Wereldwijd is afgesproken dat de mens het DNA van de mensheid niet zal veranderen. Maar het kan wél: aanpassen van wat ook wel 'de kiembaan' wordt genoemd.
Er is discussie over genetisch gemodificeerd voedsel. In deze discussie gebruiken mensen soms ook de term 'genetische manipulatie'. Het is goed onderzocht door de EFSA of genetisch gemodificeerde producten veilig en gezond zijn (zie kop Veiligheid hieronder).
Mutagene technieken niet meer vrijgesteld van GMO-wetgeving
Het Hof zet nu een rem op innovatie: nieuwe mutagenese technieken zoals CRISPR-Cas moeten voortaan voldoen aan de wettelijke vereisten inzake voorzorgsmaatregelen, risicobeoordeling en traceerbaarheid. CRISPR-Cas valt voortaan dus onder strenge GMO-wetgeving.
Bij genetische manipulatie worden stukjes van het DNA van een plant of dier, met daarin een bepaald gen, geknipt en weer geplakt in de cel van een ander organisme. Denk daarbij bijvoorbeeld aan maïs. De cel krijgt daardoor de eigenschappen van het toegediende gen.
Vaak zit de afwijking in een gen dat eigenlijk andere fouten in het DNA moet repareren. Is zo'n reparatiegen stuk, dan kunnen er steeds nieuwe DNA-fouten in de cel ontstaan. Daardoor kan de cel ongeremd gaan delen. Als cellen ongeremd gaan delen, ontstaat er een kwaadaardige tumor.
Epigenetische veranderingen kunnen ontstaan omdat genen door bijvoorbeeld stress, roken of eetgewoontes aan of juist uit worden gezet. Op een gen ligt de informatie om een eiwit aan te maken. Al deze eiwitten hebben een taak in het lichaam. Als een gen actief is, kan eiwit kan zijn werk doen.
Risico's genetisch gemodificeerde organismen
Genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) kunnen ook risico's geven. Zij kunnen misschien allergieën veroorzaken of nuttige insecten schaden. Buiten het laboratorium bestaat in theorie een kans dat ggo's zich vermenigvuldigen en andere gewassen verdringen.
De EU heeft strenge regels en ingewikkelde vergunningsprocedures voor de teelt en commercialisering. Sinds april 2015 kunnen landen beslissen of ze de teelt van ggo's op hun grondgebied toestaan. Echter, met betrekking tot de commercialisering, besloot het Parlement op woensdag 28 oktober tegen nationale verboden.
Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de duur van rijpheid van een tomaat te vergroten door een bepaald gen te modificeren. De eerste bananen werden voor het eerst verbouwd in Azië, tussen de 7.000 en 10.000 jaar geleden. De banaan is eigenlijk het resultaat van een kruising tussen twee andere eeuwenoude vruchten.
De genetische code beschrijft hoe mRNA wordt gelezen om een eiwit te vormen. Deze code is universeel geldig bij alle bekende organismen. Een mRNA-streng bestaat uit een opeenvolging van basen. Er zijn vier verschillende basen: Adenine (A), Guanine (G), Uracil (U) en Cytosine (C).
Dit kan verschillende voordelen hebben. De productie kan verhoogd worden of de plant kan worden versterkt. Hij kan bijvoorbeeld beter tegen droogte. De kwaliteit van voedsel kan worden verhoogd, ongedierte kan zonder pesticiden worden bestreden en er kunnen zelfs ziektes mee worden genezen en voorkomen.
Het toevoegen van goede eigenschappen aan levende organismen, zoals resistentie tegen ziektes of droogte, kan ook door soorten met elkaar te kruisen. Maar bij kruisingen komen er ook ongewilde eigenschappen mee. Het proces om via kruisingen die ongewilde eigenschappen weer kwijt te raken kost tientallen jaren.
Bij de mens bevindt het DNA zich in de kern van iedere cel (Wikipedia). Iedere cel in ons lichaam heeft één kern (Wikipedia) en het DNA in de kern van alle cellen bevat hetzelfde DNA. Het totale DNA van een organisme wordt het genoom (Wikipedia) genoemd.
Argumenten om geen producten te kopen die GGO bevatten:
Het is niet duidelijk welke gevolgen het heeft voor de biodiversiteit. Heb je een allergie: het wordt steeds onduidelijker waar allergenen in zitten en nieuwe allergieën kunnen ontstaan. De gewassen worden steeds beter beschermd tegen onkruidverdelgers.
Hagelslag, vleeswaren, margarine, melkproducten, snoep, kant-en-klaarmaaltijden en wasmiddelen voor lagere temperaturen zijn een greep uit de veelheid aan producten die gekocht worden, ook door consumenten die terughoudend zijn over genetische modificatie.
Yoghurt wordt gemaakt door melkzuurbacteriën toe te voegen aan melk, brie is bedekt met schimmels. Dit zijn allemaal van oorsprong traditionele biotechnologische processen. Moderne biotechnologie (genetische modificatie) heeft ook zijn intrede gemaakt in de moderne voedselbereiding.
Tachtig procent van de wereldwijd geproduceerde soja – een belangrijke grondstof voor veevoer – is genetisch gemodificeerd. Als er genetisch gemodificeerde organismen gebruikt zijn in voedingsmiddelen, wordt dat vermeld op de verpakking.
Genetische gemodificeerde organismen (GMO)
Genetisch gemodificeerde soja en maïs wordt het meest gebruikt om veevoer te maken. Maar de olie van genetisch gemodificeerde soja en maïs zit ook wel in levensmiddelen, zoals margarine en oliën.
Van alle GMO-gewassen in de wereld bestaat 48% uit sojabonen. Daarna volgen mais (32%), katoen (14%) en koolzaad (5%). GMO is het meest populair in de katoenteelt.
De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid schrijft voor dat het gebruik van GMO's (of GGO's in het Nederlands) in producten moet worden vermeld op het etiket. Op het etiket moet duidelijk 'genetische gemodificeerd' staan, of 'product op basis van genetisch gemodificeerd [ingrediënt]'.
Op Saba, een eiland in Caribisch Nederland gebied, kunnen ziekten als dengue, chikungunya en zika worden bestreden met behulp van genetisch gemodificeerde muggen. Door de modificatie is de mug zodanig aangepast dat lokale muggenpopulaties die deze ziekten overbrengen teruggedrongen worden.
Beschadiging van het DNA treedt op door blootstelling aan straling, zoals het ultraviolette bestanddeel van zonlicht en röntgenstralen. Maar ook toxische stoffen beschadigen het DNA, zoals bestanddelen van sigarettenrook en chemotherapeutica, zoals cisplatine.
De DNA-databank neemt DNA profielen op in opdracht van het Openbaar Ministerie (OM). Het OM geeft ook opdracht om uw DNA-profiel uit de DNA-databank te verwijderen en het daarvoor gebruikte celmateriaal te vernietigen. Een bevestiging van een opname en/of verwijdering van een DNA profiel wordt naar het OM gestuurd.
ROTTERDAM - Gevoeligheid voor stress is in veel gevallen genetisch bepaald. Vier op de tien Nederlanders zijn door variaties in hun genen gevoeliger voor stress, en daardoor hebben ze sneller last van overgewicht en depressies. Tien procent van de Nederlanders is juist minder gevoelig voor stress.