Bij de uitslag PAP II is er geen voorstadium van kanker. Als u ook HPV heeft, krijgt u wel een verwijzing naar de gynaecoloog. De gynaecoloog doet een colposcopie.
Pap 1 is een goede, normale uitslag. Bij Pap 2 tot en met Pap 5 kan er iets aan de hand zijn: van een onschuldige irritatie of infectie tot onrustige cellen, een voorstadium van baarmoederhalskanker, of toch baarmoederhalskanker.
PAP 2: er zijn enkele afwijkende cellen gevonden, maar een aanvullend onderzoek bij de gynaecoloog is niet nodig. De cellen herstellen zich vanzelf. Wel wordt na zes maanden een nieuw uitstrijkje gemaakt. PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden.
CIN II of matige dysplasie
Er is geen sprake van (een voorstadium van) kanker. CIN II heeft ook nog een kans uit zichzelf te verdwijnen; behandeling is daarom niet altijd nodig.
Bijna altijd ruimt je lichaam de HPV-infectie binnen 1 tot 2 jaar weer zelf op. In ongeveer 10%-20% van de gevallen gebeurt dat niet. Dan kan na vele jaren kanker ontstaan. Ongeveer dertien hoog-risico typen HPV kunnen kanker veroorzaken.
Het lichaam ruimt ook de meeste afwijkende cellen weer op. Soms lukt dat niet. Dan kan na een lange tijd baarmoederhalskanker ontstaan. Als de HPV-infectie zich ontwikkelt tot baarmoederhalskanker, duurt dit gemiddeld 10 tot 15 jaar.
Klachten en symptomen baarmoederkanker
onregelmatig en veel bloedverlies tussen de menstruaties door. bloedverlies bij het plassen of andere plasklachten. vrouwen met baarmoederkanker in een vergevorderd stadium kunnen last hebben van moeheid, vermagering en/of buikpijn.
Bij CIN II en III bestaat de behandeling meestal uit een lis-excisie of conisatie. Meestal kiest de gynaecoloog voor een lis-excisie. Als de afwijkingen meer aan de binnenkant van de baarmoederhals zitten bij de cilindercellen, doet hij of zij een conisatie.
Risico op het detecteren van een CIN-laesie geassocieerd met een HPV-infectie van welke duur dan ook. Van de 1.073 vrouwen met een HPV-infectie van welke duur dan ook, ontwikkelden respectievelijk 120 (11,2%), 63 (5,9%) en 23 (2,1%) vrouwen een CIN1+, CIN2+ of CIN3+-laesie geassocieerd met hetzelfde HPV-type binnen 48 maanden (Fig. 1a).
Onrustige cellen zijn cellen die er anders uitzien dan normale cellen. Ze kunnen ontstaan door een infectie, bijvoorbeeld met HPV. Vaak ruimt het lichaam onrustige cellen vanzelf weer op.
Indien het HPV niet aanwezig is, wordt het uitstrijkje na 6 maanden herhaald. Indien het HPV wel aanwezig is wordt aanvullend onderzoek geadviseerd door middel van colposcopie. Dit is om te beoordelen of er afgewacht kan worden of de afwijking weer vanzelf verdwijnt zonder dat een behandeling plaatsvindt.
CIN2+ afwijkingen worden gezien als klinisch relevante afwijkingen. Na besmetting met HPV kunnen zich vrij snel, na 2 tot 3jaar, CIN-1- en CIN-2-afwijkingen ontwikkelen.
Een afwijkende Pap-testuitslag betekent zelden dat er kanker aanwezig is, vooral niet bij iemand die regelmatig, jaarlijks een Pap-test ondergaat. Een afwijkende uitslag betekent dat er cellen in de baarmoederhals zitten die er ongewoon uitzien, wat kan worden veroorzaakt door een gist- of bacteriële infectie, irritatie, goedaardige gezwellen, hormonale veranderingen of pre-kanker .
PAP 2 of P2 t/m 4: de cellen zijn afwijkend
Bij een uitslag PAP 2 of P2 tot en met P4 krijgt u daarom het advies na 6 maanden of een jaar een nieuw uitstrijkje te laten maken.
Stadium II: de kanker is in het omliggende weefsel doorgegroeid maar blijft zeer dicht bij die primaire tumor zitten. Er zitten meestal nog geen cellen in de lymfeklieren of in andere organen.
De uitslagen van het uitstrijkje kunnen helaas variëren in de tijd zoals je hebt ondervonden. Dit hangt af van hoe lang de HPV infectie er zit en hoeveel afwijkingen het aan de cellen (pap) en het weefsel (cin) heeft gegeven.
Voor de adequate behandeling van CIN2 of CIN3 moet de gehele laesie en transformatiezone (TZ) worden vernietigd of geëxcideerd. Dit kan worden bereikt door ablatieve of excisiebehandelingen (zie Hoofdstuk 7. Colposcopie). Ablatieve methoden zoals CO2-laserablatie zijn effectief, maar worden in de moderne praktijk zelden gebruikt.
Vaak merk je niets van een besmetting met HPV en heb je geen klachten. Meestal ruimt je lichaam het virus binnen 1 tot 2 jaar weer zelf op. Soms gebeurt dat niet. Dan kun je jaren later kanker krijgen.
Uit de resultaten blijkt dat de behandeling van CIN geen negatieve invloed heeft op de kans op een succesvolle conceptie . De behandeling wordt echter wel in verband gebracht met een verhoogd risico op een miskraam in het tweede trimester.
Als de uitslag tweemaal een Pap 2 is, wordt onderzoek door de gynaecoloog geadviseerd. Meestal is geen behandeling noodzakelijk. Er worden licht afwijkende cellen gevonden; men spreekt soms ook van lichte of matige dysplasie. Het advies is dan verder onderzoek door de gynaecoloog.
De totale jaarlijkse prevalentie van CIN2+-diagnoses (ongeacht deelname aan screening) varieerde van 0,72 tot 0,84% tussen 2013 en 2018 , waarbij de hoogste percentages werden waargenomen bij vrouwen van 27-45 jaar. Ook was de incidentie van CIN2+ het hoogst bij vrouwen van 27-45 jaar.
De uitslag: een CIN afwijking
Het is een voorstadium van kanker. De kans dat een CIN afwijking verandert in kanker is meestal klein. CIN komt bijna altijd door een HPV-infectie.
ALS IK BESMET BEN MET HPV, WIL DAT DAN ZEGGEN DAT MIJN PARTNER IS VREEMD GEGAAN? Niet noodzakelijk. HPV kan soms lang in het lichaam aanwezig blijven. Als je partner voor jou al seksueel contact heeft gehad, kan hij/zij het toen opgelopen hebben.
U krijgt een uitnodiging als u 30, 35, 40, 50 en 60 jaar bent. Het duurt meestal 10 tot 15 jaar voordat baarmoederhalskanker ontstaat. Daarom is vaker testen niet nodig.
U kunt last hebben van een zwaar gevoel in de vagina, onder in de buik of laag in de rug. Soms kunt u de verzakking buiten de vagina zien of voelen. U kunt problemen bij het plassen hebben, zoals het gevoel niet goed uit te kunnen plassen, heel vaak te moeten plassen, terugkerende blaasontstekingen en urineverlies.