Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal. Bij het schrijven kun je beter kiezen voor je kunt. Tegenwoordig kom je in teksten steeds vaker de informele vorm je kan tegen.
Je kunt en je kan zijn allebei correct.
De vorm kun(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je kunt, jij kunt, kun je, kun jij. In België is ook de vorm kan neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je kan, jij kan, kan je, kan jij.
Je hebt gezocht op het woord: nagaan. na·gaan (ging na, heeft, is nagegaan) 1achter iem.aan komen; = volgen: iemands gangen nagaan2het oog houden op; = inspecteren3beredenerend onderzoeken4zich voorstellen: (dat) kan je nagaan!
Het is allebei goed. Je kunt is ouder en daardoor voor sommige mensen beter. Je kan is voor anderen juist weer wat moderner en aansprekender. In Nederland krijgt 'Je kunt je nu inschrijven' vaak de voorkeur in de schrijftaal.
Beide zijn goed, maar er is wel een zeker verschil in stijl. Het verschil zit 'm in de stijl: je kan is informeler en meer spreektaal.Bij het schrijven kun je beter kiezen voor je kunt. Tegenwoordig kom je in teksten steeds vaker de informele vorm je kan tegen.
Je kunt en je kan zijn allebei correct.
In Nederland wordt je kan informeler gevonden dan je kunt. In België wordt het gebruik van je kan niet als informeler beschouwd. Vergelijkbare werkwoorden zijn willen en zullen: je wilt / je wil, je zult / je zal.
/tʃek/ om erachter te komen wat iemand doet, om er zeker van te zijn dat die persoon zich correct of wettelijk gedraagt : Papa controleert me altijd om er zeker van te zijn dat ik mijn huiswerk maak.
con·tro·le (de; v(m); meervoud: controles) 1toezicht: onder controle staan gecontroleerd worden; sociale controle informeel toezicht door buren en andere omwonenden2plaats waar gecontroleerd wordt: niet door de controle komen3beheersing: iets onder controle hebben iets in bedwang hebben, beheersen; de controle over het ...
Het oudste gekende tot op heden teruggevonden Nederlandse woord is "vada". "vada" is de oervorm van ons woord "wad", zijnde een doorwaadbare plaats. De Romeinse auteur Tacitus maakt melding van "vada" in diens werk Historia A.D. 108 (Begin tweede eeuw van onze tijdrekening.
Na is een bijwoord of voorzetsel dat “volgend op” of “later dan” betekent. Ook kun je er een reeks mee aangeven (bijvoorbeeld: uur na uur). Naar wordt gebruikt om een richting aan te geven. Daarnaast komt naar voor in verschillende vaste constructies, zoals “naar aanleiding van” en “naar mijn mening”.
Het woord oneerlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Het woord konden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Zowel can als could kunnen worden gebruikt om een verzoek te doen, maar bij het vragen om toestemming is could de beleefdere keuze om te gebruiken . Bij het aangeven van vermogen of mogelijkheid wordt can in de tegenwoordige tijd gebruikt en could in de verleden tijd.
: (iemand of iets) bekijken of onderzoeken om te zien of er problemen zijn . De verpleegster controleerde de patiënten regelmatig. 2. : informatie zoeken over (iemand of iets): de waarheid over (iemand of iets) achterhalen door informatie te krijgen. De politie controleert hem.
nagaan = kijken of het klopt vb: kun jij voor me nagaan of hij in deze stad woont? Synoniemen: checken controleren nakijken inspecteren verifiërenkunnen begrijpen vb: je kunt wel nagaan hoe blij ik was!
Zowel zijn nagegaan als hebben nagegaan is juist. Het werkwoord nagaan kon lange tijd alleen vervoegd worden met zijn.
Een gang duidt een deel van een diner aan. Zo kan een diner worden opgesplitst in meerdere gangen.
Bij al die werkwoorden zijn twee 'je-vormen' mogelijk, maar er is wel een klein gebruiksverschil. Je kan klinkt voor veel mensen wat informeler dan je kunt. Hetzelfde geldt voor je wil (naast je wilt) en je zal (naast je zult). Vandaar dat je je kan eerder tegenkomt in gesproken taal, en je kunt in geschreven taal.
Zeker in spreektaal is dat gebruik heel gewoon. Ook in Nederland wordt gaan weleens gebruikt in combinatie met die werkwoorden, maar voor veel taalgebruikers is dat niet acceptabel. Standaardtaal in het hele taalgebied is zullen of de tegenwoordige tijd.
Me is de onbenadrukte vorm van mij, zoals in “ik heb me vergist” en is nooit een bezittelijk voornaamwoord. Informele bezittelijke voornaamwoorden, zoals “m'n”, gebruik je nooit in academische teksten. “Mij” mag alleen gebruikt worden als er een voorzetsel voor staat: “dit onderzoek is van mij”.
Is 'je/jij wilt' dan ook fout? Nu vraag je je misschien af: als 'hij wilt' fout is, is 'jij wilt' dan ook fout? Nee, 'jij wilt' is wel correct. Zowel de vorm jij wilt als jij wil (zonder -t) is correct.
De vorm zul(t) is de neutrale vorm in het hele taalgebied: je zult, jij zult, zul je, zul jij. In België is ook de vorm zal neutraal; in Nederland wordt die als informeler beschouwd: je zal, jij zal, zal je, zal jij. Als je de betekenis van men heeft, zijn beide vormen gelijkwaardig.