Denk daarbij aan extreme neerslag in de vorm van regen en/of hagel. Ook start- en landingsbanen kunnen tijdelijk onbruikbaar worden door deze hoeveelheid neerslag. Vliegtuigen zijn vaak uitgerust met een eigen weerradar, zodat zij onweersbuien zoveel als mogelijk kunnen vermijden.
Bijna alle commerciële vliegtuigen worden gemiddeld één tot twee keer per jaar geraakt door bliksem. Vaak merk je dit als passagier of piloot niet eens. De bliksem kan namelijk niet inslaan, omdat het vliegtuig niet in contact staat met de aarde, waardoor het de stroom niet doorgeeft aan de grond.
Vliegtuigen moeten altijd tegen de wind in landen en opstijgen. Bij matige wind kunnen ze behoorlijk wat zijwind verdragen, maar zodra het gaat stormen worden die toleranties veel kleiner. Ook bij Eunice is er geen andere mogelijkheid dan pal tegen de wind in te landen of op te stijgen.
Opstijgen is minder gevaarlijk dan landen
80 procent van de vliegtuigongevallen doet zich voor drie minuten na het opstijgen en acht minuten voor het landen.
Bij windkracht 6 kunnen vliegtuigen prima landen zolang ze tegen de wind in landen. Landen van een vliegtuig met zijwind geeft wel problemen al is het mogelijk. De meeste vliegvelden hebben hierom meerdere landingsbanen zodat er vanuit alle richtingen geland en opgestegen kan worden.
Piloten vliegen bij voorkeur niet door een onweersbui heen. Afhankelijk van de heftigheid van de bui vliegen ze er ook liever niet onderdoor. Denk daarbij aan extreme neerslag in de vorm van regen en/of hagel. Ook start- en landingsbanen kunnen tijdelijk onbruikbaar worden door deze hoeveelheid neerslag.
Storm en zijwind
De meeste vliegtuigtypes kunnen wel landen of opstijgen met een beetje zijwind. Maar zodra de zijwind boven de baan hard is - door bijvoorbeeld een windvlaag of plotseling draaiende, toenemende wind - dan moet Luchtverkeersleiding Nederland een baan gebruiken die gunstiger in de wind ligt.
Kijkend naar het ergste wat kan gebeuren - namelijk dat een vliegtuig neerstort - dan is de kans zo'n 1 op 11 miljoen dat dit je overkomt. Ter vergelijking: de kans dat je omkomt door een fataal auto-ongeluk is 1 op 6.000.
Op basis van die data kwamen ze tot de conclusie dat mensen die vooraan in het toestel zitten 49% kans hebben om de crash te overleven. Het zijn met name de passagiers in businessclass die vooraan zitten. Zit je in het vliegtuig net voor of net achter de vleugels, dan stijgt de overlevingskans tot 56%.
Het is een normale, menselijke reactie die je niet kunt afleren. Je moet alleen leren ermee om te gaan tijdens een normale situatie als vliegen. ' Maar welke angst er ook achter schuilgaat, vliegangst is niets anders dan een buitengewone reactie van het zenuwstelsel op een relatief onschuldige gebeurtenis.
Bij enorm zware turbulentie kan een toestel beschadigd raken, maar dat is erg ongewoon voor moderne jets van bijvoorbeeld Boeing of Airbus. De meeste toestellen kunnen ook na een blikseminslag gewoon verder vliegen, en zelfs als de aandrijving uitvalt kan een Boeing 777 op 10 kilometer hoogte nog 160 kilometer vliegen.
De vraag "Hoe veilig is vliegen?" kan daarom als volgt worden beantwoord: Reizen per bus en trein is het veiligst, op de voet gevolgd door reizen per vliegtuig. Het is een feit: statistisch gezien is de kans op een ongeval in een vliegtuig ongeveer 1 op 188.364 (2019) en is dus veel kleiner dan in een auto.
Turbulentie is de beweging die een vliegtuig maakt op de golven van luchtstromingen die in beweging zijn. Turbulentie is een normaal fenomeen en komt in drie vormen voor. Hoewel het door menig passagier als angstig wordt ervaren, is turbulentie doorgaans niet gevaarlijk. Wel kan het zeer oncomfortabel zijn.
“Moderne vliegtuigen zijn uitgerust met geavanceerde radarsystemen die met andere vliegtuigen communiceren en indien nodig instructies geven aan de piloten om de afstand tussen elkaar te vergroten en zo de kans op botsingen weg te nemen.”
Haal drie keer diep adem richting je onderbuik”, zegt hij. “Kruip vooral niet in je schulp, maar zoek afleiding. Maak een praatje met je buren en zeg hardop achterstevoren het alfabet op.
Als je zo min mogelijk turbulentie wil voelen, moet je in het midden van het midden gaan zitten. Aan de 'raamkant' voel je meer turbulentie dan in het midden van het gangpad. Waar je niet moet zitten, is aan de achterkant van het vliegtuig - daar voel je turbulentie sterker dan in het midden of aan de voorkant.
Over het algemeen zit je op een stoel achterin de cabine het meest veilig en dan ook nog in de buurt van een nooduitgang. Ook de plekken aan het gangpad zijn wat veiliger als er iets gebeurt, omdat je dan eerder het toestel kunt verlaten.
15 juli 1996: Een Hercules-transportvliegtuig van de Koninklijke Landmacht crasht op vliegbasis Eindhoven. Daarbij komen 34 inzittenden om het leven. Op 25 februari 2009 stort in de buurt van Schiphol een vliegtuig van Turkish Airlines neer. Van de 135 inzittenden overleven 9 mensen de crash niet.
Er storten ongeveer 100 vliegtuigen per jaar neer. Dat is vergelijkbaar met 1 vliegtuig dat neerstort elke 3 of 4 dagen. Dagelijks worden er echter ongeveer 90.000 tot 100.000 vluchten uitgevoerd.
Bij die ramp kwamen 583 mensen om het leven. Het was het laatste incident van de KLM met dodelijke slachtoffers, de crash met de Cityhopper in 1994 en Malaysia Airlines-vlucht 17 in 2014, die in codeshare ook als KLM-vlucht 4013 werd uitgevoerd, niet meegerekend.
Geel: let op, er zijn veiligheidsrisico's
De veiligheidsrisico's zijn anders dan wat u in Nederland gewend bent. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met criminaliteit, kans op natuurgeweld, slechte infrastructuur of de politieke situatie. Er kunnen inreisbeperkingen zijn voor reizigers uit Nederland.
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'. De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden.
Als de storm boven het vliegveld zit, dan mag het helemaal niet. Maar met een flinke wind kan landen wel." De techniek om met zware zijwinden (crosswinds) te landen heet crabben. Daarbij vliegt de piloot niet met de neus van het vliegtuig richting de baan, maar tegen de wind in.