Autismespectrumstoornissen (ASS) komen ook onder ouderen voor. Ze kunnen decennialang onopgemerkt blijven, tot de eisen die de veranderingen op latere leeftijd aan een persoon stellen, het beperkte aanpassingsvermogen overschrijden.
Autisme op latere leeftijd
Autisme is een ernstige ontwikkelingsstoornis die vaak al in de eerste levensjaren aan het licht komt. Maar het gebeurt ook dat pas in de volwassenheid na een jarenlange zoektocht een diagnose wordt gesteld.
Met andere woorden: iemand kan een genetische aanleg hebben voor autisme, maar óf hij of zij ook daadwerkelijk autisme ontwikkelt hangt mogelijk onder meer af van invloeden uit de omgeving. Welke invloeden dat zijn en welke rol ze precies op welk moment in de ontwikkeling spelen, daarover is nog maar weinig bekend.
'Die versnelde veroudering hebben we niet gevonden', vertelt Geurts. 'Autisme heeft in die zin dus geen impact op ouder worden, en andersom. Mensen blijken op oudere leeftijd soms zelfs beter in staat met hun autisme om te gaan.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met autisme én een verstandelijke beperking 30 jaar eerder sterven, op een gemiddelde leeftijd van 39 jaar.
Problemen hebben met het goed aanvoelen van andere mensen. Weinig rekening houden met andere mensen. Moeite hebben met het maken van oogcontact (vooral kinderen), in sommige gevallen langs je heen kijken. Het lachen in reactie op de lach van iemand anders, lijkt zich minder te ontwikkelen.
Mensen met autisme kennen geen emoties. Smalltalk, oogcontact of een knuffel… Mensen met autisme hebben het doorgaans moeilijk met sociale interactie. Als kind valt het hen al zwaar om vriendschap te sluiten met leeftijdgenoten en vaak komen ze ronduit ongeïnteresseerd over.
Sommige kinderen met autisme lijken minder behoefte aan slapen te hebben. Zij kunnen zich op wakkere momenten uitstekend bezig houden, zonder hun ouders uit hun slaap te houden. Vergeleken met leeftijdgenoten zonder autisme is de algemene slaapkwaliteit beduidend slechter.
Je krijgt nooit hetzelfde terug als van iemand die geen autisme heeft. Mensen met autisme vinden intiem contact vaak lastig. Een knuffel kan dan al een romantisch gebaar zijn. En ik heb bijvoorbeeld veel moeite met het huishouden.
Relevante en niet relevante informatie komen even hard binnen en dat zorgt al snel voor overprikkelde zintuigen. Er ontstaat een chaos in het hoofd, iemand heeft veel meer tijd nodig om de informatie te verwerken en er volgt een tragere reactie of andere interpretatie.
Moeite om zich in een ander te verplaatsen. Functioneel denken (Beperken tot 'logica' en missen van sociale aspecten) Moeite met inschatten andere mensen. Moeite met herkennen en onder woorden brengen van eigen gevoelens en gedachten.
Signalen van autisme zijn: (over)gevoeligheid voor prikkels: heftiger ervaren wat u ziet, hoort, ruikt, proeft, voelt. moeite hebben met veranderingen. moeite met relaties en sociaal contact.
Moeite met praten, schrijven en lezen
Je hebt een beperkte woordenschat en komt soms moeilijk uit je woorden. Je herhaalt vaak bepaalde woorden of praat op dezelfde toon. Je vindt het moeilijk gesprekken te starten en op gang te houden. Je vindt het lastig om te verwoorden wat je bijvoorbeeld denkt of voelt.
Mensen met autisme hebben gevoelens, dat staat buiten kijf. Ze zijn niet ongevoelig. En ze uiten ook hun gevoelens. Al wordt vaak ten onrechte beweerd dat de meeste mensen met autisme een neutrale of vlakke emotionele expressie vertonen.
Je vindt het moeilijk om contact te maken en te onderhouden. Je hebt meer dan anderen moeite met praten en communiceren. Je vindt het lastig om je dingen die er niet zijn, voor te stellen. Je hebt geen fantasie, of juist een te grote fantasie.
Inlevingsvermogen en empathie
Het idee dat mensen met autisme geen inlevingsvermogen hebben, is achterhaald. De ontwikkeling van het inlevingsvermogen kan wel anders verlopen dan bij mensen zonder autisme. En dat kan leiden tot misverstanden in een (liefdes)relatie.
Kenmerken die vaak in verband worden gebracht bij mensen met autisme zijn: Gevoeliger voor bepaalde prikkels, zoals geluiden, pijn of emoties. Problemen op sociaal gebied of een minder goed ontwikkelde sociale intuïtie. Moeite met (onverwachte) verandering.
Het maken van (herhalende) bewegingen of geluiden, op en neer springen en het aanraken van of bijten in bepaalde voorwerpen zijn slechts een paar voorbeelden. Wat de uitingsvorm ook is, het doel van het gedrag is vaak (in tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden) kalmeren en spanning kwijtraken.
Positieve eigenschappen van een partner met autisme
is deze vraag neergelegd. Wat hieruit naar voren komt is dat mensen met autisme over het algemeen gezien worden als eerlijke partners en harde werkers die rust, veiligheid en stabiliteit in een relatie brengen. Ook hun 'eindeloze geduld' werd genoemd.
Belevingswereld autisme
Mensen met autisme houden erg van voorspelbaarheid. Het liefst houden ze alles altijd hetzelfde. Als je aan een vorm van autisme lijdt, dan heb je grote moeite met veranderingen, zeker als ze onverwachts komen.
Net als ieder mens heeft ook iedere autist een eigen karakter. Ik ga uit van het goede in mensen, maar er zijn natuurlijk ook autisten met een slecht karakter. Die liegen, manipuleren, vreemdgaan, egoïstisch zijn of geweld gebruiken. Dat hoort niet bij de criteria voor autisme.
Hierdoor moet je als partner van iemand met autisme rekening houden met de volgende 'problemen': Een gebrek aan intimiteit en seks. Iemand met autisme voelt onvoldoende aan wat een ander wil, tenzij hem of haar dat duidelijk wordt gemaakt. Daarnaast ervaren autisten aanrakingen vaak meer of minder intens.