Neen, je moet aan de toelatingsvoorwaarden voldoen. Aan elk leerjaar en aan elke studierichting zijn toelatingsvoorwaarden verbonden. Zo moet je bijvoorbeeld geslaagd zijn in het vorige leerjaar, of een bepaalde leeftijd hebben, of een beslissing van de klassenraad krijgen …
Een school kan niet zomaar weigeren om een leerling in te schrijven. De toelatingsvoorwaarden en redenen om een leerling te weigeren liggen namelijk wettelijk vast. Scholen mogen geen eigen extra toelatingsvoorwaarden opleggen. 'Geen vrije plaats meer' is een wettige reden om een kind te weigeren.
Fase 3: individueel aangepast curriculum (IAC). Het CLB stelt een verslag op voor toegang tot buitengewoon onderwijs of voor een IAC in gewoon onderwijs. De fase van het IAC kan zowel in het gewoon als in het buitengewoon onderwijs vorm krijgen.
Om uw kind een individueel aangepast curriculum (IAC) te kunnen laten volgen in een school voor gewoon onderwijs of om te kunnen inschrijven in het buitengewoon onderwijs, hebt u een verslag nodig van een centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB).
Een gemotiveerd verslag maakt ondersteuning vanuit buitengewoon onderwijs mogelijk. Een school voor gewoon onderwijs kan hiervoor beroep doen op de deskundigheid van het ondersteuningsnetwerk of van een specifieke school buitengewoon onderwijs.
Voordat de school uw kind toelaat, moet de school bij het samenwerkingsverband een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen. Dit is een bewijs dat uw kind recht geeft op een plek in het speciaal onderwijs. Deskundigen adviseren het samenwerkingsverband of uw kind (voortgezet) speciaal onderwijs nodig heeft.
Met een 'verslag van het CLB' kan een kind kiezen tussen het buitengewoon onderwijs of een individueel aangepast curriculum in een gewone school. Een 'gemotiveerd verslag van het CLB' geeft recht op ondersteuning in het gewoon onderwijs om het gemeenschappelijk curriculum te kunnen volgen.
Een leerling die niet beantwoordt aan de hoedanigheid van "regelmatige leerling", is een "vrije leerling". Een vrije leerling voldoet wel aan de leerplicht (voorzover een volledig leerprogramma wordt gevolgd), doch kan onder geen enkel beding enige aanspraak maken op de sanctie der studies.
Een IAC is een leerprogramma op maat van een leerling met een verslag voor toegang tot buitengewoon onderwijs. De leerling is niet ingeschreven in het buitengewoon onderwijs, maar wel in het gewoon onderwijs.
Een OPP-eigen leerlijn is de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling voor een bepaalde, langere periode, welke weergeeft wat het verwachte uitstroomniveau van de leerling is.
Een redelijke aanpassing verandert iets aan een omgeving, waardoor die toch toegankelijk wordt voor een persoon met een handicap. Zo'n maatregel neutraliseert het effect van de onaangepaste omgeving waarmee een persoon met een handicap te maken krijgt. Voorbeelden: Veerle studeert voor verpleegkundige.
Wanneer blijkt dat een leerling meer nodig heeft dan de brede basiszorg, gaat de leerling over naar verhoogde zorg (fase 1). Het zorgteam van de school bekijkt samen met leerling, ouders en leerkracht hoe de leerling (of groep leerlingen) op school extra zorg kan krijgen.
Het secundair onderwijs volgt op het basisonderwijs. De meeste kinderen volgen het voltijds secundair onderwijs. Het voltijds secundair onderwijs is opgedeeld in 3 graden. Het studieaanbod in de 2de en 3de graad is ingedeeld volgens studiedomeinen, finaliteiten en 4 onderwijsvormen.
De basisschool mag uw kind weigeren op de volgende gronden: De school is vol. De school kan niet voorzien in de ondersteuning die een leerling nodig heeft. Ouders accepteren de godsdienstige of levensbeschouwelijke richting van de school niet.
Moet mijn kind deelnemen aan onderwijsactiviteiten zoals schoolzwemmen en schoolreisjes? Uw kind moet meedoen aan activiteiten als schoolzwemmen, excursies en schoolreisjes als deze horen bij het lesprogramma.
Zij moeten naar school. Als uw kind niet meer naar school gaat, zonder goede reden, dan meldt de school dit aan de gemeente. De leerplichtambtenaar van de gemeente stelt vervolgens een onderzoek in. Samen met de leerling, school en ouders probeert de ambtenaar ervoor te zorgen dat uw kind weer terug gaat naar school.
Het ondersteuningsnetwerk van KIDS biedt deze begeleiding aan. Het ondersteuningsnetwerk vervangt de vroegere begeleiding geïntegreerd onderwijs (GON) en inclusief onderwijs (ION). Een kind of jongere krijgt niet langer standaard een vast aantal uren begeleiding per week gedurende een bepaalde periode.
Het gemeenschappelijk curriculum bevat de leerdoelen die je hiervoor moet bereiken. Het gaat over alles wat je moet kennen en kunnen om een diploma of studiebewijs te krijgen. Leerlingen die een gemeenschappelijk curriculum volgen en hiervoor slagen, hebben recht op een getuigschrift of diploma.
Het nieuwe ondersteuningsmodel vervangt de vroegere begeleiding geïntegreerd onderwijs (GON) en inclusief onderwijs (ION). Je kind krijgt niet meer standaard een vast aantal uren begeleiding per week gedurende een bepaalde periode, zoals in GON en ION.
Leerlingen die niet slagen in 1A (C-attest) en op leeftijd zitten, zijn verplicht om over te zitten. schooljaar 2020-2021 zal uitzonderlijk een overstap mogelijk zijn van 1B naar 1A mits toelatingsklassenraad. Leerlingen die niet slagen in 1B kunnen enkel overzitten in 1B.
Nee, dat mag niet. Je moet het secundair onderwijs leerjaar na leerjaar afwerken. Er kan wel een uitzondering gemaakt worden voor sommige leerlingen, zoals hoogbegaafden. Zij kunnen zich inschrijven als “vrije leerling” in een hoger leerjaar.
De school moet schriftelijk motiveren waarom u een B-attest krijgt. Wilt u toch het leerjaar overdoen, dan moet de delibererende klassenraad hiermee akkoord gaan. Kreeg u een B-attest met uitgebreide clausulering dan mag u altijd overzitten als u dat wil.
Met autisme naar het buitengewoon onderwijs
In het buitengewoon onderwijs wordt type 9 ingericht voor leerlingen met een autismespectrumstoornis die geen verstandelijke beperking hebben, maar niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.
Je kan tijdens of na het schooljaar overstappen van een school voor gewoon onderwijs naar een school voor buitengewoon onderwijs. Daarvoor heb je een verslag voor een individueel aangepast curriculum in het gewoon onderwijs of voor toegang tot het buitengewoon onderwijs nodig.
Buitengewoon kleuter- en lager onderwijs type 4 richt zich tot kinderen die door een motorische en/of meervoudige beperking het gewoon onderwijs tijdelijk of permanent niet kunnen volgen. Wij vertrekken vanuit de individuele mogelijkheden van elke leerling en proberen diens potentieel maximaal te ontplooien.