Bij een luchttemperatuur van 0 ºC of lager adviseren wij niet te metselen. Uitharding van de mortel komt onder het vriespunt niet tot nauwelijks tot stand wat hechtingsproblemen kan veroorzaken.
Cementgebonden mortels hebben een temperatuur van minimaal 5°C nodig om te kunnen uitharden. Overdag moet deze temperatuur minimaal 2 tot 3 uur bereikt worden. Tijdens het metselen en het verhardingsproces van de mortel mag de omgevingstemperatuur niet lager zijn dan 5°C en niet hoger dan 30°C.
Metselen bij temperaturen lager dan 0°Celsius kan leiden tot aanzienlijke schade. Door het bevriezen van 'verse' hydraterende mortel reageert cement niet meer met water en verhardt de mortel niet. Deze reactie komt daarna ook niet meer op gang bij hogere temperaturen.
Metselen in de regen is geen goed idee. Je loopt risico op het uitspoelen van het metselwerk, uitbloeiing en kalkuitslag. Die witte vlekken die je wel eens ziet op baksteenmuren zijn uitbloeiingen.
Als binnen 24 uur na het aanbrengen van de voegmortel kans op bevriezing bestaat en/of de temperatuur ligt onder de 0 °C, mag er niet worden gevoegd. Voegmortel verwerken tot een omgevingstemperatuur van 0 °C, waarbij de morteltemperatuur ≥ 5 °C moet zijn.
Na 6 tot 8 weken begint de muur aan de oppervlakte al duidelijk zichtbaar te drogen. Het eerst zullen de voegen tussen de bakstenen drogen. Het vocht dat dieper in de muren zit, zal in de loop van de tijd naar de oppervlakte diffunderen.
Bescherming van metselwerk
Als regen niet in het verse metselwerk kan dringen zullen vroege witte uitslag en uitslag door kalkdelen niet ontstaan. Bescherm daarom vers metselwerk, zeker de eerste 48 uur.
In de Uitvoeringsrichtlijn voor metselwerkconstructies (SKG-IKOB Nr. PBL0357) is in art. 5.5.1 Klimaatomstandigheden over het metselen van stenen, blokken en elementen, het volgende opgenomen: Verwerking van de metsel- of lijmmortels bij temperaturen lager dan – 3 ºC ter plaatse van het metselwerk is niet toegestaan.
Weer en wind kunnen uw muur snel laten verweren, zeker als er vocht in uw muur kan trekken. En dat kan helaas, want zowel bakstenen als metselspecie zijn van nature niet waterdicht. Het materiaal heeft poriën waar water in kan trekken. Het effect is dat de stenen en het metselwerk vocht en vuil opzuigen.
Iedereen kan metselen met de juiste tips en adviezen! De mortel tussen de stenen houdt de muur als het waren bij elkaar. Deze voegen kunnen op verschillende manieren gevormd worden. Het is de bedoeling dat het water makkelijk weg kan lopen.
Bij een luchttemperatuur van 0 ºC of lager adviseren wij niet te metselen. Uitharding van de mortel komt onder het vriespunt niet tot nauwelijks tot stand wat hechtingsproblemen kan veroorzaken. Cementgebonden mortels hebben minimaal een temperatuur van 5 ºC nodig om enige vorm van verharding te laten plaatsvinden.
De gemiddelde dikte van een waalformaat is 50 mm. In veel projecten is sprake van 16 lagen per meter. Dit betekent een lagenmaat van 62,5 mm, met andere woorden een lintvoeg van 12,5 mm.
Bescherming tegen regen. Tijdens hydratatie van de mortel, een chemisch proces waarbij water reageert met cement, moet u nieuw metselwerk beschermen tegen overmatig vochtverlies en vochtopname. Zo mag er geen regen rechtstreeks op de constructie vallen voor de mortel hard is, anders kan de mortel uit de voegen spoelen.
Cementgebonden mortels hebben een temperatuur van minimaal 5°C nodig om te kunnen uitharden. Overdag moet deze temperatuur minimaal 2 tot 3 uur bereikt worden. Tijdens het metselen en het verhardingsproces van de mortel mag de omgevingstemperatuur niet lager zijn dan 5°C en niet hoger dan 30°C.
190-210°C waarna het gewelf terug afkoelt tot ongeveer de buitentemperatuur. De volle bakstenen gemaakt van klei en gebakken bij 900-1100°C, kunnen makkelijk temperaturen tot 500°C verdragen.
Veel zal afhangen van breedte betonblok, voegdikte, elastisiteit van de mortel, weersomstandigheden ezv. Maar een 1.20 -1.60 hoog is gangbaar.
Wil jij zelf een muur leren metselen? Dit is helemaal niet zo moeilijk als het lijkt, vooral als je de techniek eenmaal onder de knie hebt. Bovendien geeft je dit ook de mogelijkheid om met veel verschillende projecten aan de slag te gaan. Begin wel eerst klein, zodat je de kans hebt om de nodige ervaring op te doen.
Voor het metselen is er een goed op de betonstenen afgestemde metselmortel vereist. Dit is over het algemeen een metselmortel die ook gebruikt kan worden voor bakstenen met een matig zuigend karakter. Geadviseerd wordt om de metselmortel en ook de betonstenen zo droog mogelijk te verwerken.
De droogtijd van bijvoorbeeld een zandcementvloer is circa 1 centimeter per week. Dus wanneer de dikte van uw vloer 6 of 7 cm is, is de droogtijd doorgaans 6 tot 7 weken. Dit is echter niet altijd het geval omdat de juiste temperatuur en relatieve luchtvochtigheid ook van belang zijn.
Als je zelf een bakstenen muur gaat metselen, moet je goed voorbereid van start gaan.Karwei heeft een helder stappenplan voor je, zodat jij deze klus eenvoudig zelf kunt oppakken. Zo leer je meer over verschillende typen muren, een geschikte ondergrond, het stellen van profielen, metselen en voegen.
Bij een nieuwe muur is het verstandig om minimaal 2 weken na het metselen van de muur te wachten met voegen. Hiermee voorkomt u krimp- en zetscheuren of witte aanslag. Het kan ook zijn dat u een bestaande muur opnieuw wilt voegen. Dan kunt u beginnen zodra de oude voeg is verwijderd.
Verwerken bij de juiste temperatuur
Zo werk je met verwarmde specie (≥5°C). Daarnaast kun je de werkplek verwarmen en/of de stenen (±10°C). Maak ook niet meer specie dan je binnen één uur kunt verwerken. Bij barre weersomstandigheden koelt de specie sneller af en je kunt de mortels niet opnieuw mengen.
Metselwerk van baksteen is op zich niet luchtdicht.Wel wanneer het geschilderd of gepleisterd wordt. Met koudebrugwerking wordt een zone in het gebouw bedoeld waar de isolatie doorbroken wordt door materialen die de warmte goed geleiden en bijgevolg een thermische brug vormen tussen binnen- en buitenomgeving.
Vroege witte uitslag Deze witte afzetting op jong baksteen metselwerk wordt veroorzaakt door bepaalde in water oplosbare zouten. Dit zijn natrium-, magnesium- en kaliumsulfaten. Van nature komen deze in een zeer gering percentage in klei voor. In de mortel komen deze oplosbare zouten in grotere hoeveelheden voor.