Vooral bij warm, vochtig weer en een zware training kan een paard oververhit raken. Je paard heeft onder deze omstandigheden meer moeite om af te koelen door middel van zweten. De verdamping van het zweet gaat te langzaam en hierdoor raakt het paard te weinig warmte kwijt.
Paarden kunnen goed met warmte omgaan, maar extreme warmte kan gevaarlijk zijn voor paarden. Dehydratie, sloomheid en algehele malaise kunnen het gevolg zijn van oververhitting.
Als een paard het buiten (te) warm krijgt, zal het dier eerst proberen om schaduw op te zoeken en eventueel het water in gaan als dat mogelijk is. Daarnaast hebben paarden diverse mogelijkheden om warmte kwijt te raken, zoals zweten en 'hijgen'.
Paarden kunnen meestal goed overweg met zomerse temperaturen, maar te veel zon en hitte kunnen ook slecht voor ze zijn. Een zonnesteek of hitteberoerte liggen op de loer.
Als de temperatuur boven de 25 graden komt, is het eigenlijk te warm voor een paard. Normaliter past het dier zich aan de hitte aan, maar door een combinatie van factoren zoals arbeid, weinig wind en hoge luchtvochtigheid kan de lichaamstemperatuur hoog oplopen.
De Sectorraad Paarden heeft gesteld dat bij temperaturen van 35 graden en meer alle evenementen en wedstrijden met paarden geannuleerd dienen te worden.
Net als mensen kunnen paarden ook verbranden in de zon. Paarden met een roze huid of dun behaarde witte aftekeningen zijn er gevoeliger voor. Zonnebrand komt met name op de neus en de benen voor en is vervelend en pijnlijk.
De comfortzone voor een paard ligt ongeveer tussen de +5°C en de +25°C. 's Zomers is het vaak te warm en hebben paarden vooral schaduw nodig. 's Winters is het buiten vaak te nat.
Overdag opstallen is de meest effectieve manier en kan noodzakelijk zijn wanneer de zonnebrand ernstig is of grote delen van het lijf zijn aangetast. Bij milde zonnebrand kan het voldoende zijn om alleen de verbrande delen van het paard te beschermen tegen zonlicht door de huid te bedekken met een UV-werende stof.
Wanneer er lagere of hogere omgevingstemperaturen zijn, gaat het lichaam van het paard hierop reageren. Bij een hogere omgevingstemperatuur wordt het voor het paard moeilijk om de warmte die door zijn lichaam geproduceerd wordt af te geven aan de omgeving. Er wordt dan van hittestress gesproken.
Door het verdampen van zweet is een paard hoofdzakelijk in staat om af te koelen. 80% van de energie van spierarbeid wordt geproduceerd in de vorm van warmte. Deze warmte moet afgevoerd worden om oververhitting te voorkomen. Bloed transporteert deze warmte naar de huid en longen waar het afgevoerd kan worden.
Het is belangrijk na elke vorm van arbeid het been goed te koelen. Dit kan door het been minimaal 10 minuten af te spuiten met koud water of het kan met coolpacks. Dit heeft zeker bij mokgevoelige paarden de voorkeur.
Paarden trekken de onweer meer aan dan mensen door de zogenaamde stapspanning. Die is bij een paard veel groter dan bij een mens. Tussen de hoeven ontstaat bij een inslag namelijk een spanningsveld op de grond. Paarden en Pony's zijn daardoor veel sneller slachtoffer van een blikseminslag.
Paarden kunnen goed met warm weer omgaan, omdat ze de hitte kwijt kunnen door te gaan zweten. Zweten is nodig om af te koelen. Zweet vormt een laagje vocht dat verdampt, waardoor de lichaamstemperatuur daalt. Als zweten niet lukt, bijvoorbeeld omdat een paard te weinig vocht in zijn lichaam heeft, raakt hij oververhit.
Als regel zou moeten gelden dat alle dieren in een weiland schuilgelegenheid hebben. Paarden zijn niet dol op regen en hagel, maar ze zullen er niet aan doodgaan. Over het algemeen trekken ze zich wat minder aan van sneeuw. Het is in ieder geval goed dat ze voer en vers drinkwater krijgen.
Als je paard het echt koud heeft staat hij te rillen. Hierdoor brengt hij spieractiviteit op, door dit te doen gaat de kerntemperatuur weer omhoog. Controleer met behulp van een thermometer zijn temperatuur. Zo weet je tenminste de normale temperatuur van je paard.
Een gezond paard heeft een temperatuur tussen de 37,4 en 38 graden Celsius. Vanaf ca. 38,4 graden spreken we over verhoging en vanaf ca. 38,9 graden over koorts.
Mok kan zowel door interne als externe factoren ontstaan. Factoren van buitenaf die een rol kunnen spelen bij mok, zijn onder andere: bacteriën, schimmels in combinatie met onder andere nattigheid, vuil en zonlicht. In een optimale situatie is de huid van een paard beschermd tegen deze bacteriën en schimmels.
Het is ook mogelijk de gevoelige huid van je paard met een watervaste zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor (bijvoorbeeld factor 50). De Ravene zonbescherming heeft een hoge zonbeschermingsfactor en is daarnaast anti UV-A en UV-B.
Onderbeenvasculitis wordt meestal slechts bij een of enkele volwassen paarden in een koppel gezien. Er speelt waarschijnlijk, maar niet bewezen, een erfelijke aanleg mee. Er ontstaan (zeer) pijnlijke goed afgegrensde ulcererende plekken met korsten die zich kunnen uitbreiden en dan grote onregelmatige gebieden vormen.
Als je oververhit bent dan zul je merken dat je je gauw vermoeid voelt. Klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid en neiging tot flauwvallen kunnen hier ook bijhoren. Daarnaast kan het zijn dat je spierkrampen ervaart in de armen en benen. Als je oververhit bent zal je ook meer gaan transpireren.
Indien de huid van het slachtoffer warm, rood en gestuwd is, is er sprake van hittestuwing. De zweetproductie kan verminderd of normaal zijn. Indien het slachtoffer naar een koelere ruimte gaat, komt de zweetproductie meestal goed op gang.
Paarden en pony's ontwikkelen een wintervacht wanneer ze gewend zijn om vaak buiten te lopen. Zonder heftige wind en sterk vriezen is het voor deze dieren geen probleem. Paarden/ pony's die een laag sneeuw op hun rug hebben ervaren dan ook geen problemen, de sneeuw werkt zelfs isolerend.