Om maar meteen te beginnen met het belangrijkste: gebruik nooit water om een vlam in de pan te blussen en ga niet met de pan aan de wandel. Terwijl dat misschien wel je eerste reactie zou zijn. Niet doen dus.
Wanneer je brandend olie of vet blust met water, ontstaat er een steekvlam. Dat komt doordat het water door de hitte onmiddellijk gaat koken, en dus overgaat in gasvorm. Tijdens dat proces worden oliedeeltjes in de lucht gebracht. Tezamen met de waterdamp levert dat een uiterst brandbaar mengsel op.
Het blusmiddel wat uit de brandslanghaspel komt is water, gewoon leidingwater. Met dit blusmiddel kan alleen de brandklasse A geblust worden. Komt water in aanraking met een brandbare vloeistof kan dit resulteren in een geweldige steekvlam (vlam in de pan) of dat de vloeistof op het water gaat drijven.
Voordelen. Water als blusmiddel is goedkoop, goed verkrijgbaar en effectief. Vloeibaar water verdampt bij 100 graden Celsius, dat is veel lager dan het vlampunt van veel materialen. Voor de verdamping van water is veel warmte nodig, wat aan het vuur wordt onttrokken, terwijl waterdamp de toevoer van zuurstof verhindert ...
Voor vuur heb je drie dingen nodig: zuurstof, brandstof en warmte. Als je één van die drie dingen weghaalt, dan dooft je vlam. Met het ijsklontje haal je de warmte weg. Als je het lontje uit de kaars trekt, haal je de brandstof weg (het kaarsvet).
Water (H2O) kan niet branden, want het reageert niet met zuurstof (O2). Waterstofperoxide heeft als formule H2O2 en heeft als structuur H-O-O-H (allen enkelvoudige bindingen).
Brandklasse F vet en olie branden zijn die in de meeste gevallen frituur of bakolie branden deze moeten dan ook geblust worden met een vet brandblusser. Houd hierbij altijd voldoende afstand. In deze brandklasse mag u nooit met water blussen.
Een tweede neveneffect van water is dat het zich laat mengen met bepaalde andere vloeistoffen en deze verdunt waardoor er onvoldoende verdamping plaats vindt. Nadeel: water is niet geschikt voor het blussen van olie, vet en metalen. En water kent een grote nevenschade!
Blus een frituurbrand nooit met water! Wanneer water in aanraking komt met hete vetten veroorzaakt dat een grote steekvlam en kan het uzelf, maar ook de omgeving waar de frituurpan staat in gevaar brengen. 2. Verplaats een brandende frituurpan niet.
Een brandblusser met brandklasse A is geschikt voor het blussen voor vaste materialen zoals textiel, hout en papier. Een brandblusser met brandklasse C is geschikt voor het blussen van gasbranden zoals aardgas, propaan, LPG en butaan.
Zuurstof kan verwijderd worden door de brand te smoren met een waterachtige filmlaag, of met een inert gas. Een kaarsendover werkt ook doordat de vlam alle zuurstof verbrandt. Als alle zuurstof onder de kaarsendover op is, dan zal de vlam doven.
Een alcohol brand zal geen steekvlam geven als je er een emmer water op gooit (een olie of vetbrand wel). De alcoholbrand zal doven als je het voldoende verdunt.
Het lijkt onmogelijk, maar toch bestaat het: vuur dat zelfs onder water blijft branden.
Klinkt misschien als een rare vraag, maar water (H2O), bestaat uit 2x waterstof (H) en 1x zuurstof (O). Waterstof is van zichzelf brandbaar, en zuurstof is één van de vereisten om iets in brand te laten vliegen.
Wil je het vuur doven? Dan kun je dit natuurlijk doen door het vuur te laten uitbranden. Wanneer je hier niet op wilt wachten kun je droog zand of droge aarde op het vuur gooien. Door zand of aarde op het vuur te gooien zorg je ervoor dat er geen zuurstof meer bij kan komen.
Er zijn twee belangrijke redenen waarom vuur niet op het water brandt. Ten eerste is water koud, en iets brandt pas als het heet is. Ten tweede sluit water een brandend voorwerp af van de lucht. Dan dooft de brand ook, want brand heeft zuurstof nodig uit de lucht.
Blus nooit een vet- of oliebrand met gewoon blusschuim, want daar zit te veel vocht in. Nog erger is met water blussen! Water maakt een vetbrand alleen maar groter. Daarnaast leidt het vaak tot nare brandwonden door opspattend brandend vet.
(Sproei)schuimblussers zijn zowel thuis als op vakantie prima geschikt voor het blussen van kleine branden door vaste en vloeibare stoffen. Zij veroorzaken bij het blussen weinig nevenschade, zijn eenvoudig te bedienen en hebben een langere blusduur dan poederblussers.
Brandklasse A (vaste stoffen)
Puur water heeft een goed blusvermogen op brandklasse A.
Dit is een brand van vloeibare stoffen zoals: benzine, dieselolie, aceton, was. Geschikte blusmiddel: sproeischuimblussers, CO2 blussers of poederblussers.
Temperatuur te hoog. B We streven naar max 180 °. Bij 220 °C wordt het vet brandbaar, je moet er dan wel een vlam bijhouden. Bij 230 °C zal het vet uit zich zelf ontvlammen.
Olie heeft een ontbrandingstemperatuur van 315 graden Celsius. Wanneer de braadpan of koekenpan langdurig op het fornuis blijft staan of de frituurpan een te hoge temperatuur bereikt is het mogelijk dat de olie deze temperatuur bereikt en in brand vliegt. Ook kan de inhoud van de pan droog koken en in brand vliegen.
Hoe Lang Kan Je Doorrijden Als Het Olielampje Brandt? Als je een oranje olielampje krijgt dan is het aan te raden de olie bij de eerstvolgende stop bij te vullen. De meeste auto's kunnen in dit geval nog ongeveer 300 – 600 kilometer met de huidige olie rijden.