U kunt een hypotheek afsluiten tot 100% van de waarde van het huis. U kunt dus niet meer lenen dan het huis waard is. Een taxateur stelt de waarde vast.
Je kunt maar een hypotheek afsluiten tot maximaal 100% van de woningwaarde. Bij energiebesparende maatregelen kan het volgens de voorwaarden van Nationale Hypotheek Garantie 106% zijn maar niet iedere geldverstrekker doet dat.
Het antwoord is dat een succesvol bod afhankelijk is van meerdere factoren, waaronder de vraagprijs van de verkoper, de kenmerken van het huis en de regio waarin het gelegen is. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt bij 1 op de 20 woningen meer dan 10% boven de vraagprijs geboden.
Als we kijken naar het laatste kwartaal van 2021, dan zie je dat bij woningen met een vraagprijs tussen de € 200.000 en € 300.000 in 45% van de gevallen meer dan € 25.000 werd overboden, in 6% van de gevallen was de overbieding zelfs meer dan € 50.000. Dat blijkt uit cijfers van NVM.
Moet je flink overbieden op een huis en betaal je meer dan het huis volgens de taxateur waard is? Dan moet je dit verschil zelf betalen. Je kunt dit niet meefinancieren in je hypotheek.
Cijfers van het NVM laten zien dat in 2022 op ruim 61% van de woningen met een vraagprijs tussen de € 300.000 en € 400.000 minimaal € 25.000 wordt overboden. Bij 21% is de overbieding zelfs € 50.000.
Jawel. Hoewel de bedragen die huizenkopers bieden nog altijd flink boven de vraagprijs liggen, zien we voor het eerst sinds lange tijd een afname als we kijken naar de gemiddelde overbieding als percentage van de vraagprijs. Zo werd er in Q1 2022 gemiddeld 9,23% van de vraagprijs overboden en het kwartaal ervoor 9,39%.
In het kort is er helaas geen eenduidig antwoord op de vraag of je nog altijd moet overbieden op een huis. Op dit moment is er sprake van grote regionale verschillen en kan ook het type woning meespelen. Wel hebben wij een aantal handige tips voor je op een rijtje gezet voor jouw volgende bod.
Veel mensen geven uiteindelijk toch de voorkeur aan het kopen van een eigen huis als dat financieel mogelijk is, want ondanks de crisis stijgen veel huren gewoon door. Door een slimme keuze te maken wat betreft de rentevaste periode, kun je bij een koopwoning juist je woonlasten relatief zeker maken.
Huizenprijzen blijven stijgen, maar minder hard
De afgelopen maanden hebben verschillende economische bureaus hun verwachting gegeven (en ook weer bijgesteld). Rabobank verwacht een huizenprijsstijging in 2022 van 16,1%. De meest recente verwachting van ABN AMRO is een prijsstijging van 15,2%.
In 2021 lag het gemiddelde op ruim 13 bezichtigingen per te koop staand huis. Dat is aanzienlijk meer dan het jaar daarvoor, want in 2020 was het gemiddelde nog iets minder dan 10 bezichtigen. Dit was te verklaren door de gekte op de huizenmarkt.
Voor sommige huizen is 2% overbieden al voldoende, bij andere huizen kan de prijs tot wel 20% boven de vraagprijs stijgen. Voordat je meegezogen wordt in een biedingen oorlog moet je het volgende weten: Sinds 2018 mag je niet meer lenen dan de waarde van een woning.
Een bod doen aan het einde van een kijkdag kan succesvol zijn. Als dat bod veel zekerheid biedt (weinig voorwaarden en aankoopmakelaar dragen hieraan bij), dan zou het huis aan het einde van de dag zomaar eens van jou kunnen zijn. Het betreft hier je beste bod. Zorg dat je dan wel een eindtijd opneemt in je voorstel.
Stel dat je een huis koopt voor de koopsom van € 300.000. Uit de taxatie blijkt dat de woningwaarde € 290.000 bedraagt. Jij krijgt dan maximaal 100% (dus € 290.000) Je hebt echter inclusief bijkomende kosten 106% x € 300.000 = € 318.000 nodig. Je zult dus € 318.000 - € 290.000 = € 28.000 zelf moeten bijleggen.
Je kan lenen tot 100% van de kostprijs (in voorkomend geval inclusief BTW, registratierechten en notariskosten) of van de waarde van de woning.
De vraagprijs is dus het startpunt van de verkoop en geeft je de kans om een voorstel richting de verkoper te doen. Dit zegt dus niets over de taxatiewaarde of de koopsom.
In april 2022 staan er meer huizen te koop dan het laatste kwartaal van 2021. Dit betekent dat prijzen nog steeds dalen. Kopers die in 2021 en 2022 hebben gekocht zullen een groot gedeelte van het overboden bedrag als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. In een onstabiele huizenmarkt is de vraag minder.
Verwachting huizenprijzen 2030
Als we kijken naar een huizenprijzen grafiek die tot 2030 gaat, dan zien we nog steeds een grote vraag naar koopwoningen. Met name doorstromers en starters voeren de druk op waarbij de woningen tot 250.000 euro het meeste in trek zijn.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.
In 2023 stijgen de huizenprijzen beduidend minder hard. Economen houden rekening met een prijsstijging 2,5% tot 4,5%. Een daling van de huizenprijzen wordt vooralsnog niet verwacht, maar wordt ook niet uitgesloten. Als de rentes blijven stijgen, kan dit wel degelijk leiden tot een prijsdaling.
De huidige prijsstijging op de huizenmarkt doet meer dan de helft van de consumenten denken aan zeepbelvorming. Toch is er in Nederland – gemiddeld genomen – geen sprake van een zeepbel, aldus het ING Economisch Bureau.
Dit kan telefonisch, schriftelijk, per e-mail of zelfs soms via de site van de verkoopmakelaar. Stuur ook altijd nog een mailtje met daarin je bod, zodat je het zwart-op-wit hebt staan. Heb je geluk, dan wordt het bod meteen geaccepteerd. Maar in de meeste gevallen doet de verkoper een tegenbod.
De makelaars signaleerden een lichte daling van de huizenprijzen in het eerste kwartaal van dit jaar, ten opzichte van de laatste drie maanden van 2021.
In de provincies Groningen, Flevoland en Utrecht wordt het vaakst meer dan 50.000 euro overgeboden. In Groningen ging dit het laatste kwartaal van 2021 om 44 procent van alle woningen met een vraagprijs tussen de 300.000 en 400.000 euro.
Voor de tweede maand op rij is de gemiddelde huizenprijs daar gezakt. Tot slot noemen we Nieuw-Zeeland. Daar gingen de prijzen het afgelopen kwartaal met 2,3 procent achteruit. Dat is de grootste daling in 13 jaar tijd.