De enkel is herkenbaar aan twee zichtbare knobbels. De knobbel aan de buitenzijde van het been (of malleolus lateralis) is het onderste uiteinde van het kuitbeen, de knobbel aan de binnenzijde van het been (of malleolus medialis) is het onderste uiteinde van het scheenbeen.
De spier die de voet optrekt is de musculus tibialis anterius: de spier die met betrekking tot het scheenbeen aan de voorzijde ligt. Zie de rechter afbeelding. De spier die de voet naar binnen trekt, is de musculus tibialis postirior.
Het sprongbeen is het bot dat het been verbindt met de voet. Zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant van het sprongbeen (talus) kan het kraakbeen beschadigen.
Het sprongbeen (talus of astragalus) is een bot van de enkel dat in de menselijke anatomie het been, voornamelijk het scheenbeen, verbindt met de voet.
Een bunion (hallux valgus) is een grote knobbel aan de zijkant van de voet die zich bij de aanzet van de grote teen ontwikkelt. Een bunion ontsteekt vaak en is vaak gezwollen, waardoor pijn in de voet ontstaat.
De meest toegepaste operatieve behandeling is artrodese (vastzetten) van het enkelgewricht. Hierbij wordt het scheenbeen (de tibia) vastgezet aan het sprongbeen (de talus). Bij deze behandeling wordt de beweeglijkheid van het bovenste spronggewricht (=de enkel) opgeofferd.
De pijn bij kraakbeenletsels komt door overdruk op het onderliggende bot. Hierbij treedt vaak botoedeem (beenmergzwelling) op, wat pijnlijk is. Voor kraakbeenletsels bestaan veel verschillende behandelingen. Dit gaat van kinesitherapie en infiltraties tot kraakbeentransplantaties.
De menselijke voet valt te verdelen in drie gebieden: de voorvoet bestaat uit 5 middenvoetsbeenderen en de tenen; de middenvoet bestaat uit vijf (of meer) voetwortelbeenderen; de achtervoet is draaipunt van de enkel en bestaat uit de twee grootste voetwortelbeenderen: het sprongbeen en het hielbeen.
De enkel is herkenbaar aan twee zichtbare knobbels. De knobbel aan de buitenzijde van het been (of malleolus lateralis) is het onderste uiteinde van het kuitbeen, de knobbel aan de binnenzijde van het been (of malleolus medialis) is het onderste uiteinde van het scheenbeen.
Een ganglion is een bobbeltje aan uw pols, vinger of voet. Het bobbeltje wordt veroorzaakt door een uitstulping van de peesschede of van het kapsel dat om een gewricht zit. Een peesschede is een kokertje gevuld met een glijmiddel.
Een ontsteking gaat vaak samen met een zwelling. De voet/enkel van de patiënt wordt dik en voelt warm aan. Instabiliteit: Doordat het kraakbeen afneemt kan de stand van de voet veranderen.
Een slijmcyste is een veelvoorkomende goedaardige zwelling aan de voet of enkel. Een cyste (zeg: 'kieste') is een holte met vocht. Een slijmcyste noemen we ook wel een ganglion. Bij een slijmcyste komt het vocht uit het gewricht of de peesschede die in de buurt ligt.
Symptomen gescheurde enkelband
De klachten bestaan uit pijnklachten tijdens het belasten van de enkel. Ook ontstaat er meestal vocht in de enkel. Dit is een beschermingsreactie van uw lichaam om meer schade te voorkomen. Soms treedt er een instabiel gevoel in de enkel op.
Rust: Stop direct met het sporten. IJs: Koel je enkelgewricht direct 10 minuten lang. Compressie: Breng direct een drukverband (met tape) aan om de zwelling tegen te gaan. Elevatie: Houd je enkel hoog tijdens de eerste 48 uur en kijk hoe dit gaat.
Een podotherapeut of podoloog is iemand die gespecialiseerd is het onderzoeken en behandelen van, u raadt het al, voeten.
De enkel bestaat uit twee gewrichten.
Enerzijds het ware enkelgewricht (of bovenste spronggewricht) tussen het onderbeen (tibia), kuitbeen (fibula) en sprongbeen (talus). Anderzijds het subtalaire gewricht (of onderste spronggewricht) tussen het sprongbeen (talus) en hielbeen (calcaneus).
De klachten bij pijn aan de zijkant van uw voet zijn op korte termijn te verhelpen door uw schoenen niet te strak te doen en uw voeten zo min mogelijk te belasten. Houd uw voet wel enigszins in beweging. Een eventuele pijnstiller of verkoeling op de pijnlijke plek kunnen de pijnklachten tijdelijk verminderen.
Bij patiënten met voorbijgaande osteoporose is op een MRI-scan botoedeem zichtbaar. Voorbijgaande osteoporose is een zelflimiterende aandoening maar meestal is symptomatische behandeling van deze patiënten met pijnstillers en immobilisatie noodzakelijk.
Oorzaak exostose (botzwelling)
Door druk en irritatie op het hielbot groeit er een botuitsteeksel. Meestal is de oorzaak te strak sluitend schoeisel, te kleine schoenen of een te hard hielstuk. Het hielbeen kantelt wat achterover. Daardoor ontstaat wrijving en irritatie van de huid.
Wandelen is één van de meest toegankelijke manieren om in beweging te komen. Zelfs als u last heeft van uw gewrichten, zoals bij artrose, is wandelen uitermate geschikt.
Bij dit vastzetten wordt het scheenbeen, het sprongbeen en meestal een deel van het kuitbeen aan elkaar vastgezet. Dit vastzetten gebeurt met meerdere grote schroeven. Vervolgens moet het lichaam beide botdelen aan elkaar laten vastgroeien. Deze standaard procedure is bij ongeveer 90% van de patiënten mogelijk.