Bij een spaarhypotheek is het veelal niet mogelijk of verstandig om de hypotheek af te lossen, maar een extra storting in de kapitaalverzekering doen kan wel. Met een extra storting stijgt het bedrag op de gekoppelde spaarrekening. Daardoor daalt vervolgens de premie. Dat scheelt flink in de maandlasten.
Het grote nadeel van een spaarhypotheek aflossen
De spaarhypotheek is een aflossingsvrije hypotheek met een verpande polis. Deze polis bepaalt op welke manier u het vermogen opbouwt waarmee u de hypotheek aflost. De spaarhypotheek is tegenwoordig echter een verouderde hypotheekvorm.
Voordelen aflossingsvrije hypotheek aflossen
Per jaar scheelt u dit aanzienlijk veel geld. De kans op een restschuld wordt na extra aflossen steeds kleiner. U hoeft minder belasting in box 3 te betalen. De kans dat u vermogensrendementsheffing moet betalen, wordt steeds kleiner.
In het geval van een bankspaarhypotheek, spaarhypotheek of beleggingshypotheek mag het spaar- of beleggingsdeel in box 1 niet hoger zijn dan de hypotheekschuld in box 1. Aflossen is bij deze hypotheekvormen daarom meestal niet aan te raden. Extra sparen of beleggen is soms wel mogelijk.
Extra aflossen op een spaarhypotheek
Je kunt jaarlijks een deel aflossen zonder een vergoeding voor vervroegd aflossen te betalen. Een spaarhypotheek is sinds 2013 niet meer nieuw af te sluiten.
Bij een spaarhypotheek is het veelal niet mogelijk of verstandig om de hypotheek af te lossen, maar een extra storting in de kapitaalverzekering doen kan wel. Met een extra storting stijgt het bedrag op de gekoppelde spaarrekening. Daardoor daalt vervolgens de premie. Dat scheelt flink in de maandlasten.
Extra aflossen op je hypotheek om je maandlasten te verlagen is niet altijd voordelig. Vooral niet bij een (bank)spaarhypotheek. Deze hypotheekvorm kent flinke belastingvoordelen. Het is daardoor gunstiger om extra geld in je polis te storten dan extra af te lossen.
Wil je snel van de hypotheek afkomen? Dan kun je de hypotheek aflossen door extra stortingen te doen of de maandelijkse premie-inleg te verhogen. Daardoor heb je sneller voldoende kapitaal bij elkaar om de spaarhypotheek af te lossen. Ook betaal je hierdoor op termijn minder rente.
Als de hypotheek na die dertig jaar niet wordt afgelost, gaat de hypotheek over naar box 3. * In de meeste gevallen stijgen daardoor de netto rentelasten. Vaak is met de bank afgesproken dat de aflossingsvrije hypotheek een looptijd heeft van dertig jaar.
Afloop rentevaste periode en afloop hypotheek
Een spaarhypotheek loopt af na 30 jaar als je deze voor 30 jaar hebt afgesloten. Dit is dus niet het einde van de rentevaste periode, maar het einde van de hele hypotheek.
Wanneer je amper nog hypotheek hebt, zullen je aftrekbare kosten lager zijn dan je woningforfait en dus zou je meer belasting moeten betalen. Dat voelt niet helemaal eerlijk. Want als je wel nog schuld hebt en rente aftrekt, is die vaak hoger dan het eigenwoningforfait en hoef je dus niet te betalen.
Als je €1.000 aflost, betaal je €18 minder rente per jaar als je netto rente 1.8% bedraagt. Dat is na 30 jaar 30 * €18 = €540 euro aan totale rente die je niet hebt hoeven betalen. '
Na 30 jaar gaat de hypotheek van box 1 naar box 3. De hypotheek wordt dan strenger getoetst op basis van het inkomen. Loopt de hypotheek af na uw 56ste dan bepaalt het pensioeninkomen mede wat u kunt lenen. Banken houden 10 jaar voor de pensioendatum al rekening met een (lager) inkomen na het pensioen.
Door de koppeling van hypotheek- en spaarrente is een spaarhypotheek vooral gunstig bij een hoge hypotheekrente. Wie eenmaal voor een spaarhypotheek bij een bepaalde maatschappij heeft gekozen, zit hieraan voor de rest van de looptijd vast.
Je hoeft je spaarhypotheek niet stop te zetten bij de verkoop van je huis. Je mag het bedrag van je hypotheek alleen niet meer verhogen of de looptijd verlengen. Als je een hogere hypotheek nodig hebt, moet je dat deel van de lening in minimaal 30 jaar aflossen.
Een spaarhypotheek bestaat uit een aflossingsvrije hypotheek en een spaarrekening- of verzekering. Tijdens de looptijd blijft je hypotheekschuld gelijk, omdat je niet maandelijks aflost op je hypotheek maar spaart om aan het einde van de looptijd in één keer (een deel van) je hypotheek af te lossen.
Maar een aflossingsvrije hypotheek heeft ook nadelen. Bij een aflossingsvrije hypotheek betaal je alleen rente en – dus – geen aflossing. Daardoor wordt je schuld tijdens de looptijd niet minder. Maar die schuld moet je aan het einde van de looptijd of bij tussentijdse verkoop wel volledig aflossen.
Voor zover je boetevrij kunt aflossen, is het verstandig om eerst het hypotheekdeel af te lossen waar je de hoogste hypotheekrente over betaalt. Daarnaast is het van belang dat je let op de duur van de resterende rentevaste periode.
Is de rente van je aflossingsvrije hypotheek niet aftrekbaar? Dan mag je de aflossingsvrije hypotheek in mindering brengen op je vermogen in box 3. Hierdoor betaal je mogelijk minder belasting over je vermogen. Deze belasting heet vermogensrendementsheffing.
Op een bankspaar- of levenhypotheek kun je beter niet aflossen. Bij een (bank)spaarhypotheek spaar je tegen de rente die je ook betaalt voor je hypotheeklening. Over dit spaarbedrag hoef je geen vermogensrendementsheffing te betalen.
Waarom kun je geen bankspaarhypotheek meer afsluiten? Vanaf 1 januari 2013 is het fiscale voordeel van de bankspaarhypotheek afgeschaft. Dit voordeel zat 'm erin dat het gespaarde geld en de rente die je hiervoor ontving niet in Box 3 als vermogen werden belast.
Vanaf 1 april 2018 zijn de regels versoepeld bij het afkopen van een (bank)spaarhypotheek. Het is niet meer nodig om minimaal 15 jaar premie te betalen. Wel dient u de afkoop te gebruiken om uw hypotheek af te lossen.
De afkoopwaarde is het bedrag dat wordt uitgekeerd wanneer u voortijdig stopt met uw levensverzekering. Als de levensverzekering is gekoppeld aan de hypotheek, bepaalt de afkoopwaarde onder andere de aflossing van de hypotheek.
Per kalenderjaar mag je een deel van de hypotheek boetevrij aflossen. Vaak ligt dit tussen de tien en twintig procent van de oorspronkelijke hoofdsom. Een beperkt aantal geldverstrekkers berekent nooit boeterente als er wordt afgelost met eigen geld.
Van de Belastingdienst mag je per jaar nooit meer storten dan tien keer de laagste inleg of premie die je tijdens de looptijd hebt betaald. Dit heet de bandbreedte. Om zeker te weten dat je binnen deze fiscale ruimte blijft, hanteren we voor onze bankspaarhypotheek zes keer de laagste inleg.