Een ringslang is ongevaarlijk en niet giftig voor de mens. Er leven in België drie soorten inheemse slangen: de gewone adder, de gladde slang en de ringslang. De ringslang behoort tot de familie van de waterslangen en kan heel goed zwemmen.
Niet alleen de strikt in water levende soorten, maar vrijwel alle slangen, kunnen uitstekend zwemmen en klimmen.
Het antwoord is snel gevonden: nee, een ringslang is niet gevaarlijk. Hoewel het dier er indrukwekkend uitziet met een lengte van meer dan een meter en groene schubben, zal hij zelfs bij directe bedreiging maar zelden bijten. Het dier is niet giftig en ontzettend schuw.
Waterslangen (Natricinae) zijn een onderfamilie van slangen. Een ringslang (Natrix natrix), exemplaar uit de Veluwe. Een aantal soorten zet geen eieren af, maar brengt de jongen levend ter wereld; ze zijn eierlevendbarend. Bekende soorten zijn de dobbelsteenslang en de ringslang uit het geslacht Natrix.
Eten of gegeten worden. De gevlekte ringslang komt voor in moerassen, natte graslanden, laagveengebieden en broekbossen, zowel langs stilstaand als langzaam stromende wateren. Ze is sterk aan water gebonden vanwege haar aquatische levenswijze en wordt zelden ver uit de buurt van een waterbron gesignaleerd.
Hij is niet giftig en bijt zelfs niet als hij gevangen wordt. Om aan belagers te ontkomen kan de ringslang zich schijndood houden.
Door hun grotendeels donkere lichaam warmen ringslangen bijvoorbeeld snel op in de zon. Het hoeft dus niet heet te zijn voor ze. De koude winters overleven de slangen door te overwinteren op vorstvrije plekken. Bijvoorbeeld diep weggekropen in dijken of in verlaten konijnenholen.
Adderbeten in Nederland zijn zeldzaam. Sinds 1885 zijn ruim 220 adderbeten geregistreerd en uit aanvullend onderzoek is gebleken dat er dertien dodelijk waren (RAVON 57). Een adderbeet verloopt voor mensen dus zelden dodelijk, maar een beet is niet zonder risico's. Medische hulp moet dus altijd ingeroepen worden.
De ringslang wordt in Nederland gegeten door de rat, egel, bunzing, vos, kat, kip, blauwe reiger, buizerd en nog veel andere (roof)dieren. Het grootste gevaar voor de ringslang is de mens. Door angst voor slangen worden soms slangen gedood.
Nederland kent drie inheemse soorten: de ringslang, de adder en de gladde slang.
Lichaam Ringslangen hebben een linkerlong die niet of nauwelijks gebruikt wordt. De ademhaling gaat via de rechterlong. Ook hebben ze een flexibel kopskelet, waardoor ze de kaken heel wijd open kunnen doen. Zo kunnen ze grote prooien makkelijk verzwelgen.
De adder kan uitstekend zwemmen, waardoor meren en rivieren geen natuurlijke barrières vormen.
Deze dieren zijn zo goed aan het leven in de zee aangepast dat de meeste soorten nooit aan land komen. Ze beschikken echter wel over longen waardoor ze regelmatig naar de oppervlakte moeten zwemmen om lucht te happen. Vaak hoeft dat niet. Met een ademteug kan een zeeslang soms tot wel twee uur onder water blijven.
Doorgaans eten ze kleinere dieren, bijvoorbeeld konijnen of vogels. Pythons van deze afmetingen kunnen in principe alles eten wat ze willen, maar mensen staan doorgaans niet op hun menu. Er zijn dan ook weinig gevallen bekend waarbij een mens door een python werd opgegeten.
Slangen hebben net als veel andere dieren een spijsverteringsstelsel met onder andere een maag, lever en darmen. Bij slangen komt de ontlasting uit de darm en de urine uit de nieren samen in een ruimte. Die ruimte wordt de cloaca genoemd. Slangen poepen en plassen tegelijk.
De zwarte mamba staat bekend als 's werelds dodelijkste slang. Ze wonen in de savanne in het zuiden en oosten van Afrika, en ze zijn een van de snelste slangen ter wereld – ze kunnen snelheden van twintig kilometer per uur halen.
Een jonge ringslang die net uit het ei gekropen is heeft een lengte van 15 tot 20 centimeter, als deze ligt te zonnen lijkt het wel een zwarte naaktslak. Vrouwtjes ringslang zijn het grootst tot 125 cm en vrij dik, de mannetjes zijn nooit zo lang en niet zo dik.
In Zweden komen – net als in Nederland – slangen voor, vooral ringslangen en adders. Het grote verschil met Nederland is dat je ze hier ook echt regelmatig tegen het kronkelige lijf loopt!
Het gif van de adder bevat meerdere stoffen. Sommige veroorzaken weefselbeschadiging, andere beïnvloeden de bloedsomloop en de bloedstolling. De symptomen kunnen dus zeer wisselend zijn. Meestal blijft het bij lokale symptomen op de bijtplaats, maar sommige slachtoffers vertonen ook ernstige veralgemeende symptomen.
Draag hoge wandelschoenen en geen sandalen, omdat de adder het vrijwel altijd op de voeten of enkels heeft voorzien. Houd uw pas in zodra u een slang ziet en blijf op minstens enkele meters afstand. Zoals gezegd zult u de adder praktisch alleen tegenkomen op de heide en andere zandgronden.
Het is bekend dat reptielen een winterslaap houden. Dat de verschillende soorten niet allemaal tegelijk weer te voorschijn komen, is veel minder bekend. Inmiddels zijn echter alle slangensoorten wakker. Met heel veel geluk kunt u nu zelfs de zeldzame gladde slang zien!
Het voedsel bestaat vooral uit amfibieën. In veel mindere mate worden ook andere dieren als vissen, muizen en hagedissen gegeten. Jonge ringslangen eten ook ongewervelden zoals slakken en insecten (Zuiderwijk, 1991).
De slang leeft vooral rond de grote rivieren in Nederland. Als je een ringslang in het wild wilt zien, maak je de meeste kans in de gebieden rond het IJsselmeer en in Utrecht, Gelderland, Overijssel, Drenthe en Friesland.