gs/ges = geschiedenis.
Profielkeuze havo en vwo. Aan het einde van het derde leerjaar havo en vwo maak je een profielkeuze. De bovenbouw van havo en vwo heeft vier profielen: Natuur en Techniek, Natuur en Gezondheid, Economie en Maatschappij en Cultuur en Maatschappij. Scholen bieden deze profielen altijd aan.
Bijna helft scholieren vindt vak wiskunde moeilijkst en meest stressvol - 10 juni '14. Uit onderzoek onder 10.114 scholieren blijkt dat bijna 50 procent van de scholieren het hardste leert voor zijn proefwerk wiskunde. 38 procent van de leerlingen ervaart daarnaast de meeste stress voor het vak wiskunde.
Bij het vak maatschappijkunde leer je de basis van en kijken naar onze Nederlandse maatschappij. Kortom een vak waarin je leert om met beide benen in de Nederlandse maatschappij te staan, een mening te vormen en te kunnen beargumenteren.
In de derde klas kun je kiezen voor het vak BTE. Dit vak is een vak dat je twee uur per week krijgt. In die twee uren zijn we vooral bezig met tekenen of handvaardigheid.
Natuur, Leven en Technologie (nlt) is een modern keuzevak voor de bovenbouw van havo en vwo. Nlt laat zien op welke manier de vakken aardrijkskunde (aardwetenschappen), biologie, natuurkunde, scheikunde en wiskunde samenkomen.
De minor is een combinatie van vakken uit de BA Linguistics (L) en gebarentaal-specifieke vakken (SL).
Geen enkel schoolvak haalde zo'n hoge score in alle groepen, in een jaar als Geschiedenis vanaf 2017/2018 tot nu. Jongens vinden Geschiedenis interessanter dan meisjes. Wanneer we apart vragen naar inhoudelijk leuke vakken, staat Geschiedenis bij meisjes en havo-jongens op twee en bij vwo-jongens op vier.
Op de vraag welk examen het moeilijkst en het makkelijkst waren, kregen we veel verschillende antwoorden. Als moeilijkste examens werden de vakken wiskunde en natuurkunde het meest genoemd, op de voet gevolgd door economie, Nederlands en geschiedenis.
Als je voor je 1ste examenkans niet geslaagd bent, moet je je dus het volgende academiejaar opnieuw inschrijven voor dat opleidingsonderdeel.
Het vwo bestaat uit twee opleidingen: het gymnasium en het atheneum. Beide opleidingen hebben hetzelfde niveau, duren allebei zes jaar en bereiden je voor op het wetenschappelijk onderwijs (WO), de universiteit. Het belangrijkste verschil tussen de twee opleidingen is dat je op het gymnasium Grieks en Latijn leert.
Wiskunde B is wat moeilijker. Het is vooral bedoeld voor wie graag wiskunde deed in de onderbouw en het ook goed kon. Het is een keuzevak, behalve voor scholieren die het profiel Natuur en Techniek kiezen.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Flexibel bezoekersvak (vak MM)
Dit PSV-vak is dan een ongenummerd zitvak en is afgeschermd van de bezoekende club.
ACT staat voor Acceptance and Commitment Therapy (Hayes, Wilson & Strosahl). Dit is een derde generatie gedragstherapie die cliënten helpt om op een flexibele manier om te gaan met de obstakels die ze tegenkomen (Acceptance), zodat men kan blijven investeren in de dingen die ze écht belangrijk vinden (Commitment).
De brugklas is de eerste klas van het voortgezet onderwijs.
fi = filosofie. Fr/Fa/Fatl = Frans.
Na de basisschool gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Het niveau waarmee kinderen instromen in het voortgezet onderwijs is afhankelijk van het schooladvies van de basisschool.
SP staat hoogstwaarschijnlijk voor "studiepunten". Er staan exact dezelfde punten onder WF en SP; de twee kolommen staan naast elkaar (eerst WF en dan SP).
Natuur en Techniek
In dit profiel volg je de vakken: Wiskunde B, Natuurkunde en Scheikunde. Daarnaast moet je kiezen uit de profielkeuzevakken Biologie, Wiskunde D, Natuur, Leven en Technologie en Informatica.
Interventie/verrijking (IE)
Het vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) is het hoogste niveau binnen het voortgezet onderwijs. Ongeveer 20% van de basisschoolleerlingen gaat hier naartoe. Het vwo duurt zes jaar en bestaat uit het atheneum en het gymnasium.