts. Als u vaker moet plassen – misschien wel ieder uur- dan spreken we van een overactieve blaas.
Van de meting merkt u niets en u heeft voldoende privacy. Om dit onderzoek te kunnen doen, komt u naar de polikliniek met een volle blaas. U kunt hiervoor het beste minimaal 4 glazen water of thee drinken in de 2 uur voor het onderzoek. Heeft u meerdere onderzoeken op de polikliniek?
Bij volwassenen varieert de blaasinhoud van 350 tot 500 milliliter. Als deze hoeveelheid urine in de blaas zit, krijgt u meestal het gevoel dat u moet plassen. U reageert op deze aandrang door de blaas te legen.
Bij zichtbaar bloed in de urine is het verstandig om zonder uitstel naar de huisarts te gaan. Indien nodig zal hij u doorverwijzen naar het ziekenhuis, ook gedurende de coronaperiode. Bloed in de urine, zichtbaar of onzichtbaar, wordt hematurie genoemd.
Wanneer krijgt u een blaasonderzoek? U krijgt een blaasonderzoek als u blaasklachten heeft of klachten heeft bij het plassen. Ook wordt een blaasonderzoek verricht als er bloed in de urine zit of als u gecontroleerd wordt na het verwijderen van een blaastumor.
Bij vrouwen is de plasbuis een stuk korter: ongeveer 3 cm lang. De plasbuis loopt vanuit de blaas naar de vulva. De opening (het plasgaatje) ligt tussen de clitoris en de vagina.