Kou kost vogels extra energie om warm te blijven. Ze beschikken over een uitstekende isolatielaag; dons geldt als een van de best isolerende materialen ter wereld en de buitenlaag van veren maakt dat vogels veel kunnen hebben. Maar de interne kachel moet wel blijven branden en daar is voedsel voor nodig.
Strenge vorst is voor vogels niet eenvoudig. Als het min 10 graden of meer is, dan verliezen vogels zomaar 10 procent van hun lichaamsgewicht. Het probleem is echter dat ze overdag vaak ook nog eens niet aan voedsel kunnen komen omdat dit allemaal verstopt ligt onder de sneeuw en het ijs.
Vogelpootjes zijn bedekt met een laagje schubben, die ook nog eens erg goed tegen vrieskou kunnen. Deze schubben bevatten heel veel keratine. Keratine is ook te vinden in onze eigen haren en nagels en is een vezelig en stug eiwit dat niet kan bevriezen.
Vogels onderhouden een lichaamstemperatuur van zo'n 41 graden Celsius.
De poten van een vogel zijn dus wel een beetje kouder maar omdat er bloed blijft stromen, kunnen ze niet bevriezen. Echt lang stil staan op het ijs is echter niet verstandig want de vogelpoten kunnen wel blijven plakken.
Vogels hebben dankzij hun dons een uitstekende isolatielaag. Toch moeten met name de kleinere soorten, zoals de winterkoning, flink bijstoken om warm te blijven en dit kost extra energie. Door wat extra bij te voeren, houden de vogels in de omgeving van de tuin het makkelijker vol.
Vogels doen zelf hun best om hitte te doorstaan, maar je kunt ze ook helpen. Een vogel die het heet heeft ademt heel snel en is soms wat lusteloos. Zo'n dier zit vaak met gespreide veren en de snavel open te hijgen om via de tong en de bek vocht te verdampen; een soort zweten dus wat tot afkoeling leidt.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
De normale lichaamstemperatuur bij gezonde mensen varieert tussen ongeveer 35,5 graden en 37,5 (soms hoger bij inspanning) Celsius. Soms ook wel wat lager. Bijvoorbeeld vroeg in de ochtend of tijdens de slaap. Onderkoeling begint als de lichaamstemperatuur zakt tot onder de 35 °C.
In tegenstelling tot mensen kunnen vogels niet zweten om warmte kwijt te raken. Ook kunnen ze niet even hun verenpak uitdoen. Vogels die oververhit beginnen te raken zijn lusteloos en ademen snel. Vaak zullen ze met gespreide veren en hun snavel open zitten te hijgen.
Als het vriest krijgen ze vocht binnen door bijvoorbeeld sneeuw of rijp op te pikken. Zelf kun je wat ijs vergruizen zodat ze de ijssplinters kunnen oppikken. Erg koud in de buik, dus het kost wat energie, maar het voorziet wel in de vochtbehoefte. ? Bij lichte vorst kun je vers water aanbieden.
Winter: voer en water
Bij lichte vorst mag u vers drinkwater aanbieden. Vogels badderen daar ook in. Dit is geen probleem: het water rolt van de ingevette veren, dus bevriest niet. Zoang ze open water vinden in de natuur, mogen ze ook open water vinden in de tuin.
De meeste tuinvogels gebruiken een of twee drinkmethoden. De meeste vogels drinken door een slokje te nemen uit een plas of drinkschaal en vervolgens hun kop naar achter te buigen. Duiven drinken door hun snavel in het water te steken en het water vervolgens als door een rietje op te zuigen.
Soorten die hieraan genoeg hebben zijn onder andere grasparkieten, valkparkieten, zebravinken, kanaries en Japanse meeuwtjes. Let wel op dat de kleinere soorten vaak gevoeliger zijn. In koude winters kun je extra maatregelen treffen om de dieren warm te houden.
Afhankelijk van de vogels die u wilt gaan houden kunt u er voor kiezen het nachthok te isoleren. Dit kan met isolatiemateriaal zoals glaswol en piepschuim. Timmer het goed af en voorkom naden of kit deze af zodat er geen broedplaats voor bloedluis ontstaat.
Grasparkieten kunnen zowel binnen als buiten gehouden worden, zolang de temperatuur niet onder de 5°C komt. Buiten in een volière dienen ze daarom wel een tochtvrij binnenverblijf tot de beschikking te hebben. De hangparkiet en valkparkieten kunnen over het algemeen niet goed tegen winterse kou.
Een temperatuur van 30 graden voelt bij 50 procent luchtvochtigheid aan als 31 graden, bij 80 procent als 38 graden en bij 100 procent zelfs als 44 graden. Gevoelstemperaturen boven 55 graden zijn levensgevaarlijk omdat het lichaam zijn warmte maar moeilijk meer kwijt kan. Dat leidt tot oververhitting.
Lichaamstemperatuur van 31° à 33°. Afnemen van het rillen met verstijven van de spieren en de gewrichten. Blauwverkleuring van de huid beginnend bij handen, voeten en lippen. Vertragen van hartslag en ademhaling.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Het gehoorbereik van vogels verschilt per soort, maar is vergelijkbaar met dat van mensen (20-20.000 hertz). Vogels kunnen tóch veel beter horen, want ze kunnen beter details onderscheiden (grotere gehoorscherpte). Vogels zijn vooral ontvankelijk voor geluiden die dezelfde toonhoogte hebben als hun eigen geluiden.
Voor het eerst hebben onderzoekers bewezen dat vogels tijdens hun vlucht kunnen slapen. Het zijn echter maar korte dutjes. Sommige vogels maken lange trektochten en zijn dagen, weken of zelfs maanden op rij in de lucht te vinden.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
De vogels moet snel weg kunnen vliegen als ze dat willen. Leg als het nodig is kleine stenen en kiezels op de bodem. Vul de bak met een laagje water. Niet te veel, het water moet ondiep zijn.