Voor stichtingen zonder een ANBI status geldt geen minimum of maximum voor het aantal bestuursleden. Zo is het zelfs mogelijk om één persoon, een BV of een andere rechtspersoon als bestuurder te hebben.
Vaak heeft een stichting meerdere bestuurders dit is echter niet verplicht. Een stichting kan door één (rechts)persoon worden opgericht. Het is dus mogelijk een 'gewone' stichting op te richten met één bestuurder.
Een stichting heeft altijd een bestuur maar geen leden. Het bestuur van stichting bestaat mininimaal uit één persoon. Soms is er een Raad van Toezicht (RvT) of een Raad van Commissarissen (RvC), maar dat is niet verplicht.
Een stichting kan worden bestuurd door zowel statutaire als door titulaire bestuurders of een directeur. Bij het oprichten en besturen van de stichting is het belangrijk om de verschillen daartussen te weten.
Ook een rechtspersoon, bijvoorbeeld een Besloten Vennootschap, kan een stichting oprichten. De wet stelt ook geen eisen aan het aantal mensen dat nodig is om een stichting op te richten. Dit betekent dat u in uw eentje een stichting op kunt richten.
Een stichting kan niet zonder bestuur. Bij de oprichting worden één of meerdere personen benoemd. Te zijner tijd zullen er bestuurders vervangen worden. De statuten van de stichting moeten bepalen hoe deze nieuwe of andere bestuurders worden benoemd.
Doorgaans bestaat een bestuur minimaal uit een voorzitter (en vicevoorzitter), een secretaris en een penningmeester. De leden van het bestuur die geen specifieke functie of taak hebben, worden wel 'algemeen lid' genoemd.
Het geld van een stichting komt binnen via donaties, leningen, subsidies en erfenissen. Een stichting heeft geen aandeelhouders.
De aandeelhouders zijn de eigenaren van de BV. Zij hebben aandelen in het bedrijf en daarmee een stukje eigendom. Een bestuurder kan ook aandeelhouder zijn, maar dit hoeft niet. Een bestuurder is de persoon die de BV bestuurt en vertegenwoordigd.
In principe onbeperkt, er is namelijk geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen, waarbij bestuurders voor een periode van vier jaar benoemd worden en daarna één of twee keer herkozen kunnen worden.
Bestuursleden van stichtingen en verenigingen die zijn opgericht zonder een notariële akte zijn elk hoofdelijk aansprakelijk. Elk bestuurslid kan dus aansprakelijk gesteld worden voor het volledige bedrag aan schulden.
Een stichting heeft geen winstoogmerk en mag geen winst uitkeren aan oprichters of bestuurders. Eventuele winst moet worden gebruikt voor het realiseren van het doel van de stichting. Stichtingen hebben vaak een ANBI-status, waardoor giften aan de stichting aftrekbaar zijn van de belasting.
In de statuten kan van die bepaling worden afgeweken. Dat betekent dat, een penningmeester van een kleine vereniging tegelijkertijd ook voorzitter kan zijn, mits deze mogelijkheid in de statuten is opgenomen. De meest voorkomende combinatie van functies is overigens penningmeester en secretaris.
Het is mogelijk om (tijdelijk) verder te gaan als slapende stichting. De stichting onderneemt dan geen activiteiten meer, maar blijft wel voortbestaan.
Hoe koopt een stichting een pand? Een stichting kan lang niet altijd een pand kopen.Dat moet expliciet zijn opgenomen in de statuten. Daarna is het meestal juridisch gezien een kwestie van het bestuur.
Een stichting mag geen salaris toekennen aan de bestuurders, zij kunnen slechts een vergoeding voor hun kosten ontvangen. Als het besturen van de stichting een dagtaak wordt, kan dit een punt van aandacht worden. De stichting mag geen winst uitkeren aan de oprichters.
Ook als stichting kun je personeel in dienst nemen. De stichting is dan werkgever. Het bestuur heeft een extra taak.
De Chief Executive Officer hoeft niet per se deel uit te maken van een groter bestuur. Er zijn bedrijven met een beperkt aantal bestuursleden, en sporadisch is er een beursgenoteerde onderneming met slechts één bestuurslid. In veel ondernemingen vormen de CEO en CFO het bestuur.
Hoe lang mag je voorzitter zijn? Wettelijk gezien kun je onbeperkt voorzitter zijn.
Een bestuur moet volgens de wet bestaan uit minstens een voorzitter, secretaris en een penningmeester, of in de statuten moet anders bepaald zijn. Het hebben van een niet voltallig bestuur hoeft in principe geen probleem te zijn, het heeft geen gevolgen voor de bevoegdheid van het bestuur.
De gemeenteraad bepaalt waar het bestuur zich op hoofdlijnen mee bezighoudt. En controleert het college van burgemeester en wethouders (college van B&W). De raad bestaat uit gekozen volksvertegenwoordigers. Het college van B&W bestuurt de gemeente; de burgemeester is voorzitter van het college.
Het bestuur van de stichting moet minimaal één keer per jaar vergaderen. In de statuten kan zijn bepaald dat dit vaker moet gebeuren. De secretaris moet in de gaten houden dat de stichting op tijd vergaderd. In de notulen van de stichting moeten alle afspraken komen te staan die tijdens de vergadering zijn besproken.
Alleen mag die winst niet bestemd zijn om het bestuur te verrijken maar moet zij uitgekeerd worden aan een ideëel of sociaal doel. Wel mag een een onkostenvergoeding uitgekeerd worden, maar de fiscus uiteindelijk wel naar een verantwoording van die onkosten.
Het zijn van directeur duidt dus alleen op de functie of titel die hij of zij heeft op basis van een arbeidsovereenkomst. Zie ook Directeur Grootaandeelhouder. Bij veel verenigingen en stichtingen heb je een directeur die ook wel bestuurder wordt genoemd.