Naast het humane parvovirus B19 zijn er het caniene parvovirus ( CPV ), het feliene panleukopenievirus ( FPV ) en andere parvovirussen die bij zoogdieren en vogels ziekte kunnen veroorzaken. Mensen zijn niet vatbaar voor infectie met animale parvovirussen.
Vijfde ziekte, ook wel erythema infectiosum genoemd, is een besmettelijke vlekjesziekte die wordt veroorzaakt door het parvovirus B19. Een deel van de infecties verloopt zonder ziekteverschijnselen. De tijd tussen besmetting en de eerste ziekteverschijnselen varieert van 1 tot 3 weken.
Het parvovirus is aandoening die je hond ernstig ziek kan maken en zelfs kan leiden tot de dood. Elke hond die onvoldoende gevaccineerd is kan ziek worden van parvo. Omdat de meeste volwassen honden goed gevaccineerd zijn, zien we in Nederland deze ziekte meer bij pups dan bij volwassen honden.
Hoe wordt een hond met Parvo besmet? Honden raken besmet met het virus door direct of indirect (bijv. via voetzolen, gras, voorwerpen) contact met ontlasting van besmette honden. Het Parvovirus is zeer resistent en kan in de omgeving tot wel een jaar lang 'overleven' en dieren besmetten.
Elke hond die onvoldoende gevaccineerd is, kan, ongeacht zijn leeftijd, ziek worden van Parvo. Pups worden de eerste weken tot maximaal 5 maanden van hun leven beschermd door antilichamen uit de moedermelk. Als deze antistoffen langzaam uit het lichaam verdwijnen, wordt de pup vatbaar voor Parvo.
Hoe krijg je het virus uit je huis? Het parvo virus is heel resistent en is goed bestand tegen schoonmaakmiddelen, warmte en alcohol. Het virus kan nog maanden tot ruim een jaar actief blijven in de omgeving. Het enige schoonmaakmiddel dat werkt is chloor.
Technisch gezien is een hond in staat om Parvovirus twee keer te krijgen, maar het is zeer zeldzaam. Immuniteit gaat meerdere jaren mee en biedt een goede bescherming voor uw hond. Het virus kan meer dan een jaar in uw huis overleven, dus andere honden kunnen vatbaar zijn.
Bij kinderen bestaan de verschijnselen vooral uit koorts en een huiduitslag. Deze klachten herstellen na een aantal dagen spontaan. Als de infectie eenmaal is doorgemaakt, kan men nooit meer opnieuw besmet raken. Antistoffen tegen Parvovirus B19 blijven levenslang aanwezig.
Doorlooptijd/uitslag: 5 dagen. Methode: serologie voor bepaling IgM en IgG antistoffen. Materiaal: serum.
Om de weerstand te behouden, is het belangrijk bij volwassen honden de vaccinaties te herhalen. Voor leptospirose en kennelhoest is dit ieder jaar, voor parvo, hondenziekte en besmettelijke hondenziekte eens in de drie jaar.
1-3 weken. De incubatieperiode voor een aplastische crisis duurt meestal 10 dagen, de incubatieperiode voor exantheem en gewrichtsklachten 2 à 3 weken.
Deze ziekte wordt door mensen evenveel gevreesd als griep en treft ook alle honden en alle katten (puppy's, grote honden, volwassen katten, kittens...). ze kunnen er ook aan lijden.
Volwassenen met de vijfde ziekte hebben vaak last van stijve handen en voeten. Dit duurt meestal 1 tot 2 weken. Volwassenen krijgen soms vlekjes. De tijd tussen besmet raken en ziek worden is meestal 1 tot 3 weken.
De zesde ziekte is een ziekte met hoge koorts en lichtrode vlekjes. De oorzaak is een virus. Vooral jonge kinderen tussen de 6 maanden en 2,5 jaar krijgen het. Maar de zesde ziekte komt ook bij volwassenen voor.
Iemand die zesde ziekte heeft gehad krijgt de ziekte niet opnieuw. Het virus blijft wel in het lichaam en kan later soms weer actief worden. Mensen kunnen dan opnieuw koorts en rode vlekjes krijgen.
Volgens de meest recente aanbevelingen zou een vaccinatieschema voor pups er als volgt uit moeten zien: 1e inenting: Hondenziekte en Parvo, eventueel besmettelijke leverziekte. 2e inenting: Parvo en Ziekte van Weil. 3e inenting: Hondenziekte, Parvo, Ziekte v.
Omdat het een nieuw virus is en er dus geen specifieke weerstand in de populatie aanwezig is, zullen alle dieren die in contact met het virus komen besmet raken. Ongeveer 80% van deze dieren zal ziekteverschijnselen gaan vertonen: milde koorts. zachte droge of natte hoest (10-30 dagen)
Pups zijn, net als kleine kinderen, gevoeliger voor infecties. Dat een pup iets makkelijker diarree krijgt dan een volwassen hond, is niet erg. Zolang uw pup blij en vrolijk is en blijft eten en drinken (en niet braakt) is dit geen reden om u zorgen te maken. Diarree gaat meestal binnen twee weken vanzelf weg.
Door uw huisdier niet regelmatig te laten vaccineren bestaat het risico dat uw hond ziek wordt. En met regelmatig bedoelen we ook regelmatig. Indien de herhalingsvaccinatie (booster) niet op het juiste moment gegeven wordt, kan er geen goede immuniteit opgebouwd worden.
Zoönosen zijn ziekten die van dier op mens kunnen overgaan. Zoönosen komen regelmatig in het nieuws. Denk hierbij aan Q-koorts, maar ook gekkekoeienziekte en hondsdolheid zijn bekende zoönosen.
De vijfde ziekte komt vooral voor bij kinderen van 4 tot 10 jaar. De oorzaak is een virus. Uw kind krijgt rode wangen met rozerode vlekjes. Daarna komen er ook vlekjes op de buik, rug, billen, armen en benen.
Hondenziekte (ziekte van Carré of Canine Distemper) wordt veroorzaakt door een virus dat ontstekingen kan geven van de neus, luchtwegen, longen, maag en darmen. Minder vaak voorkomend zijn klachten aan de hersenen, ogen en de huid. Honden en fretten kunnen in het ergste geval aan de ziekte overlijden.
De ziekte van Weil is een besmettelijke ziekte. Mensen krijgen het door een bacterie. Deze bacteriën heten leptospirosen. Van de bacterie kunnen mensen ook andere ziekten krijgen.