Als u dit medicijn gebruikt tegen depressiviteit: wees er op bedacht dat het effect van citalopram pas na ongeveer 6 weken maximaal is en dat u het medicijn daarna nog minstens 6 maanden moet blijven gebruiken. Als u eerder stopt heeft u meer kans dat de depressie terugkomt.
De arts kan de dosering langzaam verhogen naar 20 tot 30 mg per dag (acht tot twaalf druppels). De maximale dosering citalopram bij een angststoornis is 40 mg per dag. Dit staat ongeveer gelijk aan zestien druppels per dag. Voor ouderen is de maximale dosering 20 mg citalopram (ongeveer acht druppels).
Het maakt niet uit op welk tijdstip van de dag u dit medicijn neemt. Als u veel last heeft van de versuffende werking, neem het dan 's avonds voor het slapengaan in. Heeft u juist veel last van onrust en kunt u er slecht van slapen, dan kunt u het beter 's ochtends innemen.
Het effect van citalopram merkt u niet meteen, maar pas na twee tot vier weken. De eerste twee weken van de behandeling kunt u zelfs meer last van angst krijgen. Ook heeft u de eerste weken meer kans op bijwerkingen.
Vaak voorkomende bijwerkingen van citalopram
De volgende bijwerkingen van citalopram komen vaak voor (één op de tien gebruikers): Rusteloosheid, nervositeit. Vermoeidheid.
Met betrekking tot mogelijke bijwerkingen op de langere termijn is bekend dat citalopram aanleiding kan geven tot het optreden van oorsuizen. Dit geldt in het bijzonder voor de zogenaamde tricyclische anti-depressiva, maar ook voor citalopram.
Volwassenen: Citalopram dient te worden toegediend als een enkelvoudige orale dosis van 20 mg per dag. Afhankelijk van de individuele respons kan de dosis worden verhoogd tot maximaal 40 mg per dag. Ouderen (> 65 jaar): Voor ouderen dient de aanbevolen dosering gehalveerd te worden, d.w.z. 10-20 mg per dag.
Als u dit medicijn gebruikt tegen depressiviteit: wees er op bedacht dat het effect van citalopram pas na ongeveer 6 weken maximaal is en dat u het medicijn daarna nog minstens 6 maanden moet blijven gebruiken. Als u eerder stopt heeft u meer kans dat de depressie terugkomt.
Voorbeelden van slaapmiddelen zijn temazepam, midazolam en zopiclon. Antidepressiva zijn medicijnen die bij angst en depressie worden gebruikt. Voorbeelden van antidepressiva zijn citalopram, paroxetine, mirtazapine en venlafaxine. Tryptofaan werkt kalmerend.
Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.
Volwassenen. Volgens de NHG-Standaard Angst: startdosis gedurende 1–2 weken: 10 mg/dag (of 4 druppels (= 8 mg/dag)); langzaam ophogen tot 20 (of 8 druppels (= 16 mg)) mg/dag. Evalueer het effect 4 tot 6 weken na instelling. Bij onvoldoende effect de dosering verhogen tot max.
Citalopram is net als alle andere SSRI's niet verslavend. Dat zou betekenen dat je behoefte hebt aan steeds meer van het medicijn. Wel kunnen er onttrekkingsverschijnselen optreden als je stopt met het middel. Je krijgt dan (weer) bijwerkingen die komen door het afbouwen of stoppen van het medicijn.
Citalopram behoort tot de SSRI´s (serotonineheropnameremmers). Gewichtsverandering komt vaker voor bij SSRI's en wordt gemeld als een van de bijwerkingen. Citalopram kan zowel gewichtstoename als gewichtsafname veroorzaken. Gewichtsafname komt bij ongeveer één op de tien gebruikers voor.
Het gebruik van bepaalde kruidensupplementen, zoals ashwagandha, rhodiola en Griffonia simplicifolia gaat niet goed samen met het gebruik van antidepressiva.
Antidepressiva zijn medicijnen die kunnen helpen bij een depressie of angststoornis, vooral bij ernstige klachten. U merkt pas na 4 tot 6 weken of de medicijnen bij u goed werken. U kunt al wel eerder bijwerkingen krijgen, zoals slaperigheid en duizeligheid. Sommige mensen worden eerst tijdelijk meer somber of angstig.
De middelen amitriptyline, escitalopram, mirtazapine, paroxetine, venlafaxine en vortioxetine zijn het meest effectief. Fluoxetine, fluvoxamine, reboxetine, en trazodon scoorden het laagst op effectiviteit. De meerderheid van de meest effectieve antidepressiva zijn niet meer onder patent en generiek verkrijgbaar.
Wanneer u last heeft van slapeloosheid kunt u proberen uw antidepressivum 's morgens in te nemen. Wanneer u last heeft van slaperigheid probeer dan uw antidepressivum voor het slapengaan in te nemen.
Wanneer mensen een behandeling met antidepressiva abrupt onderbreken kunnen evenwichtsstoornissen, hoofdpijn, misselijkheid, prikkelbaarheid, slaapstoornissen, hartkloppingen en spierkrampen, in wisselende mate en afhankelijk van de persoonlijke gevoeligheid, optreden.
Antwoord. Onttrekkingsverschijnselen van een antidepressivum kunnen enkele weken duren, maar vier weken is wel lang. Alles kan, maar frustratie, boosheid, en alles te veel vinden zijn niet de meest typische onttrekkingsverschijnselen van citalopram.
Hoe lang de stoffen in het bloed blijven verschilt per type antidepressivum. Het hangt onder meer af van de tijd die nodig is voordat de helft van het medicijn uit het lichaam is verdwenen (de eliminatie-halfwaardetijd). Daarbij is de vuistregel dat na 5x de halfwaardetijd de stof uit het bloed is.
Bekend is wel dat bij langdurig gebruik door ouderen het gevaar op vallen kan toenemen, met de kans op heupfracturen en andere botbreuken. Ook worden sommige mensen bij langdurig gebruik van antidepressiva dikker.
Depressie De gebruikelijke dosering is 16 mg (8 druppels) per dag. De arts kan de dosis verhogen tot maximaal 32 mg (16 druppels) per dag. Paniekstoornis De startdosis is 8 mg (4 druppels) per dag voor de eerste week, voordat de dosis wordt verhoogd tot 16-24 mg (8 tot 12 druppels) per dag.
Citalopram is een antidepressivum, in België en Nederland onder meer op de markt onder de naam Cipramil®. Het remt de heropname van de neurotransmitter serotonine in de hersenen; het behoort tot de selectieve serotonineheropnameremmers, vaak afgekort tot SSRI (van het Engelse selective serotonin reuptake inhibitors).
De oorzaken hiervan zijn niet helemaal duidelijk. Toch lijkt het erop dat er een vertraging in de stofwisseling optreedt. Daarnaast gaan veel mensen ook meer eten.
Ook wordt aanbevolen met name bij oudere patiënten alert te zijn op verwardheid (delier), cognitieve verslechtering, duizeligheid en moeheid na start met antidepressiva (vooral SSRI's en andere moderne antidepressiva).