Argon wordt in de meeste gevallen gebruikt bij het MIG lassen van aluminium, koper, nikkel en hun legeringen. Helium als zuiver beschermgas wordt veel minder toegepast. Over het algemeen alleen bij het lassen van koper en zijn legeringen bij grotere materiaaldiktes.
Voor het MIG/MAG-lassen van gewoon staal gebruiken we in de meeste gevallen een gasfles met Menggas 85/15. Dat wil zeggen 85% Argon en 15% CO2. Voor het TIG-lassen wordt vrijwel uitsluitend gebruikgemaakt van 100% Argon. Dit gas wordt ook gebruikt voor het CuSi- en het MIG-lassen van aluminium.
Het algemeenste gas voor het MAG-lassen van roestvast staal is argon met 2% kooldioxyde, eventueel met 275 ppm stikstofmonoxyde. Voor de meeste toepassingen is dit mengsel optimaal.
Bij MIG-lassen wordt gebruikt gemaakt van een inert gas. Dit inerte gas kan bijvoorbeeld argon zijn of een mengsel van argon met helium en waterstofgas. Een inert gas wordt een niet actief gas genoemd omdat het niet reageert met andere chemicaliën.
Het enige verschil tussen deze lastechnieken is het type beschermgas dat wordt gebruikt. Bij MIG-lassen wordt bijvoorbeeld argon of mengsels van argon met waterstofgas en helium gebruikt als inert gas. Bij MAG-lassen wordt een een actief gas gebruikt, zoals koolstofdioxide (CO₂).
Het gevolg is dat argon een stabielere lasboog geeft en een goede gasbescherming, waardoor het gasgebruik relatief laag is. Omdat helium een lagere soortelijke massa heeft dan argon is het noodzakelijk een grotere hoeveelheid beschermgas te gebruiken.
TIG lassen
TIG staat voor Tungsten Inert Gas: tungsten is de Engelse benaming van wolfraam en inert gas is het type gas dat je gebruikt. Als je toevoegmateriaal gebruikt, heb je constant 2 handen nodig tijdens TIG lassen, waardoor het beschouwd wordt als de moeilijkste lastechniek.
MAG-lassen van ongelegeerde en laag-gelegeerde staalsoorten: Voor het MAG-lassen van staal kan men 100 % CO2 gebruiken of een gasmengsel dat bestaat uit argon met 8 tot 25% CO2. Dit menggas reageert met de las en is daarom een actief gas door zijn oxiderende componenten (= metal active gas).
MAG lassen is met name geschikt voor deze staalsoorten. Als het gaat om roestvast staal (RVS) of laaggelegeerd staal met dunne plaatdiktes dan is ook TIG lassen geschikt. MIG lassen wordt ook veelvuldig toegepast op RVS.
Maar omdat de werkwijze van het lassen hetzelfde is, ongeacht het gas dat je gebruikt, wordt MIG/MAG lassen als 1 lastechniek gezien. Maar MIG/MAG lassen is ook mogelijk zonder gasfles, als je kiest voor gasgevulde lasdraad.
Dit heet dan MAG-lassen (Metal Active Gas). Het gas bestaat dan uit 80-85% argon en 15-20% koolzuur. Wanneer we alleen argon gebruiken, dan heet het MIG-lassen (Metal Inert Gas). Het menggas zit met een druk van maximaal 200 bar als gas in de fles.
TIG lassen wordt bijna altijd gedaan met argon gas, omdat dit het goedkoopste gas is. Maar je kunt ook ook andere edelgassen, zoals helium, gebruiken. Daarnaast moet er een wolfraam elektrode in de lastoorts komen, om de vlamboog mee af te steken.
Het meest gebruikte beschermgas bij TIG-lassen is argon (l1). De zuiverheidsgraad moet minstens 99,95 % bedragen. Bij metalen met een zeer goed warmtegeleidingsvermogen, zoals aluminium of koper, wordt echter ook helium (l2) gebruikt. Bij het gebruik van helium als beschermgas wordt de vlamboog warmer.
Een groot verschil tussen MIG/MAG lassen en TIG lassen is de manier waarop de boog tot stand komt. Bij het MIG-MAG lassen wordt de lasboog tussen de lasdraad en het werkstuk getrokken. Daarnaast heeft de TIG lasmethode een langzamere lassnelheid. Bij MIG/MAG lassen wordt een constante spanning gebruikt (een zg.
Bij MIG lassen wordt de vlamboog tussen het lasdraad en het werkstuk getrokken, bij TIG lassen brandt de lasboog tussen de wolfraam-elketrode en het werkstuk en voer je me de andere hand het lasdraad toe. Bij MIG/MAG lassen wordt gebruik gemaakt van een constante spanning en van een gelijkstroom.
Bij het Tig lassen van RVS hoeklas met 70 Amp hebben we ongeveer 7 liter per minuut nodig bij de wolframelektrode. Bij MIG lassen van staal zeggen we vaak tussen de 10 en 12 liter per minuut.
TIG lassen staat voor Tungsten Inert Gas lassen. Bij dit proces wordt gebruik gemaakt van een niet afsmeltende wolfraam elektrode. TIG lassen is een proces wat veelal gebruikt wordt bij het lassen van RVS of aluminium. I.v.m. de lage efficiëntie wordt dit proces slechts beperkt ingezet binnen Tosec.
Om aluminium te lassen is een TIG of MIG/MAG lasapparaat met pulse functie onmisbaar. De pulse functie zorgt voor het pulseren tussen basisstroom en piekstroom. De piekstroom heb je nodig om door de bovenste laag, de oxidehuid, te branden. Deze heeft namelijk een hoger smeltpunt dan het aluminium zelf.
Beschermgassen zijn nodig om tijdens het lassen het smeltbad, het toevoegmateriaal en de electrode te beschermen tegen de invloeden van de omringende lucht. Met de electrode wordt verstaan het toevoegmateriaal bij het MIG/MAG lassen, of de wolfram-electrode bij het TIG lassen.
TIG-lassen hoe werkt het? Bij TIG-lassen ontstaat de vlamboog tussen een wolfraam-elektrode en het werkstuk. De temperatuur van de vlamboog bereikt 14000°C en het smeltbad loopt op tot 7000°C.
Als je van lassen je hobby wil maken is dit basistraject de eerste stap. Deze opleiding omvat veel meer dan enkel leren lassen! Het is een uitgebalanceerde combinatie van metaal-, plaat- en laswerk. Met verschillende gereedschappen leer je aftekenen, meten en snijden.
Aluminium is ook te lassen wanneer u een MIG/MAG-lasapparaat besluit te kopen. Dit wordt MIG-lassen genoemd omdat het beschermgas in het lasapparaat 100% Inert gas is (in dit geval Argon). Aluminium absorbeert meer warmte dan staal of rvs en er is daardoor meer stroom vereist om Aluminium te verlassen.
Elektrode lasapparaten zijn ideaal voor kleine reparatiewerkzaamheden. Daarnaast zijn ze vaak compact en draagbaar en daarom zeer geschikt voor voor doe-het-zelvers, aannemers en beginners. Het is een relatief traag lasproces, waarbij je beklede elektroden gebruikt als toevoegmateriaal om lasverbindingen te maken.
Edelgassen zijn geliefd om de inerte eigenschappen: dit betekent dat het argon gas niet reageert op andere stoffen en niet brandbaar, giftig of explosief is. Argon heeft echter wel een zuurstof verdrijvende werking, waardoor het in hoge concentraties tot verstikking kan leiden.