Een hellend dak is prima van binnenuit te isoleren door PIR isolatieplaten aan te brengen. Dit kan het beste tussen de balken, tegen het (droge) dakbeschot. Het voordeel van het op deze manier PIR isolatie aanbrengen, is dat er een ononderbroken schild ontstaat.
Bevestig de PIR platen op het oppervlakte met kit of lijm. Je kunt er ook voor kiezen om met dakplaatjes de isolatieplaten vast te schroeven. Als laatste plak je alle naden en overlappen af met aluminium tape. Zijn er grote naden ontstaan, dan kun je die afdichten met PUR schuim.
Naast minerale wollen als isolatiemateriaal voor uw schuine dak, is isoleren met pir isolatieplaten ook een goede mogelijkheid. Pir heeft een lambdawaarde van 0.022 wat in de praktijk betekent dat u ruimtebesparend kunt isoleren. Om een isolatiewaarde van 6.25 te behalen, bent u met PIR een dikte van 130mm nodig.
Is PIR vochtwerend? PIR heeft een dichte celstructuur die ervoor zorgt dat het materiaal geen vocht opneemt. Daarom is PIR zeer geschikt om te gebruiken op platte daken, in spouwmuren en op andere plekken waar vocht bij kan komen. PIR is dus zeker vochtbestendig, maar het is niet waterdicht.
Dikte PUR / PIR (stijve platen of schuim)
Om een minimale Rd waarde van 3.5 te bereiken kun je volstaan met een laagdikte van slechts 9 tot 11 centimeter. Bij een Rd waarde van 4.5 heb je een laagdikte van 12 tot 14 centimeter nodig.
Dakisolatie aan de binnenzijde is mogelijk als je huis een schuin (of hellend) dak heeft. van het dakbeschot wordt isolatiemateriaal geplaatst. Dat kunnen isolatieplaten zijn, of isolatiedekens die afgewerkt worden met gipsplaten. Maar ook kan polyurethaan (PUR) als dakisolatie tegen het dakbeschot worden gespoten.
Gebruik voor een PIR plaat met de standaard afmeting 1200 x 600mm tenminste 4 schroeven per plaat. De schroeven moeten altijd tenminste 20mm langer zijn dan de dikte van de isolatieplaat.
PIR is beloopbaar en drukvast
Bij het plaatsen van PIR isolatie voor het platte dak, kunnen dakdekkers met een gerust hart staan en wandelen op de PIR isolatieplaten zonder dat deze vervormen.
Indien er knieschotten aanwezig zijn en u wilt isoleren met iSoEasy, dan is het van belang dat u ook achter de knieschotten, tot aan de dakvoet, isoleert. Hierdoor voorkomt u achter de knieschotten een koude ruimte en de daarbij behorende vochtproblemen.
Gebruik zeker geen te smalle isolatiedekens tussen het houten frame van het dak. Snij de stroken isolatie op maat van je dakframe zelf. Best 1 tot 2 cm breder dan het vak zelf zodat ze een beetje klemmen. Geen enkel dak is overal gelijk qua breedte.
Minerale wol: Glaswol en rotswol zijn erg geschikt als isolatiemateriaal voor hellende daken en zoldervloeren. Het wordt vaak in isolatiedekens verwerkt maar kan ook ingeblazen worden in de vloer of in het dak. Minerale wol isoleert erg goed, kan goed tegen vocht en is relatief goedkoop.
Heeft u niet veel kluservaring dan is de meest eenvoudige keuze om uw dak van binnenuit te isoleren met steenwol of glaswol. Daarnaast is het ook goedkoper dan varianten met PIR en heeft het een prima isolatiewaarde. Heeft u meer ervaring met isoleren dan kunt u ook kiezen voor ons maatwerk PIR-platen.
De beste dakisolatie is het aanbrengen van isolatiemateriaal bovenop het platte dak, waarna de isolatie wordt afgewerkt met waterdicht materiaal. Dakisolatie vanaf de buitenzijde wordt een “warm dak” methode genoemd.
Is je dak al geïsoleerd, maar merk je een groot warmteverlies, is het koud op je zolder of liggen je stookkosten hoog? Dan kan je dak dubbel isoleren een oplossing bieden. Een vakman brengt dan een extra laag dakisolatie aan.
Is er aan de binnenkant van het dak voldoende ruimte voor extra isolatie, dan kan je de bestaande isolatielaag en afwerking laten zitten en daartegen een extra laag isolatie aanbrengen. De bestaande laag is meestal dampremmend, werk de nieuwe laag daarom af met klimaatfolie en gipsplaten of schroten.
Bij een omgekeerd dak fungeert de dakbedekking, zoals bitumen, als waterdichte afdeklaag. Daarbovenop bevestigt u het isolatiemateriaal, zoals XPS. XPS is bijzonder vochtbestendig en daarom het enige materiaal dat geschikt is voor deze klus.
Dankzij het dakbeschot kunt u over uw dak lopen of hier dakpannen op aanbrengen. Als u geen goed dakbeschot heeft, dan is het belangrijk om ervoor te zorgen dat hier verandering in komt. Zonder goed dakbeschot hebben weerelementen meer kans in uw huis en kan er lekkage ontstaan.
Het onderdak maakt je dak waterdicht en zorgt voor de warmte-isolatie van een ruimte. Ook houdt het vorst en insecten tegen en moet het brandwerend zijn. Heb je een oud huis waarvan het hellende dak is voorzien van leien of dakpannen, zonder dit dakgedeelte dan weet je haast zeker dat het dak niet geheel waterdicht is.
Bij isolatie met cellulose vlokken of halfstijve platen moet je in de regel een laagdikte aanhouden van 13 tot 16 centimeter, indien je tenminste een Rd waarde van minimaal 3.5 wil bereiken. Wil je beter isoleren (Rd waarde 4.5), dan zul je al gauw 16 tot 21 centimeter dik moeten isoleren.