Voor de oprichtingskosten worden passende afschrijvingen geboekt, per jaarlijkse tranches van ten minste twintig percent van de werkelijk uitgegeven bedragen. De afschrijving van de kosten bij uitgifte van leningen mag echter gespreid worden over de looptijd van de leningen.
De activering is in principe enkel toegelaten voor de oprichtingskosten die noodzakelijk zijn voor de toekomstige activiteiten van de onderneming.
Men noemt afschrijvingen daarom ook wel eens 'niet-kaskosten': afschrijvingen zijn zuivere boekhoudkundige transacties en vormen een kost die in het boekjaar waarin ze geboekt is, geen effect heeft op je bankrekening.
Afschrijvingen zijn boekhoudkundige waardedalingen van middelen/bezittingen van een bedrijf. Met de gehanteerde afschrijvingen komt in de boekhouding naar voren hoeveel een bepaald gebruiksobject (bijvoorbeeld een bedrijfsauto of machine) in waarde is gedaald over een bepaalde periode.
Er zijn veel verschillende mogelijkheden van afschrijven: Lineair. Lineair tot restwaarde. Degressief (naar lineair)
Minimale en maximale afschrijfduur. De afschrijving is elk jaar maximaal 20% van de aanschafkosten. Anders gezegd, je moet bedrijfsmiddelen in minimaal vijf jaar afschrijven. Investeringen in goodwill moet je in minimaal 10 jaar afschrijven.
In 2023 geldt tijdelijk een extra regeling: de willekeurige afschrijving op nieuwe bedrijfsmiddelen. Als je in 2023 een nieuw bedrijfsmiddel hebt aangeschaft of geproduceerd mag je hierop willekeurig afschrijven. De extra afschrijving is maximaal 50% van de aanschaf- of productiewaarde van het nieuwe bedrijfsmiddel.
Bij het bepalen van de winst houdt u rekening met de aanschafkosten van de bedrijfsmiddelen: u trekt die kosten af van de opbrengsten. Bedrijfsmiddelen zijn zaken die u niet direct wilt verkopen, maar die u een aantal jaren in uw onderneming gebruikt.
Afschrijvingen worden gedaan om waardeverminderingen van vaste activa aan te geven op de balans. Deze waardeverminderingen leiden tot zogenaamde afschrijvingskosten, die weer van invloed zijn op de winst van een onderneming.
Voor de meeste investeringen geldt een maximale afschrijving van 20% per jaar. U schrijft de kosten dus in minimaal 5 jaar af. Voor goodwill geldt een percentage van maximaal 10% per jaar. Voor het afschrijven van bedrijfspanden gelden andere regels.
In Nederland geldt er geen limiet voor de hoeveelheid geld die u in huis mag hebben. Contant geld boven een bepaald bedrag moet u wel opgeven bij uw belastingaangifte. Ook de waarde van cadeaubonnen die u in huis heeft telt mee.
kas is een onderdeel van het eigen vermogen, maar onder eigen vermogen vallen ook debiteuren en overige vermogensbestanddelen. Kas is alleen het direct beschikbare geld.
De afschrijvingskosten neem je op in de winst- en verliesrekening, zodat die invloed hebben op het resultaat en de belastingen.
Bij de oprichting van een vennootschap worden er diverse kosten gemaakt die meteen een boekhoudkundige weerslag hebben. Het gaat bijvoorbeeld om de kosten voor het aanvragen van vergunningen, maar ook om erelonen, honoraria van notarissen etc. De oprichtingskosten worden geboekt onder de rubriek 20 Oprichtingskosten.
Wat zijn de oprichtingskosten van een eenmanszaak? Om een eenmanszaak op te richten, begin je bij het aanvragen van je ondernemingsnummer en BTW-nummer. Deze inschrijving in de Kruispuntbank voor Ondernemingen kan je zelf doen, of laten doen, dit kost anno 2024 ongeveer 105,50 euro.
Ten eerste: sinds de invoering van het stelsel van degressieve afschrijvingen worden personenauto's, auto's voor dubbel gebruik en minibussen uitgesloten, tenzij deze voertuigen enkel worden gebruikt voor een taxidienst of voor verhuring met bestuurder (art. 41, 1 KB WIB).
De formule voor deze berekening van de afschrijving luidt: afschrijving per jaar = (aanschafkosten - restwaarde) : vermoedelijke gebruiksduur. U koopt een machine. De aanschafprijs bedraagt € 30.000, de vermoedelijke gebruiksduur is 10 jaar en de restwaarde na 10 jaar is € 5.000.
Om het je gemakkelijk te maken, stelt de wetgever zelf een aantal afschrijvingstermijnen voor: Kantoor en gebouwen: 33 jaar tegen 3 procent per jaar. Industriële gebouwen: 20 jaar tegen 5 procent per jaar. Meubilair en machines: 10 jaar tegen 10 procent per jaar.
Volledig aftrekbare kosten
Kosten binnen je onderneming zijn 100% aftrekbaar. Hierbij hoort onder meer het kantoormateriaal, sociale bijdragen en verzekeringen. Ook specifieke beroepskledij (bijvoorbeeld een doktersjas, veiligheidsschoenen of de schort van een slager) mag je ingeven.
Zaken zoals professionele huisvestingskosten, de boekhouder, werkkledij, zakelijke reiskosten, sociale bijdragen, kantoorbenodigdheden, professionele kosten voor telefoon en internet, aanvullende verzekeringen kan je volledig inbrengen als beroepskost.
Aftrekbare kosten of beroepskosten zijn kosten die je maakt voor je onderneming. Het gaat om uitgaven die je nodig hebt om je zelfstandige activiteit uit te oefenen, zoals bijvoorbeeld de aankoop van een laptop of softwareabonnement. Deze kosten mag je dan inbrengen en zijn fiscaal aftrekbaar van je bruto-inkomen.
Dankzij deze regeling kan een onderneming die in 2023 investeert in een bedrijfsmiddel (artikel), eenmalig tot 50% van het investeringsbedrag willekeurig afschrijven. Door die 50%-afschrijving meteen in 2023 te doen verlaagt een onderneming de belastbare winst en betaalt dus minder belasting.
Het aantal jaren waarin wordt afgeschreven is afhankelijk van de investering. Voor relatief 'kleine' investeringen (laptop, tablet) wordt het termijn van 5 jaar aangehouden. Maar een grote investering als een bedrijfspand moet je over een veel langer termijn afschrijven.
Is fiscaal afschrijven verplicht? Als een aankoop van een bedrijfsmiddel hoger is dan € 450 is afschrijven verplicht. De Belastingdienst ziet de aankoop dan als investering.