ADHD op vijf plekken in de hersenen zichtbaar Groot internationaal onderzoek bevestigt hersenverschillen bij ADHD. Bij mensen met ADHD zijn vijf hersengebieden kleiner dan bij mensen zonder ADHD. De verschillen zijn het duidelijkst bij kinderen en minder groot bij volwassenen.
Als je ADHD hebt worden de prikkels die binnenkomen in de hippocampus en de opdrachtcentra – zoals de prefrontale cortex – minder goed verwerkt. De samenwerking met andere gebieden in de hersenen raakt hierdoor verstoord.
ADHD is een neurobiologische stoornis. Er gaat iets niet goed in de hersenen; er is een tekort aan zogeheten neurotransmitters (dopamine en noradrenaline). Deze neurotransmitters zorgen ervoor dat informatie tussen de ene zenuwcel snel en goed worden doorgegeven aan een andere zenuwcel.
Hoe herken je ADHD? Mensen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder herken je vaak aan de concentratieproblemen of het aandachtstekort. Daarnaast zijn ze vaak ook hyperactief en impulsief. Hyperactiviteit herken je aan niet stil kunnen zitten, wiebelen, vaak opstaan of druk en luid praten.
Met voeding en supplementen kun je ook heel veel doen om je systeem rustiger te krijgen. Er zijn allerlei testjes om uit te zoeken welke disbalans iemand heeft. Gaba bijvoorbeeld is een kalmerende neurotransmitter die veel mensen met ADHD tekort komen, dus een supplement kan rustgevend werken.
Veel mensen met ADHD hebben last van vermoeidheid. Alles kost veel moeite en energie. Dit kan vervolgens erger worden door slaapproblemen. Bij ADHD komt dit heel vaak voor.
omgevingsfactoren, zoals blootstelling aan bepaalde stoffen tijdens de zwangerschap (nicotine, alcohol), de eetgewoonte van moeder tijdens zwangerschap, vroeggeboorte of laag geboortegewicht, stress in het gezin en vroege traumatische ervaringen.
Snel afgeleid zijn; moeite met concentreren. Erg druk zijn (hyperactief). Dingen doen zonder na te denken (impulsief). Problemen in het dagelijks leven, zoals thuis, op het werk en in het omgaan met anderen.
Dus als je je niet herkent in "druk" zijn kan het toch zijn dat er sprake is van hyperactiviteit. Daarnaast is het zo dat als je ADD hebt (het overwegend onoplettendheidtype), je weinig tot geen hyperactiviteitsklachten zal herkennen, al valt ook dit subtype onder de noemer ADHD.
De meeste mensen zonder ADHD die de medicijnen nemen krijgen meer energie en zin om te praten. Ze voelen zich wakker en soms een beetje blijer. De pillen met cafeïne en L-theanine geven minder sterke effecten. De meeste mensen ervaren iets minder vermoeidheid als ze de pillen hebben genomen.
Voorbeelden hiervan zijn vroeggeboorte, vroege traumatische ervaringen en een tekort aan voedingsstoffen. Slaaptekort leidt ook tot ADHD-kenmerken. Slaap en ADHD is eigenlijk een soort kip-en-het-ei-verhaal. Door ADHD heb je een grote kans op slaapproblemen, maar door slaapproblemen verergeren ook je ADHD-klachten.
ADHD is volgens Batstra een diagnose die gesteld wordt op basis van gedrag. Een zogenoemde 'behaviorally based diagnosis'. Batstra licht toe: “ADHD is geen hersenziekte, maar een definitie van als problematisch ervaren hyperactief, impulsief en ongeconcenteerd gedrag.
Er is lang verondersteld dat ADHD een rijpingsprobleem was dat vanzelf zou verdwijnen met het ouder worden. Het blijkt echter gecompliceerder. Bij één op de drie jeugdigen verdwijnen de symptomen vrijwel helemaal.
#Overprikkeling
Heb je #ADHD dat sta je vaak 'aan', je bent alert, je hoort en ziet veel en kunt al die informatie niet altijd goed filteren op mate van belangrijkheid. Je loopt op die manier gemakkelijk vol in je hoofd, wat zorgt voor onrust, bewegingsdrang en slechter slapen.
Zo kun je bij een dopamine tekort moeilijker bewegen, verlies je je zin in seks, heb je moeite met (vooruit) denken en is de kans groot dat je om de twee minuten in een huilbui uitbarst omdat je je emoties niet meer onder controle kunt houden. In ernstige gevallen gaat het tekort zelfs richting depressie.
Attention Deficit/Hyperactivity Disorder (ook wel ADHD) is meestal aangeboren. Dus het zit vaak in de familie, maar het kan ook wel eens een generatie overslaan. Heel soms krijgen mensen ADHD door zuurstofgebrek bij de geboorte. Je hebt ADHD dus al vanaf de kinderleeftijd, meestal met een begin voor het 12e jaar.
Als er sprake is van de stoornis ADHD, moet de impact op het participeren in het maatschappelijk leven aangetoond worden volgens de basisdefinitie van een handicap (langdurige en belangrijke beperking van de kansen tot sociale integratie). Die impact kan zeer wisselend zijn.
ADHD is op zich niet te genezen. Het vormt een blijvende kwetsbaarheid. De behandeling heeft als doel de symptomen te verminderen en het ontstaan van bijkomende problemen te voorkomen en/of te beperken.
Mensen met ADHD hebben een groot empathisch vermogen. Omdat ze 'verder' denken kunnen ze zichzelf makkelijk in de schoenen van de ander verplaatsen. Problemen oplossen is iets wat iemand met ADHD goed kan. Hij of zij kan van verschillende kanten het probleem bekijken en daardoor sneller tot een goede oplossing komen.
De hersenen van mensen met ADHD reageren sneller op prikkels (impulsen, stemmingen en gebeurtenissen). Dit kan er toe leiden dat je je moeilijk kunt concentreren en snel afgeleid raakt. Je kunt ook impulsief gedrag vertonen. Vaak ben je lichamelijk overactief of onrustig (hyperactiviteit).
Voor kinderen met ADHD, kan het stijgen en dalen van het bloedsuikerniveau zorgen voor uitbarstingen van hyperactiviteit, stemmingswisselingen, agressie en prikkelbaarheid. Een teveel aan suiker kan de symptomen van kinderen met ADHD verergeren en bijdragen aan meer gedragsproblemen.
Vitamine D is nodig voor je tanden en botten. Minder bekend is dat het een belangrijke functie vervult bij psychische klachten zoals depressie, psychose, ADHD en autisme. Kinderen met ADHD hebben vaak een te laag gehalte aan vitamine D in het bloed. Daarom zijn zij gebaat om, naast medicatie, Vitamine D in te nemen.
Bij ADHD valt het aan te raden om zoveel mogelijk plantaardig te eten en vooral suikers en koolhydraten links te laten liggen. Je kunt kiezen voor een mediterraan dieet of paleodieet, beide gevuld met fruit, groenten, bonen, noten, volle granen en plantaardige oliën.