rotterdam, 3 nov. - De komkommer heeft ongeveer 25.000 genen; veel meer dan de mens (die er tegen de 20.000 heeft).
Voor ongeveer 25.000 genen in 6 biljoen basen is ruimte voor 3 miljoen verschillen tussen broer en zus.
Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe iemand er uit ziet of hoe iemands lichaam werkt. Ieder mens heeft circa 20.000 genen: de erfelijke eigenschappen. We erven allemaal eigenschappen van onze ouders.
De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.
Oorsprong. Gecultiveerde bananen (geslacht Musa) zijn grofweg in te delen in eet- en bakbananen. De eetbanaan heeft drie sets chromosomen (triploïdie) in het verre verleden gekregen van een diploïde wilde voorouder: Musa acuminata, een soort die inheems is in Zuidoost Azië.
Deze bevatten de genen die samen alle erfelijke eigenschappen bepalen. Chromosoom 21 is in alle cellen van het lichaam in tweevoud aanwezig, maar bij het syndroom van Down is het in drievoud aanwezig. Daardoor heeft iemand met het Down syndroom 47 in plaats van 46 chromosomen.
WIST JE DAT… … in de celkern van een cel van een tomaat 24 chromosomen zitten, van een koe 60 en van een kip zelfs 78? in chromosomen. De mens heeft 23 paar chromosomen. In elke celkern zitten dus in totaal 46 chromosomen.
rotterdam, 3 nov. - De komkommer heeft ongeveer 25.000 genen; veel meer dan de mens (die er tegen de 20.000 heeft).
Onze chemische basis verschilt niet van die van andere organismen op aarde. Mensen delen ongeveer 60% van hun DNA met een banaan, 80% ervan met een muis en 96% met een chimpansee.
Elke lichaamscel heeft allerlei verschillende onderdelen zoals een kern, energiefabriekjes (mitochondriën), eiwitfabriekjes (ribosomen) en opruimfabriekjes (peroxisomen en lysosomen). Het meeste DNA zit in de kern van de cel. Maar er zit ook een heel klein beetje DNA in de energiefabriekjes, de mitochondriën.
Eigenlijk moeten we het wel goed zeggen: je bent in principe 50 procent je moeder en 50 procent je vader. Je erft het DNA van beide ouders, maar de genen van je vader zijn dominanter en meer aanwezig in je karakter. Je gebruikt meer van het DNA van je pap.
Ieder mens heeft 23 paar chromosomen, waaronder één paar geslachtschromosomen. Het ene deel van het chromosomale paar wordt overgeërfd van de moeder, het andere deel van de vader. Zo beschik je over genetisch materiaal van beiden.
Aardappelen hebben 48 chromosomen. Als de mannelijke en vrouwelijke cellen bij elkaar komen bij bevruchting, zou je dan 96 chromosomen krijgen. Het dubbele aantal dus. Om in totaal weer 48 chromosomen te krijgen hebben we eerst geslachtscellen nodig met 24 chromosomen.
Het geslacht Allium heeft acht chromosomen in de geslachtscellen of een veelvoud daar- van. De bovengenoemde soorten hebben acht chromosomen, met uitzondering van prei, die er 16 heeft. De ui is een tweejarige plant.
Tussen de oogst en consumptie van de banaan ligt ongeveer 30 tot 40 dagen.
Gedeeld DNA
Hoe meer DNA je met een iemand deelt, hoe recenter je gemeenschappelijke voorouder was. Je deelt ongeveer 50% van je DNA met je ouders en kinderen, 25% met je grootouders en kleinkinderen, en 12,5% met je neven, ooms, tantes, neven en nichten.
Alle mensapen liggen genetisch gezien erg dicht bij de mens. Chimpansees en bonobo's delen tot 98,5% van hun DNA met mensen terwijl gorilla's zelfs tot 98% van hun DNA gemeen hebben met ons. Orang-oetangs, die wat minder nauw verwant zijn, bedraagt het percentage nog steeds 96,5 %.
Net als de chimpansee komt het DNA van de bonobo voor 98,7 procent overeen met dat van de mens. De twee dieren zelf schelen slechts 0,4 procent. Pas in het begin van de vorige eeuw kwam men erachter dat bonobo's geen dwergchimpansees waren, maar een aparte soort.
Omdat DNA zo complex is, is het zeer onwaarschijnlijk dat dit ook echt voorkomt. Gewoonlijk deel je tussen 33-50% van je DNA met je broers en zussen.
Je hebt ongeveer 50% van je DNA van je vader.De andere 50% heb je van je moeder. Maar je hebt niet van elke grootouder precies 25%. Het percentage gedeeld DNA ligt tussen 18 – 33%.
bestaat voor 97% uit water. De mens bestaat dus voor. 58% uit komkommer :D.
Elk organisme heeft een bepaald aantal chromosomen, bestaande uit paren, waarvan één exemplaar afkomstig is van moeder en het andere van vader. We noemen dat aantal diploïd of 2n. Bij de mens is dat 46, bij een roos en een narcis 14, bij een tulp en een tomaat 24.
De mensapen bezitten 48 chromosomen. Door versmelting van twee kleine chromosomen heeft de mens er maar 46.
In elke celkern van een menselijke cel bevinden zich 46 chromosomen. Het aantal chromosomen dat zich in de celkern van een organismen bevinden kan verschillen per soort, zo heeft een vlieg twaalf chromosomen in de celkern en een egel maar liefst 88. De chromosomen uit de cel van een mens.